ECLI:NL:RBUTR:2011:1759
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.N. Noorman
- L.E. Mollerus
- Rechtspraak.nl
Herziening van arbeidsongeschiktheid bij WAO-uitkering met betrekking tot chronisch vermoeidheidssyndroom
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 7 juli 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de herziening van de WAO-uitkering van de eiser. De eiser, die sinds 1997 arbeidsongeschikt is door chronische vermoeidheid, had bezwaar gemaakt tegen de herziening van zijn uitkering, die door het Uwv was vastgesteld op 35 tot 45% arbeidsongeschiktheid. De rechtbank heeft de zaak behandeld na meerdere deskundigenrapporten van psychiater drs. G.T. Gerssen, internist prof. dr. L. Abraham-Inpijn en neuroloog dr. H.J. Vroon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische onderzoeken niet tot een eenduidig oordeel hebben geleid over de beperkingen van de eiser. De rechtbank heeft de conclusies van psychiater Gerssen gevolgd, die oordeelde dat de eiser in staat was om 38 uur per week te werken, en heeft de noodzaak voor een urenbeperking afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de medische gegevens geen aanleiding geven om te twijfelen aan de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid door het Uwv. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.