ECLI:NL:RBUTR:2011:BP1904
Rechtbank Utrecht
- Verstek
- S.C. Hagedoorn
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevoegdheid van de civiele rechter bij dwangbevelen van bestuursorganen
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 19 januari 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. Walther, een verbod op de executie van een dwangbevel heeft gevorderd. De gedaagde partij, de Gemeente Utrecht, is niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat door de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht de taak van de civiele rechter bij de beoordeling van dwangbevelen van bestuursorganen is beperkt. Dit betreft specifiek overtredingen die hebben plaatsgevonden na 1 juli 2009. De civiele rechter kan niet overgaan tot een buitenwerkingstelling van een dwangbevel, maar kan wel een verbod op de executie van het dwangbevel toewijzen. De rechtbank heeft de vordering van eiseres in die zin toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werd geacht.
De rechtbank heeft de gedaagde partij, de Gemeente Utrecht, veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 794,93. Dit bedrag omvat onder andere de kosten van de dagvaarding en het salaris van de advocaat. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de gedaagde partij ook de nakosten moet vergoeden, met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld. De rechtbank heeft het meer of anders gevorderde afgewezen, waarmee de uitspraak definitief is.