ECLI:NL:RBUTR:2011:BP0216
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Bender
- M.P. Gerrits-Janssens
- A. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Jeugdstrafrecht. Eendaadse samenloop van belediging en aanzetten tot haat of discriminatie, meermalen gepleegd, en diefstal van kentekenplaten.
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 11 januari 2011, stond de verdachte terecht voor meerdere strafbare feiten, waaronder het zich in het openbaar opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun godsdienst en/of ras, en het aanzetten tot haat of discriminatie. De rechtbank oordeelde dat de aanhouding van de verdachte onrechtmatig was, maar dat er tegelijkertijd wel sprake was van een strafbaar feit waarvoor aanhouding buiten heterdaad was toegestaan, namelijk bedreiging. De rechtbank constateerde een vormverzuim, maar besloot niet tot strafvermindering over te gaan. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tevens werd bepaald dat een deel van de onvoorwaardelijke werkstraf, 16 uren, uitgevoerd moest worden in het Anne Frank Huis te Amsterdam. De rechtbank hield rekening met de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen voor vermogenscriminaliteit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een deel van de tenlastelegging, omdat niet bewezen kon worden dat hij specifieke bedreigingen had geuit. De beslissing berustte op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de maatschappij.