ECLI:NL:RBUTR:2010:BP0938
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege
In de zaak met parketnummer 16/070267-96 heeft de rechtbank Utrecht op 24 december 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1975 en thans verblijvende in de P.I. Utrecht. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren, gebaseerd op een rapport van de reclassering en een psychiater. De reclassering adviseerde verlenging van de maatregel, maar de rechtbank oordeelde dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van één jaar moest worden verlengd. Dit besluit was gebaseerd op de ernst van eerdere incidenten en het recidivegevaar, dat niet als aanvaardbaar werd beschouwd. De rechtbank concludeerde dat de geestelijke stoornis van de terbeschikkinggestelde nog steeds aanwezig was en dat er een risico bestond dat hij opnieuw in de fout zou gaan. De rechtbank achtte het noodzakelijk dat de terbeschikkinggestelde binnen een tbs-kliniek behandeld zou worden, gezien de aard van zijn problematiek en het gebrek aan motivatie voor behandeling tijdens de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De rechtbank besloot dat de veiligheid van anderen eiste dat de terbeschikkingstelling met verpleging werd verlengd, en dat er aanzienlijke vorderingen op het gebied van agressiebeheersing en verslavingsbehandeling moesten worden gemaakt voordat een voorwaardelijke beëindiging verantwoord zou zijn.