4.3. Vallei Autolease voert dienaangaande samengevat aan dat er bij [eiser] sprake is geweest van extreem veel schadegevallen en bovenmatige slijtage. Daardoor zijn veel reparaties en extra onderhoud nodig geweest en heeft [eiser] bovenmatig een beroep moeten doen op vervangend vervoer.
Ter onderbouwing stelt Vallei Autolease het volgende:
1) per 30.000 km moest er een set banden worden vervangen hetgeen eigenlijk bij 50.000 km van toepassing is; [eiser] heeft daartegen bij repliek aangevoerd dat vervanging bij 30.000 km niet extreem is; Vallei Autolease is daarop bij dupliek niet gemotiveerd ingegaan en heeft geen bewijs overgelegd (bijvoorbeeld in de vorm van een specificatie van de fabrikant) noch een bewijsaanbod gedaan; de kantonrechter gaat daarom aan dit verwijt voorbij;
2) bij 60.000 km is de versnellingsbak vervangen; bij repliek heeft [eiser] daartegen ingebracht dat deze vervanging onder garantie is geschied en dat daaruit volgt dat de versnellingsbak gebrekkig was; bij dupliek heeft Vallei Autolease slechts gesteld dat de vervanging onder coulance is geschied, maar dat zij wel de bijkomende kosten, zoals van olie en inbouwen, heeft moeten dragen; daarmee heeft zij de stelling van [eiser] dat de versnellingsbak gebrekkig was onvoldoende gemotiveerd weersproken, zodat dit verweer van Vallei Autolease niet opgaat;
3) er zijn extra kosten voor teveel gereden kilometers in rekening gebracht; nu [eiser] deze kosten kennelijk betaald heeft kan deze omstandigheid naar het oordeel van de kantonrechter echter niet bijdragen aan het verweer van Vallei Autolease; de enkele omstandigheid dat [eiser] meer kilometers heeft gereden dan overeengekomen brengt op zich niet mee dat hij onzorgvuldig met de auto heeft gereden;
4) er is sprake geweest van bovenmatig veel schadegevallen, te weten 11 stuks;
a) [eiser] heeft daartegen bij repliek aangevoerd dat er in drie gevallen sprake is geweest van ruitschade in de vorm van steenslag en dat dit niet verwijtbaar is; Vallei Autolease is daar ten onrechte niet op ingegaan;
b) voorts heeft [eiser] gesteld dat eenmaal sprake is geweest van diefstal, en dat dit niet verwijtbaar is; Vallei Autolease heeft daarop gesteld dat [eiser] onachtzaam is geweest door voor diefstal gevoelige zaken in de auto achter te laten; op zich is dit echter onvoldoende om verwijtbaarheid aan de zijde van [eiser] aan te nemen; dat zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn geweest als hij deze zaken zichtbaar in de auto heeft achtergelaten maar dat heeft Vallei Autolease niet gesteld;
c) met betrekking tot de inbraak van 4 december 2007 (het is de kantonrechter niet duidelijk of dit dezelfde inbraak is als de hiervoor genoemde) stelt Vallei Autolease dat [eiser] het schadeformulier pas heel laat heeft ingeleverd; uit de door haar overgelegde stukken blijkt echter eveneens dat uiteindelijk (kennelijk) de verzekeraar alsnog heeft uitgekeerd en dat [eiser] het eigen risico heeft gedragen; Vallei Autolease heeft aldus geen schade geleden;
d) Vallei Autolease noemt verder schade bij het in- of uitrijden van een parkeergarage omdat [eiser] geen acht zou hebben geslagen op de in- of uitrijhoogte; op zich zou een dergelijke schade kunnen wijzen op onzorgvuldig gebruik, maar deze schadepost is op het overzicht van Vallei Autolease niet terug te vinden;
e) volgens Vallei Autolease heeft [eiser] een bovenmatig beroep gedaan op vervangend vervoer; naar de kantonrechter begrijpt heeft [eiser] (steeds) een beroep gedaan op vervangend vervoer in het geval de auto in verband met reparatie niet beschikbaar was; nu niet is komen vast te staan dat deze reparaties noodzakelijk zijn geworden door onzorgvuldig gebruik door [eiser] kan Vallei Autolease zich ook niet beroepen op de kosten van vervangend vervoer.