ECLI:NL:RBUTR:2010:BO9560
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.W.G. de Beer
- Z.J. Oosting
- Y.A.T. Kruijer
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige afluistering van telefoongesprekken leidt tot bewijsgebruik in strafzaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 9 december 2010, stond de verdachte terecht voor een inbraak in een kinderdagverblijf, waarbij geweld werd gebruikt tegen een politieagent. De officier van justitie stelde dat de verdachte was afgeluisterd op basis van onjuiste informatie, wat leidde tot een onherstelbaar vormverzuim. De verdediging voerde aan dat de afgeluisterde gesprekken niet als bewijs mochten worden gebruikt, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in zijn verdediging was geschaad. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, op basis van andere bewijsmiddelen, voldoende betrokkenheid bij de inbraak had en dat de afgeluisterde gesprekken wel degelijk bewijs konden leveren. De rechtbank achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van het voorarrest. Tevens werd de verdachte veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de benadeelde partij, een politieagent, voor immateriële schade.