ECLI:NL:RBUTR:2010:BO3653
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen kantonrechter mr. [X] in strafzaak
In deze wrakingszaak heeft de rechtbank Utrecht op 21 oktober 2010 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van kantonrechter mr. [X] door verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman mr. drs. M.P.J. Appelman. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 1 september 2010, naar aanleiding van de zitting van 2 juni 2010, waar mr. [X] de strafzaak tegen verzoeker behandelde. Verzoeker stelde dat mr. [X] blijk gaf van vooringenomenheid tijdens de ondervraging, waarbij hij opmerkte dat verzoeker 'echt wel te hard gereden' had en dat verzoeker niet wilde meewerken met politie en justitie. De officier van justitie heeft het verzoek gemotiveerd afgewezen.
De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet tijdig was ingediend, aangezien verzoeker op de hoogte was van de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag lagen. De rechtbank benadrukte dat verzoeker, bijgestaan door een ervaren advocaat, ter zitting had moeten reageren op de ondervraging door mr. [X]. De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek tot wraking, omdat niet was voldaan aan de wettelijke vereisten van artikel 513 van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de behandeling van de strafzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing door het wrakingsverzoek.