ECLI:NL:RBUTR:2010:BP1439
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake bezwaar tegen de Lijst der Geldelijke Regelingen in het kader van de ruilverkaveling Kromme Rijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 29 december 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen [reclamant] en de Landinrichtingscommissie voor de ruilverkaveling 'Kromme Rijn'. [reclamant] had bezwaar aangetekend tegen de Lijst der Geldelijke Regelingen, waarin zijn verkaveling was ingedeeld in klasse 2 ('matige verbetering'). Hij stelde dat zijn verkaveling in klasse 1 ('geringe verbetering') had moeten worden ingedeeld, en voerde aan dat de Landinrichtingscommissie zijn toegezegde werkzaamheden niet had voltooid en de bijbehorende vergoeding niet had betaald.
De procedure omvatte verschillende gedingstukken, waaronder een bezwaarschrift van 23 maart 2010 en proces-verbalen van de behandeling van de bezwaren. Tijdens de zitting heeft [reclamant] zijn standpunt toegelicht via zijn gemachtigde, mr. G.H. Blom, terwijl de Landinrichtingscommissie werd vertegenwoordigd door mr. J.P.M. Verhoeven. Beide partijen hebben pleitnota's overgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [reclamant] één huiskavel en drie veldkavels heeft ingebracht. De bezwaren van [reclamant] werden beoordeeld aan de hand van de Landinrichtingswet, die bepaalt dat eigenaren van grond moeten betalen naar het nut dat zij van de landinrichting hebben gehad. De rechtbank concludeerde dat de schatters in redelijkheid tot de indeling van de verkaveling in klasse 2 hebben kunnen komen, en dat de Landinrichtingscommissie deze indeling als uitgangspunt heeft kunnen nemen voor de Lijst der Geldelijke Regelingen.
De rechtbank verklaarde het bezwaar van [reclamant] gegrond voor zover het de uitvoering van de toegezegde werkzaamheden betreft, maar verklaarde de overige bezwaren ongegrond. [reclamant] werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Landinrichtingscommissie op nihil werden begroot.