ECLI:NL:RBUTR:2010:BP0949
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na een impasse in de behandeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 24 december 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die sinds 5 december 2005 onder de maatregel valt. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, maar de rechtbank heeft besloten om deze met één jaar te verlengen. De beslissing is gebaseerd op rapporten van deskundigen, waaronder klinisch psycholoog I.M. van Woudenberg en psychiater M. Drost, die beiden de noodzaak van verlenging onderschreven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde aanvankelijk vooruitgang boekte in zijn behandeling, maar dat deze na het overlijden van zijn vader in een impasse is geraakt. Ondanks recente verbeteringen, zoals onbegeleide verloven, blijft de rechtbank voorzichtig en acht het noodzakelijk om na een jaar opnieuw te evalueren of de samenwerking en behandeling zijn voortgang heeft gemaakt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van de problematiek van de terbeschikkinggestelde, die vatbaar blijft voor terugval in ongewenst gedrag. De rechtbank heeft de veiligheid van anderen als een belangrijk aspect in haar overwegingen meegenomen, en heeft besloten dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege moet worden verlengd.