ECLI:NL:RBUTR:2010:BO5242
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van bedrijfseconomische omstandigheden met toepassing van het afspiegelingsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 29 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer, [verweerder], door de besloten vennootschap Ordina Application Outsourcing en Projecten B.V. (Ordina AOP). Het verzoek tot ontbinding werd ingediend op basis van bedrijfseconomische omstandigheden. De werknemer, die sinds 1 december 2007 in dienst was bij een zustervennootschap van Ordina AOP, had zijn werkbelasting zien afnemen tot 14 uur per week. Ordina AOP voerde aan dat er onvoldoende werk was en dat de werknemer niet coöperatief was in het zoeken naar een andere functie binnen de organisatie.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Ordina AOP niet voldoende had aangetoond dat de werknemer niet elders binnen de organisatie kon worden geplaatst. De rechter oordeelde dat de verschillende werkmaatschappijen binnen de Ordina-organisatie autonoom zijn in hun aanstellingsbeleid, en dat dit voor rekening van Ordina AOP komt. De kantonrechter wees erop dat de werknemer zich bereid had verklaard om bij externe opdrachtgevers te werken, maar dat Ordina AOP geen bewijs had geleverd van een eerdere weigering van de werknemer om dergelijke werkzaamheden te verrichten.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding afgewezen, met de overweging dat het afspiegelingsbeginsel van toepassing was en dat de werkgever niet had aangetoond dat er geen uitwisselbare functies waren. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten droeg. Deze uitspraak benadrukt het belang van het afspiegelingsbeginsel in ontslagzaken en de verantwoordelijkheden van werkgevers bij het aantonen van bedrijfseconomische noodzaak voor ontbinding van arbeidsovereenkomsten.