ECLI:NL:RBUTR:2010:BO3605

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
10 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
683112 AC 10-1869
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over leaseovereenkomst en schadevergoeding bij auto

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser] en Vallei Autolease B.V. over een leaseovereenkomst voor een auto. De partijen hebben op 1 april 2004 een leaseovereenkomst gesloten voor de duur van 48 maanden, waarbij [eiser] de mogelijkheid had om de auto aan het einde van de looptijd voor € 10.000 over te nemen. Aan het einde van de looptijd eiste Vallei Autolease echter een bedrag van € 13.531,25, onder verwijzing naar een 'exploitatietekort' dat zou zijn ontstaan door onzorgvuldig gebruik van de auto door [eiser]. Dit betwistte [eiser] en hij heeft het bedrag onder protest betaald, waarna hij de auto heeft ontvangen.

De kantonrechter heeft in zijn oordeel vastgesteld dat Vallei Autolease niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde schade en dat [eiser] niet onzorgvuldig met de auto is omgegaan. De rechter oordeelde dat Vallei Autolease niet kon aantonen dat [eiser] tekort is geschoten in zijn verplichtingen uit de leaseovereenkomst. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] toegewezen en Vallei Autolease veroordeeld tot terugbetaling van het meerbedrag, alsook tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral wanneer een partij schadevergoeding eist op basis van vermeend onzorgvuldig gebruik. De rechter heeft ook opgemerkt dat Vallei Autolease niet adequaat heeft gereageerd op de betwisting van de schade door [eiser]. De uitspraak is gedaan op 10 november 2010 door de kantonrechter P. Krepel.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Sector kanton
Locatie Amersfoort
zaaknummer: 683112 AC 10-1869 PK
vonnis d.d. 10 november 2010
inzake
[eiser], wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [eiser],
eisende partij,
gemachtigde: mr. R.M. Rietbergen,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Vallei Autolease B.V.,
gevestigd te Veenendaal,
verder ook te noemen Vallei Autolease,
gedaagde partij,
gemachtigde: C.H. Donkervoort.
1. Het verloop van de procedure
[eiser] heeft een vordering ingesteld.
Vallei Autolease heeft geantwoord op de vordering.
[eiser] heeft voor repliek en Vallei Autolease heeft voor dupliek geconcludeerd.
Hierna is uitspraak bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 1 april 2004 hebben partijen een leaseovereenkomst gesloten voor de duur van 48 maanden. Het overeengekomen aantal kilometers bedroeg 160.000. Inbegrepen waren een WA+Casco-verzekering en “reparatie/onderhoud banden”. Overeengekomen is voorts dat [eiser] aan het einde van de looptijd het voertuig kon overnemen voor € 10.000, .
2.2. Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing.
Art. 6 luidt:
“6.2 Tijdens de looptijd van het Contract kan Lessor de leaseprijs aanpassen in geval van wijziging van:
(…)
e. De kosten voor reparatie, onderhoud en banden voor de resterende looptijd; indien het prijsindexcijfer gezinsconsumptie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, onderdeel autoreparaties en auto-onderdelen, sinds de datum van aflevering c.q. de laatste datum van wijziging met minimaal 5% is gewijzigd.
6.3 De aangepaste leaseprijs geldt vanaf het moment dat de omstandigheden zich hebben gewijzigd. Wanneer het werkelijk gebruik van de Auto meer dan 10% afwijkt van de gecontracteerde kilometers, heeft Lessor het recht de leaseprijs en zonodig ook de contractsduur aan te passen aan het werkelijk gebruik. De aangepaste leaseprijs geldt vanaf de ingebruikname van de Auto en zal worden verrekend met eerder in rekening gebrachte bedragen (…)”.
Art. 12 luidt:
“2.1 Cliënt zal de Auto overeenkomstig de bestemming van de Auto zorgvuldig (doen) gebruiken in overeenstemming met de uitvoering en kwaliteiten van de Auto en ervoor zorgdragen dat deze zich steeds in goede staat bevindt.
2.2 De Auto mag uitsluitend worden gebruikt door een bekwame bestuurder die in het bezit is van een in Nederland geldig rijbewijs. (…)”
Art. 13 luidt:
“13.1 Cliënt verplicht zich de Auto overeenkomstig het onderhoudsschema van de fabrikant te (doen) onderhouden. Reparaties en onderhoudsbeurten dienen te worden uitgevoerd door een officiële dealer van het betreffende automerk conform de bepalingen als vermeld in het lease-insructieboekje. Lessor is te allen tijde gerechtigd controle uit te oefenen op de staat waarin de Auto verkeert.
Cliënt zal tenminste wekelijks het niveau van olie, koel- en remvloeistof, alsmede de bandenspanning controleren en op peil brengen, een en ander in overeenstemming met de voorschriften, zoals vermeld in de bij de Auto behorende handleiding. (…)”.
2.3. Op 26 februari 2008 schrijft Vallei Autolease aan [eiser] dat er met betrekking tot het voertuig een exploitatietekort is opgetreden. Voorgesteld wordt dat [eiser] de auto overneemt voor € 10.000, , te vermeerderen met de helft van het exploitatietekort, in totaal voor € 13.531,25 excl. btw. De gemachtigde van [eiser] heeft Vallei Autolease bericht dat om problemen met de overname te voorkomen [eiser] het aangeboden bedrag zou betalen, echter onder protest en met verzoek het exploitatietekort nader te onderbouwen.
2.4. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over het door Vallei Autolease terugbetalen aan [eiser] van (een gedeelte van) het door [eiser] boven € 10.000, betaalde bedrag.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1. [eiser] vordert veroordeling van Vallei Autolease tot betaling van:
a. € 3.531,25 aan hoofdsom;
b. € 450, aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 29 december 2008 tot de voldoening;
d. de proceskosten.
3.2. [eiser] legt aan zijn vordering het volgende ten grondslag.
Partijen zijn overeengekomen dat hij de auto voor € 10.000, kon overnemen. Ten onrechte maakt Vallei Autolease aanspraak op betaling van een extra bedrag van € 3.531,25 (hierna: het meerbedrag) in verband met schade. [eiser] betwist op onzorgvuldige wijze van de auto gebruik te hebben gemaakt. Voorts betwist hij dat Vallei Autolease de hoogte van de schade naar behoren heeft onderbouwd.
3.3. Vallei Autolease voert verweer. Voor zover nodig zal de kantonrechter daarop in het navolgende ingaan.
4. De beoordeling
4.1. [eiser] heeft het meerbedrag onder protest betaald, waarna Vallei Autolease de auto aan hem heeft geleverd. De kantonrechter leidt hieruit af dat partijen het erover eens zijn dat het [eiser] daarom vrijstaat het beroep van Vallei Autolease op betaling van het meerbedrag als voorwaarde voor de overdracht alsnog aan de rechter voor te leggen.
Naar het oordeel van de kantonrechter komt het er in feite op neer dat [eiser] nakoming vordert van de (oorspronkelijke) overeenkomst dat hij de auto voor € 10.000, kan overnemen.
4.2. Vallei Autolease beroept zich erop dat [eiser] de auto in strijd met art. 12 van de algemene voorwaarden niet zorgvuldig heeft gebruikt, waardoor schade in de vorm van een exploitatietekort is ontstaan.
Voor aanvaarding van dit verweer is onder meer vereist dat [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten in voormelde verplichting om de auto zorgvuldig te gebruiken, dat hij ter zake in verzuim verkeert, en dat daardoor de door Vallei Autolease gestelde schade is ontstaan.
4.3. Vallei Autolease voert dienaangaande samengevat aan dat er bij [eiser] sprake is geweest van extreem veel schadegevallen en bovenmatige slijtage. Daardoor zijn veel reparaties en extra onderhoud nodig geweest en heeft [eiser] bovenmatig een beroep moeten doen op vervangend vervoer.
Ter onderbouwing stelt Vallei Autolease het volgende:
1) per 30.000 km moest er een set banden worden vervangen hetgeen eigenlijk bij 50.000 km van toepassing is; [eiser] heeft daartegen bij repliek aangevoerd dat vervanging bij 30.000 km niet extreem is; Vallei Autolease is daarop bij dupliek niet gemotiveerd ingegaan en heeft geen bewijs overgelegd (bijvoorbeeld in de vorm van een specificatie van de fabrikant) noch een bewijsaanbod gedaan; de kantonrechter gaat daarom aan dit verwijt voorbij;
2) bij 60.000 km is de versnellingsbak vervangen; bij repliek heeft [eiser] daartegen ingebracht dat deze vervanging onder garantie is geschied en dat daaruit volgt dat de versnellingsbak gebrekkig was; bij dupliek heeft Vallei Autolease slechts gesteld dat de vervanging onder coulance is geschied, maar dat zij wel de bijkomende kosten, zoals van olie en inbouwen, heeft moeten dragen; daarmee heeft zij de stelling van [eiser] dat de versnellingsbak gebrekkig was onvoldoende gemotiveerd weersproken, zodat dit verweer van Vallei Autolease niet opgaat;
3) er zijn extra kosten voor teveel gereden kilometers in rekening gebracht; nu [eiser] deze kosten kennelijk betaald heeft kan deze omstandigheid naar het oordeel van de kantonrechter echter niet bijdragen aan het verweer van Vallei Autolease; de enkele omstandigheid dat [eiser] meer kilometers heeft gereden dan overeengekomen brengt op zich niet mee dat hij onzorgvuldig met de auto heeft gereden;
4) er is sprake geweest van bovenmatig veel schadegevallen, te weten 11 stuks;
a) [eiser] heeft daartegen bij repliek aangevoerd dat er in drie gevallen sprake is geweest van ruitschade in de vorm van steenslag en dat dit niet verwijtbaar is; Vallei Autolease is daar ten onrechte niet op ingegaan;
b) voorts heeft [eiser] gesteld dat eenmaal sprake is geweest van diefstal, en dat dit niet verwijtbaar is; Vallei Autolease heeft daarop gesteld dat [eiser] onachtzaam is geweest door voor diefstal gevoelige zaken in de auto achter te laten; op zich is dit echter onvoldoende om verwijtbaarheid aan de zijde van [eiser] aan te nemen; dat zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn geweest als hij deze zaken zichtbaar in de auto heeft achtergelaten maar dat heeft Vallei Autolease niet gesteld;
c) met betrekking tot de inbraak van 4 december 2007 (het is de kantonrechter niet duidelijk of dit dezelfde inbraak is als de hiervoor genoemde) stelt Vallei Autolease dat [eiser] het schadeformulier pas heel laat heeft ingeleverd; uit de door haar overgelegde stukken blijkt echter eveneens dat uiteindelijk (kennelijk) de verzekeraar alsnog heeft uitgekeerd en dat [eiser] het eigen risico heeft gedragen; Vallei Autolease heeft aldus geen schade geleden;
d) Vallei Autolease noemt verder schade bij het in- of uitrijden van een parkeergarage omdat [eiser] geen acht zou hebben geslagen op de in- of uitrijhoogte; op zich zou een dergelijke schade kunnen wijzen op onzorgvuldig gebruik, maar deze schadepost is op het overzicht van Vallei Autolease niet terug te vinden;
e) volgens Vallei Autolease heeft [eiser] een bovenmatig beroep gedaan op vervangend vervoer; naar de kantonrechter begrijpt heeft [eiser] (steeds) een beroep gedaan op vervangend vervoer in het geval de auto in verband met reparatie niet beschikbaar was; nu niet is komen vast te staan dat deze reparaties noodzakelijk zijn geworden door onzorgvuldig gebruik door [eiser] kan Vallei Autolease zich ook niet beroepen op de kosten van vervangend vervoer.
4.4. Vallei Autolease heeft zich nog op een aantal andere bepalingen uit de algemene voorwaarden beroepen, maar dat kan haar niet baten, nu deze bepalingen haar standpunt niet ondersteunen.
4.5. Op grond van bovengenoemde omstandigheden en overwegingen is de kantonrechter van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [eiser] de auto onzorgvuldig heeft gebruikt.
4.6. Ook de omvang van de schade is onvoldoende door Vallei Autolease aangetoond. Zij heeft volstaan met verwijzing naar het door [eiser] overgelegde overzicht, dat zij in een eerder stadium aan [eiser] had toegezonden. [eiser] heeft gesteld dat dit overzicht niet duidelijk is. Vallei Autolease is daarop onvoldoende ingegaan. Ook voor de kantonrechter is het overzicht onvoldoende duidelijk.
4.7. Het had naar het oordeel van de kantonrechter overigens op de weg van Vallei Autolease gelegen dat zij, zodra zij merkte dat naar haar oordeel te hoge kosten werden gemaakt, [eiser] op zijn rijgedrag had aangesproken. Zij vindt dat zelf kennelijk ook want zij stelt dat zij dat ook gedaan heeft. [eiser] heeft dit echter bij repliek betwist. Bij dupliek heeft Vallei Autolease daartoe verwezen naar de door haar overgelegde productie 1. Daaruit blijkt echter niet dat [eiser] op zijn rijgedrag is aangesproken. Evenmin heeft Vallei Autolease een relevant bewijsaanbod gedaan.
4.8. De slotsom is dat Vallei Autolease voor overname van de auto ten onrechte aanspraak heeft gemaakt op betaling van het meerbedrag, en dat de vordering van [eiser] toewijsbaar is.
4.9. [eiser] heeft een bedrag van € 450, aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Hij stelt dat deze kosten niet onder de dekking van zijn rechtsbijstandsverzekering vallen. Vallei Autolease heeft dit niet betwist. Naar het oordeel van de kantonrechter rechtvaardigt de voorafgaand aan de procedure namens [eiser] gevoerde correspondentie toewijzing van deze kosten. Ook de omvang daarvan is overeenkomstig de zgn. staffel in rapport Voorwerk II.
4.10. In totaal zal daarom worden toegewezen € 3.531,25 + € 450, = € 3.981,25.
4.11. Vallei Autolease zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- explootkosten € 91,50
- vast recht € 208,00
- salaris gemachtigde € 400,00 (2 punten x tarief € 200,00)
Totaal € 699,50
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt Vallei Autolease om aan [eiser] tegen bewijs van kwijting te betalen € 3.981,25 met de wettelijke rente over
€ 3.531,25 vanaf 29 december 2008 tot de voldoening;
veroordeelt Vallei Autolease tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser], tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 699,50 waarin begrepen € 400, aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Krepel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 november 2010.