4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.2 Het standpunt van de verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting van 12 november 2010 bekend dat hij het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan.
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 heeft verdachte zich op het standpunt gesteld dat hij daarvoor niet verantwoordelijk is. Zijn bijdrage heeft zich immers beperkt tot het bewegen van [benadeelde] om zijn bankpas met pincode en identiteitsbewijs af te staan. Wat anderen daarmee nadien hebben gedaan rekent hij niet tot zijn verantwoordelijkheid en hij stelt daar ook geen voordeel van te hebben genoten.
4.3 Het standpunt van de rechtbank
De rechtbank overweegt omtrent de ten laste gelegde feiten het volgende.
Aangever [benadeelde] heeft op 14 oktober 2009 bij de politie verklaard dat hij op 12 augustus 2009 via MSN aan het chatten was met [naam]. [naam] vertelde hem dat een oom van haar bij een bank in Amsterdam werkte en die kon leningen afsluiten en zou, na opname van het geld, deze kunnen verwijderen. Aangever [benadeelde] zou daar minimaal € 12.000,00 aan over houden. Vervolgens werd er een persoon, haar oom, aan de ‘chat’ toegevoegd. De naam van de oom was – volgens aangever - [verdachte] en deze oom wist aangever via MSN ervan te overtuigen dat de lening 100% betrouwbaar was en dat, als aangever nog diezelfde dag naar Amsterdam zou komen, hij op 14 augustus 2009 al de € 12.000,00 zou kunnen hebben.
Aangever [benadeelde] heeft verklaard dat hij op 12 augustus 2009 naar station Amsterdam-Amstel is gegaan. Daar heeft hij [verdachte] gebeld op het telefoonnummer 06-38247324 en hem en een vriend ontmoet, die bij de bank zou werken. Aangever moest zijn bankpas met pincode en ID-kaart aan die vriend van [verdachte] geven, die de lening zou afsluiten.
Op 14 augustus 2009 heeft aangever [benadeelde] opnieuw afgesproken op Amsterdam-Amstel met de vriend van [verdachte] door te bellen naar het telefoonnummer 06-57503330. Deze gaf hem de pinpas kort terug, zodat aangever zelf geld kon pinnen. Daarna heeft aangever de pinpas weer aan die vriend teruggegeven. Later diezelfde dag werd naar het huis van aangever [benadeelde] gebeld door de Rabobank in Linschoten. Er was geld van zijn bankrekening gehaald. In totaal is er op 14 augustus 2009 € 4.422,98 verdwenen.
Uit onderzoek is gebleken dat op 14 augustus 2009 door onbekend gebleven personen
€ 902,02 , € 400,66 en € 900,30 is opgenomen bij het GWK-kantoor op station Amsterdam-Amstel, dat er € 1.220,00 is gepind bij de Rabobank bij de Arena in Amsterdam en dat er € 1.000,00 is overgemaakt naar een rekening van [naam]. Deze [naam] heeft later bij de politie verklaard dat zij haar bankrekeninggegevens aan een jongen beschikbaar had gesteld als ‘doorsluisrekening’.
Ook heeft de Rabobank aangever [benadeelde] laten weten, volgens voornoemde verklaring van aangever, dat er een kleine blanke jongen en een lange donkere jongen in de bank in Linschoten waren geweest op 14 augustus 2009 met zijn bankpas en legitimatie.
Op de door de Rabobank ter beschikking gestelde camerabeelden is door verbalisant [verbalisant] waargenomen dat op 14 augustus 2009 twee jongens meerdere keren in het bankgebouw zijn geweest. Volgens bankmedewerker [naam] is op 14 augustus 2009 omstreeks 13.30 uur eerst de blanke jongen bij de Rabobank binnen geweest, omdat hij de paslimiet wilde verhogen. Een minuut later kwam de jongen terug met de Antilliaanse jongen. Hij wilde een opname van een eenmalig bedrag van € 4000,00 en daarom wilde hij de limiet verhogen. Bankmedewerker [naam] vroeg naar de bankpas en legitimatie en zag dat de bankpas en legitimatie op naam stonden van [benadeelde]. De jongen aan de balie leek weliswaar op de foto, maar niet erg goed. De bankmedewerker had de indruk dat de blanke jongen onder druk werd gezet door de donkere jongen. De donkere jongen zei onder meer wat de bedoeling was. Toen de bankmedewerker zei dat de jongen thuis via internetbankieren geld moest overmaken van zijn spaarrekening naar de betaalrekening, zijn de jongens weggegaan, waarop de blanke jongen nog eenmaal terugkwam met de vraag of hij dit ook kon regelen in een andere provincie.