Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 287431 / HA ZA 10-1238
Vonnis van 9 februari 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NIJMEGEN EENDRACHT COMBINATIE BV,
gevestigd te Nijmegen,
eiseres,
advocaat mr. H.C.J. Oomen te Arnhem,
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND,
gevestigd te Zeist,
gedaagde,
advocaat mr. H.J.A. Knijff te Amsterdam.
Partijen zullen hierna NEC en de KNVB genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 juli 2010;
- het proces-verbaal van comparitie van 15 december 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1. [A] was jeugdspeler in de opleiding van FC Emmen. Op 18 februari 2009 – lopende het seizoen 2008/2009 – hebben [A], FC Emmen en NEC een akkoord bereikt over de overgang van [A] naar de jeugdopleiding van NEC met ingang van het seizoen 2009/2010.
2.2. In haar mail van 20 maart 2009 aan [B] (technisch manager van FC Emmen) schrijft [C] (financial controller van NEC) onder meer:
“De poolvergoeding (zie ook het laatstverschenen bulletin betaald voetbal) bedraagt € 12.500 per jaar. Wij hoeven geen bevestiging te sturen dat wij de “€ 84.000” gaan betalen. FC Emmen dient de opleidingsvergoeding te claimen bij de KNVB conform de regels mbt de Poolvergoeding. Via rekening courant KNVB wordt de betaling geregeld.”
2.3. Bij brief van 18 juni 2009 aan de KNVB verzoekt FC Emmen om de poolvergoeding voor de opleiding van [A]. In het toepasselijke Pool Reglement Opleidingen (hierna: Poolreglement) is de pool gedefinieerd als een fonds dat dient om de opleidingskosten van een betaaldvoetbalorganisatie te vergoeden in het geval van een overschrijving van een jeugdspeler in opleiding van een betaaldvoetbalorganisatie naar een andere betaaldvoetbalorganisatie. De omvang van deze vergoeding is afhankelijk van het aantal opleidingsjaren van de jeugdspeler en van de door de KNVB vastgestelde hoogte van de opleidingsvergoeding per opleidingsjaar. De poolvergoeding wordt verrekend via de rekening-courant die de betaaldvoetbalorganisaties bij de KNVB aanhouden.
2.4. In haar brief van 15 oktober 2009 aan FC Emmen wijst de KNVB dit verzoek af. Zij schrijft onder meer:
“Op grond van artikel 2, lid 1 van het Pool Reglement Opleidingen heeft de opleidende betaaldvoetbalorganisatie, in casu FC Emmen, recht op een vergoeding uit de pool, mits aan de voorwaarden genoemd in het Pool Reglement Opleidingen is voldaan en de speler in kwestie de schriftelijke mededeling genoemd in artikel 48 van het Reglement Betaald Voetbaal uiterlijk op 1 mei heeft ontvangen. Een kopie van deze mededeling dient uiterlijk 7 mei van hetzelfde kalenderjaar bij de KNVB te zijn ingediend.
Aangezien er bij de kopieën van de schriftelijke mededelingen genoemd in artikel 48 van het Reglement Betaald Voetbal, die door de KNVB op 7 mei 2009 via email zijn ontvangen, geen kopie zat van een aan speler [A] gerichte brief, is niet aan de voorwaarden zoals gesteld in dit artikel voldaan.
Het verzoek van FC Emmen tot verkrijging van een vergoeding voor de opleidingskosten van de speler [A] wordt dan ook afgewezen.”
2.5. Op 3 november 2009 gaat FC Emmen bij het poolcollege in beroep tegen deze afwijzende beslissing van de KNVB. Dit college heeft een poolcommissie samengesteld die het beroep van FC Emmen heeft beoordeeld. Op 2 februari 2010 verklaart de poolcommissie dit beroep gegrond. Zij overweegt onder meer:
“Van belang is op te merken dat de mededeling zoals genoemd in artikel 48 van het Reglement Betaald Voetbal erop ziet dat een betaaldvoetbalorganisatie die een jeugdspeler in haar jeugdopleiding wenst te handhaven deze jeugdspeler hiervan tijdig schriftelijk op de hoogte stelt. Het is eveneens van belang om op te merken dat de Pool een fonds is dat dient om de opleidingskosten van een betaaldvoetbalorganisatie te vergoeden indien een jeugdspeler in opleiding van die betaaldvoetbalorganisatie naar een andere betaaldvoetbalorganisatie wordt overgeschreven.
In onderhavig geval is reeds geruime tijd voor de daadwerkelijke overschrijving van speler [A] naar NEC door alle partijen overeenstemming over deze overschrijving bereikt.
Zo is het overschrijvingsformulier door appelante (FC Emmen, toevoeging rechtbank) ondertekend op 23 maart 2009, door NEC op 20 april 2009 en door speler [A] op 29 juni 2009. (…) Het contract dat speler [A] heeft gesloten met NEC heeft weliswaar 1 juli 2009 als ingangsdatum maar is reeds geruime tijd eerder, te weten 18 februari 2009, door alle partijen bij de overeenkomst getekend.
De poolcommissie is van oordeel dat de verplichting die is opgenomen in artikel 48 van het Reglement Betaald Voetbal, (…), niet ziet op de brief die appelante op 14 april 2009 aan speler [A] heeft verzonden.
Voornoemde verplichting heeft naar het oordeel van de Poolcommissie veeleer betrekking op de brief die appelante voorafgaand aan het seizoen 2008/9 heeft verzonden. Deze brief is verzonden aan speler [A] voor 1 mei 2009 én, in tegenstelling tot de brief die appelante had verzonden voorafgaand aan het seizoen 2009/10, wél door de KNVB voor 7 mei van het betreffende kalenderjaar ontvangen. Immers de overschrijving van speler [A] is reeds halverwege het seizoen 2008/2009 door partijen overeengekomen. Het was derhalve duidelijk voor appelante dat het versturen van een poolbrief een bericht zonder inhoud was aangezien speler [A] naar NEC zou worden overgeschreven en niet meer in het seizoen 2009/10 bij appelante in de jeugdopleiding zou uitkomen.”
De poolcommissie is van oordeel dat FC Emmen een bedrag van EUR 87.500,- uit de pool toekomt.
2.6. FC Emmen heeft de vergoeding van EUR 87.500,- via verrekening uit de pool ontvangen, waarbij de KNVB haar heeft gevraagd het geld nog niet te besteden in afwachting van de onderhavige procedure.
2.7. Artikel 2 lid 1 Poolreglement luidt:
Indien een overschrijving als genoemd in artikel 1 van dit reglement is verleend, heeft de betaaldvoetbalorganisatie waar de speler opleiding heeft genoten, recht op een vergoeding uit de pool terzake van de door de betaaldvoetbalorganisatie gemaakte opleidingskosten voor de desbetreffende speler, mits:
a. aan de voorwaarden genoemd in dit reglement is voldaan;
b. aan de voorwaarden van artikel 48 Reglement Betaald Voetbal is voldaan.
Artikel 48 Reglement Betaald Voetbal luidt:
Een betaaldvoetbalorganisatie die een jeugdspeler in opleiding, (…), in haar jeugdopleiding wil handhaven, dient hiervan, in het kader van het Pool Reglement Opleidingen, uiterlijk 1 mei van enig kalenderjaar een schriftelijke mededeling te doen aan de desbetreffende speler. Een kopie van deze mededeling dient uiterlijk 7 mei van hetzelfde kalenderjaar bij de KNVB te zijn ingediend.
In artikel 13 lid 3 Poolreglement is bepaald:
Tegen de beslissing van de poolcommissie staat geen rechtsmiddel open.
3.1. NEC vordert – samengevat – vernietiging van de uitspraak van de Poolcommissie met veroordeling van de KNVB tot restitutie door verrekening in rekening courant van een bedrag van EUR 87.500,-, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. NEC stelt dat de uitspraak van de Poolcommissie primair als bindend advies aangemerkt moet worden en subsidiair als arbitrage.
Zij voert aan dat de uitspraak is gebaseerd op een onjuiste uitleg van artikel 48 Reglement Betaald Voetbal en dat gebondenheid van NEC aan deze uitspraak – in het licht van de grote financiële gevolgen – naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Als de uitspraak van de Poolcommissie als een arbitraal vonnis aangemerkt moet worden, stelt NEC dat deze uitspraak vanwege de onjuiste uitleg van artikel 48 Reglement Betaald Voetbal in strijd is met de openbare orde.
3.3. Tijdens de comparitie heeft NEC toegelicht dat de kennisgeving als bedoeld in artikel 2 lid 1 sub b Poolreglement vanuit het oogpunt van rechtszekerheid belangrijk is. Deze bepaling zorgt er niet alleen voor dat spelers weten of zij in opleiding bij hun club blijven, ook wordt voorkomen dat spelers naar andere clubs gaan zonder dat die clubs een opleidingsvergoeding hoeven te betalen, aldus NEC. Volgens haar moet dit artikel daarom restrictief uitgelegd worden.
In het onderhavige geval staat vast dat de vereiste kennisgeving van FC Emmen voor het seizoen 2009/2010 ontbreekt. Door terug te grijpen op de kennisgeving door FC Emmen aan [A] met betrekking tot het seizoen 2008/2009, heeft de Poolcommissie volgens NEC artikel 2 lid 1 sub b Poolreglement onaanvaardbaar ruim uitgelegd en daarmee het Poolreglement als het ware gewijzigd.
Verder heeft NEC toegelicht dat zij FC Emmen tijdens de bespreking van 18 februari 2009 en in haar mail van 20 maart 2009 (zie r.o. ?2.2) erop heeft gewezen dat zij bereid is de poolvergoeding te betalen, mits FC Emmen zich aan de regels zou houden. Volgens NEC had FC Emmen [A] een brief moeten sturen waarin zij hem meedeelde dat zij hem in de opleiding wilde behouden, vergezeld van een toelichting dat deze mededeling slechts een formaliteit was. Het komt voor rekening en risico van FC Emmen dat zij dit niet heeft gedaan, aldus NEC.
Tot slot voert NEC aan dat de poolvergoeding van EUR 87.500,- ongeveer 40% van het te verwachten nettoresultaat bedraagt en daarmee een substantieel bedrag op haar begroting is.
3.4. KNVB voert verweer en concludeert tot het niet ontvankelijk verklaren van NEC in haar vorderingen althans tot het afwijzen daarvan met veroordeling van NEC in de kosten van het geding, met de bepaling dat deze kosten binnen 14 dagen na het vonnis moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan NEC in verzuim zal zijn.
3.5. De KNVB stelt zich op het standpunt dat de beslissing van de poolcommissie als bindend advies aangemerkt moet worden en dat de rechtbank deze beslissing slechts marginaal mag toetsen.
Verder voert zij aan dat de poolcommissie heeft geoordeeld naar de bedoeling van artikel 2 lid 1, sub b Poolreglement. Uit het feit dat op 18 februari 2009 een bespreking plaatsvond tussen [A], FC Emmen en NEC (zie r.o. ?2.1), blijkt volgens de KNVB dat FC Emmen [A] ook in het seizoen 2009/2010 in haar opleiding wilde houden. Zij ging evenwel akkoord met een overgang van [A] naar NEC. Gelet op deze overeengekomen overgang zou de kennisgeving als bedoeld in artikel 2 lid 1, sub b Poolreglement een bericht zonder inhoud en daarom zinloos zijn. Het gaat niet aan dat FC Emmen wel akkoord is met de overgang van [A] naar NEC, maar [A] niettemin meedeelt dat zij hem in haar jeugdopleiding wil behouden, aldus de KNVB. Volgens de KNVB is, anders dan NEC betoogt, de rechtszekerheid niet in het geding, omdat NEC blijkens haar mail van 20 maart 2009 wist, althans er rekening mee hield, dat zij FC Emmen de poolvergoeding moest betalen.
3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. Uit hetgeen partijen ter zitting over en weer naar voren hebben gebracht, leidt de rechtbank af dat tussen hen niet (langer) in geschil is dat de uitspraak van de Poolcommissie als een bindend advies in de zin van artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gekwalificeerd moet worden.
4.2. Allereerst ligt de vraag voor of de uitspraak van de poolcommissie volledig dan wel marginaal getoetst moet worden. Volgens de KNVB moet de uitspraak marginaal getoetst worden. NEC heeft zich op dit punt niet uitgelaten.
De rechtbank overweegt dat voor de beantwoording van deze vraag – in lijn met HR 31 mei 1996, NJ 1996, 693 – van belang is of NEC op grond van het Poolreglement (dan wel een individuele afspraak tussen haar en de KNVB) aan de uitspraak van de poolcommissie gebonden is. In artikel 13 lid 3 Poolreglement (dat tijdens de algemene vergadering van de sectie betaald voetbal, waarvan NEC deel uitmaakt, van 7 december 1998 is vastgesteld) is bepaald dat tegen de uitspraak van de poolcommissie geen rechtsmiddel openstaat. Daaruit leidt de rechtbank af dat partijen gebonden zijn aan de uitspraak van de poolcommissie. Gelet hierop zal de rechtbank de uitspraak van deze commissie op de voet van artikel 7:904 lid 1 BW marginaal toetsen.
4.3. Vervolgens ligt de vraag voor of de uitspraak van de poolcommissie zodanig ernstige gebreken heeft dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn als NEC aan deze uitspraak gebonden is. De rechtbank stelt in dit verband vast dat de bezwaren van NEC zich uitsluitend richten tegen de inhoud – en in het bijzonder de motivering – van de uitspraak van de poolcommissie en niet tegen de wijze waarop deze tot stand is gekomen.
4.4. Vaststaat dat FC Emmen de kennisgeving als bedoeld in artikel 2 lid 1, sub b Poolreglement niet aan [A] heeft gedaan (en bijgevolg geen kopie van deze kennisgeving aan de KNVB heeft gestuurd). De uitspraak van de poolcommissie komt erop neer dat zij van oordeel is dat het ontbreken van deze kennisgeving niet meebrengt dat aan FC Emmen geen poolvergoeding toekomt.
4.5. Partijen zijn het erover eens dat het Poolreglement de rechtszekerheid dient. Het reglement heeft enerzijds als doel een jeugdspeler duidelijkheid te verschaffen, in die zin dat hij weet dat hij in het nieuwe seizoen een opleidingsplek heeft. Anderzijds heeft het Poolreglement als doel te voorkomen dat clubs jeugdspelers overnemen zonder een vergoeding te betalen. In de kern komen de stellingen van NEC erop neer dat de uitspraak van de poolcommissie deze rechtszekerheid aantast.
4.6. Met NEC is de rechtbank van oordeel dat uit de kennisgeving van FC Emmen aan [A] met betrekking tot het seizoen 2008/2009 niet kan worden afgeleid dat zij [A] ook in het seizoen 2009/2010 in haar jeugdopleiding wilde behouden. Op dit punt is de uitspraak van de poolcommissie ondeugdelijk gemotiveerd.
Daar staat tegenover dat – gelet op het feit dat op 18 februari 2009 tussen FC Emmen, NEC en [A] een akkoord is bereikt over de overgang van [A] naar NEC met ingang van het seizoen 2009/2010 – aangenomen moet worden dat FC Emmen [A] op zichzelf in haar jeugdopleiding wilde behouden en dat [A] daarmee bekend was. Als FC Emmen deze wens niet had, zou het niet nodig geweest zijn dat zij met NEC en [A] onderhandelde over diens overgang naar laatstgenoemde club. In dit licht wijst de rechtbank erop dat NEC tijdens de zitting heeft meegedeeld dat aangenomen moet worden dat FC Emmen [A] in haar opleiding wilde houden. Door het bereikte akkoord staat verder vast dat [A] met ingang van het seizoen 2009/2010 een opleidingsplaats bij NEC had.
Gelet hierop kan NEC niet gevolgd worden in haar betoog dat het ontbreken van de kennisgeving strijdig is met de rechtszekerheid die artikel 2 Poolreglement beoogt te bieden, namelijk het bieden van zekerheid aan jeugdspelers dat zij in het komende seizoen een opleidingsplaats hebben.
4.7. De uitspraak van de poolcommissie heeft ertoe geleid dat NEC een poolvergoeding aan FC Emmen moet betalen. Aangezien tussen partijen vaststaat dat het Poolreglement voorkomt dat clubs jeugdspelers overnemen zonder een vergoeding te betalen, is niet in te zien waarom in het onderhavige geval de rechtszekerheid op dit punt in het geding is. NEC heeft [A] van FC Emmen overgenomen en moet daarvoor in beginsel een opleidingsvergoeding betalen. Dit geldt temeer nu uit de mail van 20 maart 2009 van NEC blijkt dat zij er ook van uitging dat zij de poolvergoeding voor [A] aan FC Emmen moest betalen.
4.8. Gelet op het voorgaande is de rechtbank met de KNVB van oordeel dat de poolcommissie – hoewel haar verwijzing naar de kennisgeving met betrekking tot het seizoen 2008/2009 haar oordeel niet kan dragen – heeft geoordeeld naar de bedoeling van artikel 2 lid 1 Poolreglement. Daarom kan niet gezegd worden dat de uitspraak een dermate ernstig gebrek vertoont dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is NEC daaraan gebonden te achten.
De onweersproken stelling van NEC dat de poolvergoeding een substantieel bedrag is op haar begroting, maakt voornoemd oordeel niet anders, omdat het haar van meet af aan bekend was dat zij de opleidingsvergoeding aan FC Emmen moest betalen (zie r.o. ?3.3). Dit heeft haar er niet van weerhouden [A] van FC Emmen over te nemen.
4.9. Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van NEC worden afgewezen.
4.10. NEC zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van KNVB worden begroot op:
- vast recht EUR 1.925,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten × tarief EUR 894,00)
Totaal EUR 3.713,00
De KNVB vordert veroordeling van NEC in de proceskosten met de bepaling dat deze kosten binnen veertien dagen na het vonnis moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan NEC in verzuim zal zijn. De rechtbank begrijpt deze vordering aldus dat de KNVB aanspraak maakt op de wettelijke rente over de proceskosten als tijdige betaling ervan uitblijft. Deze vordering zal op de in de beslissing te vermelden wijze worden toegewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt NEC in de proceskosten, aan de zijde van KNVB tot op heden begroot op EUR 3.713,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten ingaande op de vijftiende dag na de dag van de uitspraak van dit vonnis,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2011.?