ECLI:NL:RBUTR:2011:BP0853
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- P.M.E. Bernini
- H.A. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Schuldheling van pensioengelden door verdachte in Rotterdam
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 11 januari 2011, stond de verdachte terecht voor schuldheling. De zaak betrof een geldbedrag van € 94.705,17 dat de verdachte in de periode van 12 november 2007 tot en met 31 december 2007 voorhanden had en overgedragen heeft, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat dit geldbedrag afkomstig was van misdrijf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een ondergeschikte rol had in het strafbare feit, maar dat hij wel verantwoordelijk was voor de schade die was veroorzaakt aan het pensioenstelsel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair en subsidiair tenlastegelegde, maar achtte de schuldheling bewezen. De officier van justitie had een hogere straf geëist, maar de rechtbank legde een werkstraf van 80 uur op, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en het strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat hij in de afgelopen tien jaar niet was veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank kende een schadevergoeding van € 5.000,-- toe aan de benadeelde partij, die schade had geleden door de schuldheling. Voor het overige deel van de vordering werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De rechtbank legde ook een schademaatregel op, waarbij de verdachte verplicht werd om het bedrag aan de benadeelde partij te betalen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de overwegingen heeft meegenomen.