ECLI:NL:RBUTR:2010:BO2907

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
22 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
263237 / HA ZA 09-51722 september 2010
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag met wederzijds goedvinden en de uitleg van gemaakte afspraken tussen Connexxion en [eiser]

In deze zaak hebben partijen overeenstemming bereikt over de voorwaarden voor een ontslag met wederzijds goedvinden, maar zijn zij het oneens over de uitleg van de gemaakte afspraken. De rechtbank oordeelt dat de afspraken die partijen zonder voorbehoud hebben gemaakt voldoende duidelijk zijn over de wederzijdse verplichtingen en dat er sprake is van definitieve overeenstemming over een minnelijke regeling. Connexxion is in beginsel gehouden de overeenkomst na te komen, maar de rechtbank kan Connexxion niet veroordelen om iets te doen wat feitelijk onmogelijk is zonder de medewerking van Transdev. Daarom wordt Connexxion veroordeeld tot betaling van de subsidiair gevorderde schadevergoeding aan [eiser].

De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiser] recht heeft op een schadevergoeding van € 842.265,00 bruto, vermeerderd met wettelijke rente, als gevolg van het niet nakomen van de septemberovereenkomst. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat Connexxion ook de bonus van € 313.367,00 bruto aan [eiser] moet betalen, evenals de proceskosten die zijn begroot op € 21.078,98. De rechtbank heeft de vordering van [eiser] tot betaling van juridische kosten afgewezen, omdat deze niet gespecificeerd was en Connexxion niet meer in redelijkheid kon vertrouwen dat deze kosten vergoed zouden worden na de afzegging van de aandeelhoudersvergadering.

De rechtbank heeft de rechtsgeldigheid van de septemberovereenkomst bevestigd en de vorderingen van [eiser] grotendeels toegewezen, terwijl het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank en is openbaar uitgesproken op 22 september 2010.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK UTRECHT
263237 / HA ZA 09-51722 september 2010
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 263237 / HA ZA 09-517
Vonnis van 22 september 2010
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. F.B.J. Grapperhaus,
tegen
de naamloze vennootschap
CONNEXXION HOLDING N.V.,
statutair gevestigd te Utrecht en kantoorhoudende te Hilversum,
gedaagde,
advocaat mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna [eiser] en Connexxion genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
het tussenvonnis van 13 mei 2009,
het proces-verbaal van comparitie van 26 augustus 2009,
de brief van mr. Grapperhaus van 1 september 2009,
de conceptakte overlegging producties van 7 september 2009 die de rechtbank heeft aangetroffen bij de pleidooistukken,
de conclusie van repliek,
de conclusie van dupliek,
de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnota's en
producties 72 en 73.
1.2. Tot slot is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser], geboren op [1950], is per 1 augustus 2001 in dienst getreden als directeur bij Connexxion. De raad van commissarissen van Connexxion heeft [eiser] bij besluit van 1 juli 2001 met ingang van 1 augustus 2001 benoemd tot lid van de raad van bestuur, tevens statutair directeur. [eiser] is sinds 2003 voorzitter van de raad van bestuur van Connexxion geweest.
2.2. In de arbeidsovereenkomst die Connexxion en [eiser] op 30 juli 2001 hebben gesloten is in artikel 13 een bepaling opgenomen met betrekking tot de schadeloosstelling die [eiser] toekomt bij einde dienstverband. Artikel 13 lid 2 bepaalt dat bij de vaststelling van de grootte van de schadeloosstelling alle dan relevante omstandigheden zoals leeftijd, diensttijd en kansen op de arbeidsmarkt in aanmerking worden genomen. Voorts is vastgelegd dat de schadeloosstelling zal worden gerelateerd aan hetgeen in de jurisprudentie in vergelijkbare gevallen gebruikelijk is, echter niet minder zal bedragen dan zes maal het bruto maandsalaris.
2.3. Op 1 mei 2005 zijn [eiser] en Connexxion een nieuwe arbeidsovereenkomst (hierna: de arbeidsovereenkomst) met elkaar aangegaan met gewijzigde arbeidsvoorwaarden. De schadeloosstelling waarop [eiser] aanspraak kon maken is op twee punten gewijzigd. In de eerste plaats is de minimale hoogte in artikel 13.2 bepaald op één bruto jaarsalaris. In de tweede plaats is in artikel 13.4 en 13.5 een zogenaamde “change of control” regeling opgenomen. Deze regeling geeft [eiser] naast de in artikel 13.2 opgenomen schadeloosstelling additioneel aanspraak op een supplementaire schadeloosstelling van twee bruto jaarsalarissen, verminderd met het bedrag gelijk aan het aantal maandsalarissen gelegen tussen het tijdstip van de change of control en het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. Onder change of control wordt op grond van artikel 13.5 ook verstaan het aantreden van een nieuwe aandeelhouder met een aanmerkelijk belang.
2.4. De Staat der Nederlanden (hierna: de Staat) was meerderheidsaandeelhouder van Connexxion tot 12 oktober 2007. Bij overeenkomst van die datum heeft de Staat de meerderheid van de aandelen overgedragen aan Transdev-BNG-Connexxion Holding B.V. Transdev-BNG is een houdstervennootschap wier activiteit uitsluitend bestaat uit het houden van het gecombineerde belang van Transdev en BNG in Connexxion. BNG behoort toe aan de Staat.
2.5. In de samenwerking tussen Transdev als nieuwe (uiteindelijke) meerderheidsaandeelhouder en [eiser] zijn problemen ontstaan. Transdev vond [eiser] niet langer de juiste persoon om Connexxion te leiden en heeft daarover overleg gevoerd met de Staat.
2.6. Op 26 augustus 2008 is [eiser] in een gesprek medegedeeld dat de algemene vergadering van aandeelhouders voornemens was hem te ontslaan. Bij brief van dezelfde datum is hij uitgenodigd voor een buitengewone vergadering van aandeelhouders van Connexxion te houden op 25 september 2008. Op de agenda stond het voorstel tot ontslag van [eiser].
2.7. Bij e-mail van 29 augustus 2008 heeft [eiser] geprotesteerd. Hij heeft betwist dat er gegronde redenen voor ontslag waren.
2.8. Transdev en de Staat hebben in samenspraak met de raad van commissarissen
dr. [X] aangewezen om met [eiser] te onderhandelen over een ontslag met wederzijds goedvinden. [X] was op voordracht van de Staat lid van de raad van commissarissen.
2.9. Het standpunt van de Staat in de onderhandelingen was dat bestuurders van staatsdeelnemingen conform de normen van de code Tabaksblat bij vertrek maximaal één jaarsalaris als vergoeding mee konden krijgen. Het standpunt van [eiser] in de onderhandelingen was dat de arbeidsovereenkomst van 1 mei 2005 recht gaf op betaling van een vergoeding op basis van de kantonrechtersformule, doch tenminste één jaar bruto salaris, vermeerderd met de restant periode van de change of control bepaling. Zwaarwegende aspecten voor [eiser] waren verder pensioenschade, het mislopen van vroegpensioen en de inkomensschade die hij zou leiden omdat de Staat per se alleen maar een vergoeding ineens wilde laten zien van één jaarsalaris.
2.10. [X] heeft een voorstel geformuleerd en per e-mail van 4 september 2008 verstuurd aan [Y] (tot 1 oktober 2008 President Directeur van Transdev),
[Z] (tot 16 oktober 2008 voorzitter RvC van Connexxion), [A] (Directeur HRM bij Connexxion) en [B] (verantwoordelijk ambtenaar bij het Ministerie van Financiën ter zake het aandeelhouderschap van Connexxion). Het voorstel komt er op neer dat [eiser] per 1 januari 2009 zou aftreden als bestuurder van Connexxion, waarbij hem een ontslagvergoeding betaald zou worden van één jaarsalaris inclusief een gemiddelde korte termijn bonus over de laatste drie jaren. Daarnaast zou [eiser] tot 1 mei 2012, de datum van zijn vroegpensioen, in dienst bij Connexxion blijven tegen een salaris gelijk aan zijn laatstgenoten vaste jaarsalaris onder verrekening van de ontslaguitkering. Gedurende de periode tussen 1 januari 2009 en 1 mei 2012 zou [eiser] bij Transdev worden gedetacheerd als speciaal adviseur van Transdev. Transdev zou de kosten daarvan dragen.
2.11. Het voorstel is verwoord in een bijlage bij de e-mail en luidt als volgt:
'DRAFT
Summary PK
The letter by the shareholders of 26 August 1008 is withdrawn.
PK resigns as CEO per 01-01-2009; effectively his tasks are handed over immediately an PK is available for assisting a smooth transfer until 01-01-2009.
- The short bonus 2008 and long term bonus 2008 will be decided upon by the Remuneration Committee of the Supervisory Board; in doing so the contractual criteria will be applied in the usual way and fully in accordance with the remuneration policy of the company as approved by the shareholders.
Effective 01-01-2009 PK becomes a special advisor to Transdev until 01-05-2012
During the period 01-01-2009 to 01-05-2012 PK stays on the payroll of CXX;
financially CXX will be fully compensated for all costs during this period (the dutch structure of 'detachering')
- 01-01-2009 PK will receive a lumpsum for stepping down as CEO which is fully in accordance with the Tabaksblat Code (i.e. 1 year base salary + bonus, where the bonus component is calculated as the average of the short term bonuses of the past 3 years
- As a special advisor PK will receive an annual salary equal to his current base salary minus 12/40 x the lumpsum payment under the Tabaksblat Code
- Ultimately 01-05-2012 Transdev will pay the pension premiums for the remaining period from 01-05-2012 to PK's 65th birthday.
- CXX ([A]) will arrange with the pension fund that PK's base salary for pension purposes remains at its current level.
- MoF will defend the arrangements in Parlement and in doing so will explicitly mention PK's merits for the company during the past seven years.
For all calculations the following data will be applied:
Premises
Date in sevice 01-08-2001
Date or birth [1950]
Base salary € 330.000,=
Notice period 6 months
Short term bonus (STB)
2005 € 127.050
2006 € 112.200
2007 € 102.300 (average 2005-2007: € 113.850)
Long term bonus (LTB)
2005 € 66.000
2006 € 99.000
2007 € 206.580 (average 2005-2007: € 123.860)
Therefore, to be received by PK (gross of taxes):
base salary remaining months of 2008
short term bonus 2008 and long term bonus 2008
effective 01-01-2009: 330.000 (1 year base salary) + 113.850 (average short term bonus) = 443.850
as of 01-01-2009: a monthly salary of 16.403,74 during 40 months (until 01-05-2012)
(calculation: 330.000/12 – 443.850/40 = 16.403,75)'
2.12. [Y] heeft op 5 september 2008 per e-mail bericht dat hij het voorstel accepteert indien de Staat het voorstel accepteert. [B] heeft op 8 september 2008 aan [X] bericht dat de Minister akkoord is. [X] heeft vervolgens aan [Y], [Z], [C] en [A] bericht dat zowel de Minister als [eiser] akkoord zijn en dat de volgende stap de uitwerking van de overeenkomst in een schriftelijk contract zou zijn. [X] heeft voorgesteld mr. Duk als onafhankelijk advocaat namens Connexxion en mr. Grapperhaus namens [eiser] hierover te laten onderhandelen.
2.13. Connexxion heeft de bijzondere aandeelhoudersvergadering van 25 september 2008 bij e-mail van 15 september 2008 aan [eiser] afgezegd vanwege het met hem bereikte akkoord. [eiser] heeft bij e-mail van 16 september 2008 bevestigd dat de overeenstemming inderdaad vastligt in de draft van [X].
2.14. Op voorstel van [X] hebben mr. Duk en mr. Grapperhaus de eerste concepten gemaakt voor de uitwerking van de septemberovereenkomst. Connexxion heeft deze concepten omstreeks 24 september 2008 door mr. Duk laten toesturen aan de advocaten van de Staat en Transdev, respectievelijk mr. R. van de Klashorst en mr. P.H.E. Voûte. Het betreft:
een vaststellingsovereenkomst tussen Connexxion en [eiser],
een arbeidsovereenkomst tussen Connexxion en [eiser],
een detacheringsovereenkomst tussen Connexxion en Transdev-BNG Holding B.V. en [eiser],
een aanvullende overeenkomst tussen Connexxion en Transdev-BNG Holding BV.
Deze concepten zijn overgelegd als productie 29 bij dagvaarding.
2.15. [X] heeft op 8 oktober 2008 aan mrs. Duk en Grapperhaus bericht dat het overleg tussen de aandeelhouders is vastgelopen op de houding van de Staat, dat de Staat een eenmalige vergoeding van € 700.000,- heeft geboden, maar dat voor de overige partijen duidelijk was dat in dit voorstel geen basis voor een regeling gevonden zou kunnen worden.
2.16. Transdev heeft op of omstreeks 8 oktober 2008 voorgesteld het bedrag dat gemoeid is met de adviseursovereenkomst ineens te betalen aan [eiser]. Transdev heeft dit bedrag berekend op € 1.118.050,- bruto.
2.17. Connexxion heeft op 9 oktober 2008 een e-mail verstuurd aan mr. Grapperhaus waaruit blijkt dat Connexxion nog steeds wilde meewerken aan de uitwerking van de afspraken van september 2008. Connexxion heeft vervolgens de vaststellingsovereenkomst ondertekend en een bonusbrief opgesteld. De betreffende documenten zijn op 10 oktober 2008 aan [eiser] toegezonden.
2.18. De bonusbrief is ondertekend door de voorzitter van de raad van commissarissen. De korte termijn bonus 2008 is vastgesteld op € 100.000,- bruto. De lange termijn bonus 2006-2008 is vastgesteld op € 292.017,- bruto.
2.19. Op 10 oktober 2008 heeft [X] bericht dat hij met onmiddellijke ingang ontslag neemt als lid van de raad van commissarissen van Connexxion. De directe aanleiding vormde de weigering van Transdev om mee te werken aan de uitwerking van de volgens [X] twee belangrijkste elementen van het septemberakkoord, te weten 'a consultancy agreement and no lump sum payment'.
2.20. Daarna is op initiatief van [D], lid van de raad van bestuur van Connexxion, nog door partijen gesproken over een nieuwe uitwerking van de septemberovereenkomst. Dat heeft niet tot overeenstemming geleid.
2.21. Op 10 november 2008 heeft Connexxion [eiser] opgeroepen voor een nieuwe buitengewone vergadering van aandeelhouders (bava) op 27 november 2008. Op de agenda stond het voornemen tot ontslag van [eiser]. Voor wat betreft de gronden voor het voorstel werd verwezen naar de brief van 26 augustus 2008. Tijdens de bava is ondanks verweer van [eiser] besloten hem met onmiddellijke ingang te ontslaan als statutair directeur en als werknemer onder betaling van een bedrag van € 165.000,- bruto vanwege de niet genoten opzegtermijn van zes maanden.
2.22. Connexxion heeft na de datum van ontslag aan [eiser] betaald:
€ 443.850,00 bruto als ontslagvergoeding op grond van de door haar ondertekende vaststellingsovereenkomst,
€ 165.000,00 bruto als vergoeding voor de niet genoten opzegtermijn van zes maanden,
€ 27.060,00 bruto als vergoeding voor niet genoten pensioenpremies.
2.23. Bij brief van 29 april 2009 heeft de nieuwe voorzitter van de raad van commissarissen aan [eiser] bericht dat de korte termijn bonus over 2008 nihil bedraagt en dat de lange termijn bonus over de periode 2005-2008 € 78.650,00 bruto bedraagt. Laatstgenoemd bedrag is in mei 2009 betaald.
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert - samengevat – na wijziging van eis:
een verklaring voor recht dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen op 8 september 2008 die is omschreven in paragraaf 1.2 van de dagvaarding (punt 2.11. van dit vonnis),
Connexxion te veroordelen
I
primair:
uitvoering te geven aan de 5 september overeenkomst en deze onverkort na te komen onder verbeurte van een dwangsom ineens van € 100.000,00 en van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat Connexxion in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag dat Connexxion uitvoering geeft aan de 5 september overeenkomst;
subsidiair:
aan [eiser] een bedrag aan schadevergoeding te voldoen ten bedrage van
€ 1.478.175,00 bruto te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, een en ander onder aftrek van hetgeen aan [eiser] reeds is uitbetaald;
meer subsidair:
aan [eiser] een bedrag te voldoen van € 1.813.655,80 bruto op grond van de artikelen 13.1, 13.2 en 13.4 van de arbeidsovereenkomst, te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente, onder aftrek van hetgeen reeds aan [eiser] is uitbetaald;
II
aan [eiser] een bedrag te voldoen in verband met de uitbetaling van de lange en korte termijn bonus 2006-2008 van € 313.367,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente,
III
aan [eiser] te voldoen de buitengerechtelijke kosten van € 74.728,93 voor zover deze kosten nog niet zijn voldaan, vermeerderd met wettelijke rente,
IV
aan [eiser] te voldoen de kosten van dit geding.
3.2. Connexxion voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Partijen zijn het er over eens dat zij in september 2008 overeenstemming hebben bereikt over de voorwaarden waaronder een ontslag met wederzijds goedvinden zou gaan plaatsvinden. Die voorwaarden liggen vast in de hiervoor geciteerde draft van [X] bij zijn e-mail van 4 september. Zij verschillen van mening over de uitleg en de betekenis van de toen door hen gemaakt afspraken.
4.2. Volgens [eiser] is in september 2008 een overeenkomst tot stand gekomen die voldoende duidelijk was over de verplichtingen van partijen over en weer en die dus kon worden uitgevoerd. Hij vordert daarom primair nakoming van deze overeenkomst.
4.3. Volgens Connexxion was geen sprake van een partijen bindende overeenkomst die uitgevoerd kon worden, maar van een onderhandelingsakkoord dat nog op wezenlijke punten moest worden uitgewerkt om juridisch bindend te kunnen zijn. Connexxion stelt dat alleen de afspraken omtrent beëindigingsvergoeding en bonus voldoende duidelijk waren om uitgevoerd te kunnen worden. Zij stelt dat nu juist het element van 'special advisor to Transdev' wel nadere uitwerking behoefde en dat bij die uitwerking dit element onuitvoerbaar is gebleken. Als gevolg hiervan hebben partijen volgens Connexxion geen rechtens perfecte overeenstemming bereikt.
4.4. Connexxion stelt dat bij de uitwerking van de septemberovereenkomst is gebleken dat de wil van [eiser] in werkelijkheid niet gericht was op het verrichten van werkzaamheden als adviseur voor Transdev. Zij stelt dat dit blijkt uit de door [eiser] bij de uitwerking van het septemberakkoord voorgestelde bepalingen dat:
i) de adviseursovereenkomst niet tussentijds kon worden beëindigd,
ii) dat salarisbetalingen ook zouden plaatsvinden, indien in enige periode ongeacht de oorzaak daarvan geen werkzaamheden zouden worden verricht,
iii) dat [eiser] zou zijn toegestaan naast zijn adviseurswerkzaamheden andere betaalde en onbetaalde werkzaamheden te verrichten, en
iv) dat bij overlijden van [eiser] het nog niet betaalde salaris tot 1 mei 2012 als een lumpsum vordering aan diens erfgenamen zou toekomen.
Hiermee kwam volgens Connexxion vast te staan dat [eiser] een uitgewerkte afspraak voor ogen stond, die alle kenmerken van een bovenmatige beëindigingsvergoeding had. Daarmee kon de Staat in ieder geval niet akkoord gaan, omdat zij op generlei wijze betrokken wilde zijn bij een oplossing waarbij [eiser] van Connexxion als ontslagvergoeding materieel meer zou ontvangen dan één jaarsalaris. Transdev was volgens Connexxion ook tegen een pro forma adviseurschap, mede in verband met strijd met het Franse strafrecht.
4.5. [eiser] betwist dat hij een pro forma adviseurschap voor ogen had en dat hij bij de uitwerking van de septemberovereenkomst voorstellen heeft gedaan die daarop wijzen. [eiser] voert aan dat zijn advocaat in overleg met de advocaat van Connexxion de concepten heeft opgesteld en dat Connexxion toen geen bezwaar heeft gemaakt. Hij erkent dat hij de hiervoor genoemde bepalingen onder i, ii en iii heeft voorgesteld. Dit zijn volgens [eiser] standaardbepalingen die zijn ingegeven door de wens om zeker te stellen dat hij betaald zou worden. Volgens [eiser] waren deze bepalingen nodig omdat in de overeenkomst niet was vastgelegd hoeveel uren hij ging werken. [eiser] stelt verder dat hij bereid was te onderhandelen, maar dat Connexxion, de Staat of Transdev nooit enig overleg met hem hebben willen voeren over de inhoudelijke invulling van het adviseurschap. [eiser] ontkent dat hij de bepaling onder iv heeft voorgesteld. In feite komt het volgens [eiser] hier op neer: de Staat wilde – ondanks het door Minister Bos in september gegeven akkoord – later niet meer meewerken aan de uitvoering van de septemberovereenkomst. Transdev wilde wel meewerken, maar niet als de Staat niet wilde meewerken. Connexxion kon vervolgens niet meewerken, omdat de achterliggende aandeelhouders niet meer wilden meewerken. [eiser] benadrukt dat partijen in september geen voorbehoud hebben gemaakt en dat zij ook niet zijn overeengekomen dat het akkoord achteraf nog kon worden ingetrokken.
4.6. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de afspraken die partijen in september 2008 hebben gemaakt voldoende duidelijk over de verplichtingen over en weer om uitgevoerd te kunnen worden. Uit de tekst van de draft van [X] blijkt dat partijen zijn overeengekomen dat [eiser] als tegenprestatie voor het vrijwillig neerleggen van het voorzitterschap van de raad van bestuur naast een geldbedrag, en erkenning voor zijn verdiensten voor Connexxion in de afgelopen zeven jaar, ook een nieuw dienstverband zou krijgen als speciaal adviseur bij Connexxion. Partijen zijn het er over eens dat de afspraken over het geldbedrag uitgevoerd konden worden. De rechtbank oordeelt dat ook het nieuwe dienstverband in de draft van [X] voldoende bepaald is. Partijen hebben immers vastgelegd dat [eiser] tegen een bepaald salaris in dienst zou treden bij Connexxion in de functie van speciaal adviseur en dat hij zou worden gedetacheerd bij Transdev (“the Dutch Construction of detachering”). Dat partijen niet meteen hebben vastgelegd welke advieswerkzaamheden [eiser] zou gaan verrichten, maakt de overeenkomst niet onuitvoerbaar. Beide partijen hebben gesteld dat hun wil in september 2008 gericht was op het sluiten van een reële nieuwe arbeidsovereenkomst en dat [eiser] als adviseur een reële arbeidsprestatie zou gaan leveren waar tegenover een beloning zou staan. Op dat punt was dus sprake van wilsovereenstemming.
4.7. De rechtbank verwerpt de stelling van Connexxion dat zij uit de voorgestelde bepalingen onder i, ii en iii mocht opmaken dat de wil van [eiser] in werkelijkheid alleen gericht was op een fictief dienstverband. De tekst van deze bepalingen hoeft op zichzelf niet in strijd te zijn met het karakter van een arbeidsovereenkomst. Bovendien heeft Connexxion niet gesteld, en is ook niet gebleken, dat schrapping of wijziging van deze bepalingen voor [eiser] onaanvaardbaar was. Het had op de weg van Connexxion gelegen om te overleggen over de conceptcontracten en de volgens haar onaanvaardbare bepalingen daarin. Zij had zonodig zelf voorstellen kunnen doen voor een in haar visie betere schriftelijke uitwerking. Dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft zelfs nooit met [eiser] gesproken over de feitelijke invulling van zijn adviseurschap. Ook de aandeelhouders hebben dat nooit gedaan. [eiser] heeft dit tijdens de comparitie van partijen onweersproken verklaard.
4.8. De rechtbank heeft de bepaling zoals hiervoor vermeld onder iv niet gevonden in de concepten die partijen aan de rechtbank hebben overgelegd (producties 29 en 68). De stelling dat [eiser] deze bepaling heeft voorgesteld moet bij gebreke van voldoende feitelijke onderbouwing dan ook worden verworpen. Overigens geldt ook voor deze bepaling dat niet is gesteld of gebleken dat Connexxion een poging heeft gedaan om met [eiser] tot overeenstemming te komen.
4.9. De Staat en Transdev hebben in oktober 2008 voorstellen gedaan om alsnog tot een geheel andere ontslagregeling te komen. De Staat heeft een eenmalige vergoeding van
€ 700.000,00 voorgesteld. Transdev heeft een afkoopsom van € 1.118.050,00 voorgesteld. De Staat en Transdev hebben in september 2008 echter onvoorwaardelijk ingestemd met de door Connexxion en [eiser] getroffen regeling. Het stond hen niet meer vrij om daarop terug te komen. Dat wordt niet anders doordat de opstelling van de Staat, naar Connexxion stelt, is ingegeven door de wens haar breed gesteunde beleid door te voeren, om bezoldiging van bestuurders van staatsdeelnemingen of ondernemingen die (mede) met publiek geld gefinancierd zijn te beperken tot in de maatschappij aanvaardbare hoogtes.
4.10. Naar het oordeel van de rechtbank is Connexxion in beginsel gehouden de overeenkomst van september 2008 alsnog na te komen. Toch zal de rechtbank de primaire vordering niet toewijzen. De rechtbank kan Connexxion namelijk niet veroordelen om iets te doen wat feitelijk voor haar onmogelijk is. Partijen zijn overeengekomen dat [eiser] per 1 januari 2009 in een specifieke functie bij Connexxion in dienst zou treden en gedetacheerd zou worden in de functie van speciaal adviseur van Transdev. Connexxion kan zonder medewerking van Transdev, die ontbreekt, niet bewerkstelligen dat [eiser] als speciaal adviseur zinvolle werkzaamheden voor Transdev kan verrichten. Daarom zal de rechtbank Connexxion veroordelen tot betaling van de subsidiair gevorderde schadevergoeding.
4.11. Tijdens het pleidooi heeft [eiser] de schade als gevolg van het niet nakomen van de septemberovereenkomst begroot. Connexxion heeft deze begroting erkend. De rechtbank neemt de begroting onder punt 10.7 van de pleitnota over. Dat betekent dat aan [eiser] kan worden toegewezen € 1.478.175,00 minus € 635.910,00 derhalve
€ 842.265,00 bruto. De wettelijke verhoging kan niet worden toegewezen omdat deze schadevergoeding niet valt onder het in geld vastgesteld loon als bedoeld in artikel 7:625 BW. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag der dagvaarding, derhalve vanaf 17 februari 2009.
4.12. [eiser] vordert ook betaling van de bonus die hem bij brief van 10 oktober 2008 is toegekend. Connexxion betwist dat de brief van 10 oktober 2008 een zelfstandige en Connexxion bindende toezegging is. Volgens Connexxion heeft de toenmalige voorzitter van de raad van commissarissen in oktober 2008 de bonus geschat. Op basis van de werkelijke resultaten valt deze volgens Connexxion veel lager uit. Connexxion stelt voorts dat de brief van 10 oktober 2008 niet los kan worden gezien van de poging een minnelijke regeling te treffen. Zij stelt dat [eiser] tegen de achtergrond van zijn arbeidsovereenkomst en het onderhandelingsakkoord van september niet mocht vertrouwen op onvoorwaardelijke toekenning van de in de brief van oktober genoemde bonus, zonder een perfecte overeenstemming tussen partijen over een minnelijke regeling.
4.13. Hiervoor heeft de rechtbank al geoordeeld dat de afspraken die partijen in september 2008 zonder voorbehoud hebben gemaakt, voldoende duidelijk zijn over de verplichtingen over en weer om uitgevoerd te kunnen worden. Er is dus sprake van definitieve overeenstemming tussen partijen over een minnelijke regeling. Dat brengt mee dat het verweer van Connexxion op dit punt niet opgaat. De rechtbank zal Connexxion dus veroordelen tot betaling van € 392.017,00 minus € 78.650,00 derhalve € 313.367,00 bruto. De wettelijke rente kan als gevorderd worden toegewezen vanaf de eerste dag van verzuim. Voor wettelijke verhoging op grond van artikel 7:625 BW is in de omstandigheden van dit geval geen plaats.
4.14. [eiser] vordert verder veroordeling van Connexxion in de werkelijk gemaakt juridische (en fiscale) kosten groot € 74.728,93. [eiser] baseert zijn vordering op artikel 4 van de door Connexxion ondertekende vaststellingsovereenkomst. Daarin staat dat Connexxion aan [eiser] vergoedt de kosten van verleende juridische en fiscale advisering op basis van een rechtstreeks aan Connexxion gerichte gespecificeerde factuur. Volgens Connexxion gold deze afspraak slechts tot het moment dat de overeenstemming finaal was dan wel duidelijk was dat geen overeenstemming zou worden bereikt. Dat laatste was volgens Connexxion eind oktober 2008 het geval.
4.15. Het staat vast dat partijen in september 2008 overeenstemming hebben bereikt over een ontslag met wederzijds goedvinden. In dat kader heeft Connexxion blijkens de door haar ondertekende vaststellingsovereenkomst aan [eiser] toegezegd om de door hem gemaakte kosten voor juridische en fiscale advisering te betalen. Rond 10 november 2008 heeft [eiser] de oproep voor de buitengewone vergadering van aandeelhouders van 27 november 2008 ontvangen. Vanaf dat moment had voor hem duidelijk moeten zijn dat een ontslag met wederzijds goedvinden niet meer zou plaatsvinden. Naar het oordeel van de rechtbank mocht hij er vanaf dat moment dan ook niet meer in redelijkheid op vertrouwen dat Connexxion zijn juridische kosten voor haar rekening zou nemen. Een andere uitleg van de vaststellingsovereenkomst gaat te ver en is in ieder geval in strijd met redelijkheid en billijkheid. [eiser] heeft zijn vordering tot betaling van juridische kosten niet gespecificeerd in de tijd. Hij heeft ook niet gespecificeerd welk bedrag Connexxion reeds heeft betaald, terwijl uit de stukken wel blijkt dat Connexxion op deze post iets heeft betaald. Zijn vordering ter zake van buitengerechtelijke kosten kan daarom niet worden toegewezen.
4.16. In verband met de meer subsidiaire vorderingen zijn partijen uitvoerig ingegaan op de vraag of artikel 13 van de arbeidsovereenkomst, en dan in het bijzonder de change of control clausule in artikel 13.4 rechtsgeldig is. Volgens Connexxion is die clausule nietig omdat zij door de raad van commissarissen en [eiser] in strijd met het door de aandeelhouders vastgestelde bezoldigingsbeleid tot stand is gebracht. Zij verwijst naar artikel 2:135 BW. Volgens [eiser] is deze clausule wel rechtsgeldig tot stand gekomen en wisten de aandeelhouders eind 2008 dat de regeling uit de arbeidsovereenkomst van 2005 bij zijn ontslag zou moeten worden toegepast. De rechtbank komt niet toe aan de beslissing van hetgeen partijen op dit punt verdeeld houdt. Omdat de rechtbank oordeelt dat partijen met de 5 september overeenkomst een bindende ontslagregeling zijn overeengekomen behoeft zij de vraag naar de geldigheid van artikel 13.4 van de arbeidsovereenkomst niet te beantwoorden. Zij kan dus ook in het midden laten of [eiser] op grond van de arbeidsovereenkomst aanspraak zou hebben op een hogere ontslagvergoeding dan op grond van de septemberovereenkomst, hetgeen [eiser] gemotiveerd betoogt en Connexxion gemotiveerd betwist.
4.17. Connexxion zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 85,98
- vast recht 4.938,00
- salaris advocaat 16.055,00 (5 punten x tarief € 3.211,00)
Totaal €  21.078,98
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. verklaart voor recht dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen in september 2008 die is omschreven in punt 2.11 van dit vonnis,
5.2. veroordeelt Connexxion om aan [eiser] te betalen een bedrag van
- € 842.265,00 bruto vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dat bedrag vanaf 17 februari 2009 tot de dag van volledige betaling,
€ 313.367,00 bruto vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dat bedrag vanaf de eerste datum van verzuim tot de dag van volledige betaling,
5.3. veroordeelt Connexxion in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 21.078,98,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers, mr. A.A.T. van Rens en mr. G.A. Bos en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2010. IP