ECLI:NL:RBUTR:2011:870

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
8 april 2011
Publicatiedatum
29 april 2013
Zaaknummer
302027 - KG ZA 11-165
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. van Delft-Baas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot het verschaffen van inlichtingen door schuldenaar aan schuldeiser in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 8 april 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de rechtspersoon naar Engels recht, Extreame Racing Limited, en verschillende gedaagden, waaronder [gedaagde sub 1] B.V. De eiseres, Extreame Racing, had een vordering op [gedaagde sub 1] die voortvloeide uit een eerder vonnis waarin de overeenkomst tot de koop van een catamaran was ontbonden. De rechtbank had [gedaagde sub 1] veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan Extreame Racing, maar de eiseres had slechts een deel van haar vordering kunnen incasseren. Extreame Racing vorderde in dit kort geding dat [gedaagde sub 1] c.s. inlichtingen zou verstrekken over hun inkomens- en vermogenspositie, zodat zij haar vordering verder kon verhalen.

De rechtbank overwoog dat de eiseres onvoldoende informatie had ontvangen over de activa van [gedaagde sub 1] en dat er vermoedens bestonden dat activa aan het verhaal door Extreame Racing waren onttrokken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gevorderde inlichtingen voldoende gespecificeerd waren en dat het belang van Extreame Racing zwaarder woog dan de belangen van [gedaagde sub 1] c.s. De rechtbank wees de vordering tot het verstrekken van inlichtingen toe, met een termijn van 10 dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd een dwangsom van EUR 5.000,-- per dag opgelegd voor het geval [gedaagde sub 1] c.s. niet aan de veroordeling voldeden.

De vordering tegen de andere gedaagden, [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4], werd afgewezen, omdat onvoldoende bewijs was geleverd dat deze gedaagden onrechtmatig hadden gehandeld. De proceskosten werden toegewezen aan de zijde van Extreame Racing, die grotendeels in het gelijk werd gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector Civiel
Handelskamer
zaaknummer / rolnummer: 302027 / KG ZA 11-165
Vonnis in kort geding van 8 april 2011
in de zaak van
de rechtspersoon naar Engels recht
EXTREAME RACING LIMITED,
gevestigd te Wiltshire en kantoorhoudende te Salisbury , Wiltshire , Engeland,
eiseres,
advocaat mr. T. Ensink te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] en kantoorhoudende te [vestigingsplaats 2] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 3] ,
gedaagden,
advocaat mr. H. Kroon te Hilversum.
Eiseres zal hierna Extreame Racing worden genoemd. Gedaagden sub 1 tot en met 4 zullen respectievelijk als [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] worden aangeduid. Gedaagden zullen gezamenlijk [gedaagde sub 1] c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 maart 2011;
  • de producties van de zijde van Extreame Racing (19);
  • de producties van de zijde van [gedaagde sub 1] c.s. (6);
  • de mondelinge behandeling van 17 maart 2011;
  • de pleitnota van Extreame Racing ;
  • de pleitnota van [gedaagde sub 1] c.s..
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde sub 1] , handelend onder de naam [handelsnaam] , is een besloten vennootschap die onder andere handelt in catamarans in de zogenaamde [.] klasse, een internationale wedstrijdklasse. [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 4] zijn bestuurders van [gedaagde sub 1] . [gedaagde sub 3] is bestuurder van [gedaagde sub 4] .
2.2.
Extreame Racing en [gedaagde sub 1] hebben op 21 december 2007 een koopovereenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten met betrekking tot de koop en verkoop van een catamaran voor een prijs van EUR 359.500,--.
2.3.
De rechtbank Utrecht heeft bij vonnis van 24 maart 2010 (hierna: het vonnis) voor recht verklaard dat de overeenkomst is ontbonden per 26 december 2008. De rechtbank heeft [gedaagde sub 1] veroordeeld om aan Extreame Racing een bedrag van EUR 241.917,50 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag per 26 december 2008 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast is [gedaagde sub 1] veroordeeld om de beslagkosten, de proceskosten en de nakosten aan Extreame Racing te voldoen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.4.
[gedaagde sub 1] heeft op 27 mei 2010 tegen het vonnis hoger beroep aangetekend bij het Gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem.
2.5.
Extreame Racing heeft ter verhaal van de vordering die zij ingevolge het vonnis op [gedaagde sub 1] heeft verschillende beslagen ten laste van [gedaagde sub 1] gelegd. Dit heeft slechts geleid tot betaling van een bedrag van EUR 30.000,-- en een bedrag van EUR 35.000,--.
2.6.
Extreame Racing heeft [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] bij brief van 11 januari 2011 persoonlijk hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van de schuld van [gedaagde sub 1] . Zij heeft [gedaagde sub 1] gesommeerd om het resterende saldo van de schuld te betalen dan wel Extreame Racing volledig en duidelijk te informeren over alle activa van het bedrijf waarop verhaal mogelijk is en de financiële positie van [gedaagde sub 1] . [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] hebben aan deze sommatie geen gevolg gegeven.

3.Het geschil

3.1.
Extreame Racing vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk, althans [gedaagde sub 1] , te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan [gedaagde sub 1] c.s. (de voorzieningenrechter leest: Extreame Racing ) dan wel de deurwaarder door wie het in deze te geven vonnis aan [gedaagde sub 1] c.s. is betekend, schriftelijk, nauwkeurig en gespecificeerd inlichtingen te verstrekken en opgave te doen omtrent de binnen- en buitenlandse inkomens- en vermogenspositie van [gedaagde sub 1] en omtrent voor verhaal vatbare goederen, en daarbij dusdanige inlichtingen te verstrekken dat Extreame Racing in staat is terzake executoriaal beslag te leggen,
in het bijzonder doch niet uitsluitend daaronder begrepen: nadere informatie omtrent de in nr. 11 en 12 van de dagvaarding bedoelde reorganisatie, de activa welke daarbij vervreemd zijn, de koopprijs waartegen de activa verkocht zijn, de wijze waarop deze koopprijs is voldaan en wat sedertdien met de opbrengst van deze verkoop is geschied.
2. [gedaagde sub 1] c.s., althans [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] , hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, althans [gedaagde sub 1] , te veroordelen tot betaling van een dwangsom van EUR 10.000,-- per dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagde sub 1] c.s., althans [gedaagde sub 1] niet of niet geheel aan deze veroordeling voldoen c.q. voldoet.
3. [gedaagde sub 1] c.s. te veroordelen in de kosten van dit geding, onder de bepaling dat (i) de proceskosten voldaan dienen te worden binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis en – voor zover voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt –
(ii) te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede
(iii) met veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. in de nakosten de somma van EUR 131,--, dan wel, indien betekening plaatsvindt, de somma van EUR 199,--.
3.2.
[gedaagde sub 1] c.s. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Extreame Racing stelt dat zij het vonnis niet ten uitvoer kan leggen, omdat er bij [gedaagde sub 1] geen activa meer te vinden zijn waarop zij zich kan verhalen. Het is Extreame Racing bekend dat [gedaagde sub 1] betrokken is geweest bij een reorganisatie waarbij onder leiding van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] verschillende activa zijn vervreemd. [gedaagde sub 1] was vroeger betrokken bij de organisatie van de [...] , een race waarin catamarans uit de [.] klasse met elkaar wedijveren. Blijkens informatie op internet heeft [gedaagde sub 1] alle rechten op de [.] klasse vervreemd aan de Engelse onderneming [naam onderneming] . [naam onderneming] heeft Extreame Racing desgevraagd verklaard dat zij niets meer verschuldigd is aan [gedaagde sub 1] . Volgens Extreame Racing ligt het voor de hand dat de betreffende activa bewust aan het verhaal door Extreame Racing zijn onttrokken, waarvan [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] persoonlijk een verwijt kan worden gemaakt. Volgens Extreame Racing rust op [gedaagde sub 1] c.s. in de gegeven omstandigheden de verplichting om inlichtingen te verschaffen omtrent de inkomens- en vermogenspositie van [gedaagde sub 1] en omtrent voor verhaal vatbare goederen.
4.2.
[gedaagde sub 1] c.s. stelt dat er geen algemene informatieplicht is voor debiteuren en dat op [gedaagde sub 1] onder de gegeven omstandigheden geen verplichting tot het openleggen van boeken rust. Dit geldt temeer nu het vonnis nog niet in kracht van gewijsde is gegaan en partijen in de hoger beroep procedure nog met elkaar in inhoudelijk debat verkeren.
Voorts stelt [gedaagde sub 1] c.s. dat niet zijzelf, maar alleen [naam onderneming] betrokken is geweest bij de organisatie van de [...] . Doordat na het invallen van de economische crisis de sportsponsoring terugliep en bestellingen van boten daardoor uitbleven, is [gedaagde sub 1] in een vrije val geraakt en heeft zij onder meer haar bouwrechten en enige activa aan [naam onderneming] overgedaan. Zij is op dit moment doende om na aflossing van enige bevoorrechte crediteuren met andere crediteuren tot betalingsregelingen te komen. Daarnaast tracht zij met behulp van een externe geldschieter financieel schoon schip te maken. Zij heeft geprobeerd om met Extreame Racing tot een oplossing in der minne te geraken, maar partijen zijn daar niet in geslaagd. Van een definitieve betalingsonmacht, welke te wijten zou zijn aan bestuurders van [gedaagde sub 1] , of van betalingsonwil aan hun zijde om de vordering van Extreame Racing te voldoen, is geen sprake. Dit blijkt ook uit het feit dat inmiddels een bedrag van EUR 65.000,-- is voldaan.
4.3.
Zoals de Hoge Raad in zijn arrest van 20 september 1991 (NJ 1992, 552; [A (achternaam)] / [B (achternaam)] ), heeft bepaald, is een schuldenaar in beginsel verplicht een schuldeiser die een veroordeling tot betaling van een geldsom jegens hem verkreeg, inlichtingen omtrent zijn inkomens- en vermogenspositie en omtrent voor verhaal vatbare goederen te verschaffen. De Hoge Raad gaf in dit arrest tevens aan, dat deze informatieplicht ten opzichte van individuele schuldeisers een grens kent. Voorbij die grens moet het worden overgelaten aan de curator, nadat de schuldenaar in staat van faillissement is verklaard, om desgewenst ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers afgifte van justificatoire bescheiden en/of het afleggen van rekening en verantwoording te bewerkstelligen.
Waar de grens precies ligt wordt door de Hoge Raad niet nader omschreven. Het ligt echter in de lijn van het arrest dat de rechter steeds de belangen van schuldeiser en schuldenaar tegen elkaar zal moeten afwegen en dat de vrijheid van de rechter om de vordering van de schuldeiser toe te wijzen groter is naarmate de verzochte inlichtingen respectievelijk opgevraagde justificatoire bescheiden nauwkeuriger zijn gespecificeerd.
4.4.
De voorzieningenrechter overweegt dat Extreame Racing na beslaglegging slechts een klein deel van haar vordering op [gedaagde sub 1] heeft kunnen incasseren en dat zij verder geen activa van [gedaagde sub 1] heeft kunnen vinden om haar vordering op te verhalen. [gedaagde sub 1] c.s. heeft ter zitting erkend dat zij activa aan [naam onderneming] heeft overgedragen, al gaat het volgens [gedaagde sub 1] c.s. niet om vervreemding van de rechten op de [.] klasse. De gevorderde inlichtingen zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende concreet en gespecificeerd en zouden kunnen leiden tot verder verhaal van de vordering van Extreame Racing . Extreame Racing heeft niet meer gevorderd dan nodig is om een goed beeld van haar verhaalsmogelijkheden te krijgen. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat Extreame Racing in de gegeven omstandigheden voldoende belang heeft bij haar vorderingen en dat het belang van [gedaagde sub 1] c.s. dat Extreame Racing geen inzage krijgt in de bedrijfsgegevens van [gedaagde sub 1] daarvoor moet wijken. [gedaagde sub 1] c.s. heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat haar belangen door het verstrekken van de door Extreame Racing gevraagde informatie op onaanvaardbare wijze zouden worden geschaad. Voorts kan de omstandigheid dat [gedaagde sub 1] c.s. tegen het vonnis hoger beroep heeft ingesteld niet tot het oordeel leiden dat een veroordeling tot het verstrekken van inlichtingen in dit stadium te voorbarig of te vèrstrekkend zou zijn. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard en dat de uitvoerbaarheid bij voorraad niet is geschorst.
4.5.
Gezien het voorgaande zal de vordering tot - kort gezegd - het verschaffen van inlichtingen ten aanzien van [gedaagde sub 1] worden toegewezen. De termijn waarbinnen [gedaagde sub 1] deze inlichtingen moet hebben verstrekt, zal worden gesteld op 10 dagen na betekening van dit vonnis. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt tot een bedrag van EUR 5.000,-- per dag of een gedeelte daarvan met een maximum van EUR 100.000,--.
4.6.
De vordering zal ten aanzien van [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] worden afgewezen, nu [gedaagde sub 1] c.s. gemotiveerd heeft betwist dat zij bewust activa aan het verhaal door Extreame Racing heeft onttrokken en dat haar bestuurders daarvan een persoonlijk verwijt valt te maken. Extreame Racing heeft haar stellingen naar aanleiding van deze betwisting niet nader onderbouwd. Hierdoor is onvoldoende aannemelijk geworden dat de bestuurders van [gedaagde sub 1] een persoonlijk verwijt treft en onrechtmatig jegens Extreame Racing hebben gehandeld.
4.7.
[gedaagde sub 1] c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Extreame Racing worden begroot op:
  • dagvaarding EUR 76,31
  • vast recht 568,--
  • overige kosten 25,--
  • salaris advocaat
Totaal EUR 1.485,31
4.8.
De nakosten, waarvan Extreame Racing betaling vordert, zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde sub 1] om binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis aan Extreame Racing dan wel de deurwaarder door wie dit vonnis aan [gedaagde sub 1] c.s. is betekend, schriftelijk, nauwkeurig en gespecificeerd inlichtingen te verstrekken en opgave te doen omtrent de binnen- en buitenlandse inkomens- en vermogenspositie van [gedaagde sub 1] en omtrent voor verhaal vatbare goederen, en daarbij dusdanige inlichtingen te verstrekken dat Extreame Racing in staat is terzake executoriaal beslag te leggen, in het bijzonder doch niet uitsluitend daaronder begrepen: nadere informatie omtrent de in nr. 11 en 12 van de dagvaarding bedoelde reorganisatie, de activa welke daarbij vervreemd zijn, de koopprijs waartegen de activa verkocht zijn, de wijze waarop deze koopprijs is voldaan en wat sedertdien met de opbrengst van deze verkoop is geschied;
5.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. om aan Extreame Racing een dwangsom te betalen van EUR 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van EUR 100.000,-- is bereikt;
5.3.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van Extreame Racing tot op heden begroot op EUR 1.485,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
  • EUR 131,-- aan salaris advocaat,
  • te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van EUR 68,-- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Delft-Baas en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2011.