ECLI:NL:RBUTR:2010:BO2832
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Z.J. Oosting
- J.R. Krol
- P.W.G. de Beer
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarige
Op 23 september 2010 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige, in dit geval een elfjarig meisje, aangeduid als [aangever 1]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op het moment van de feiten achttien jaar oud was, in de periode van 19 mei 2006 tot en met 21 mei 2006 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [aangever 1], die toen nog niet de leeftijd van twaalf jaren had bereikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld en met het tijdsverloop tussen het plegen van het feit en de berechting. Tevens is er aandacht besteed aan een steekincident waarbij de verdachte in april 2009 betrokken was, wat ook invloed had op de beoordeling van de strafmaat. De rechtbank heeft de benadeelde partij, [aangever 1], niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de gevolgen van het feit niet eenvoudig te scheiden waren van andere gebeurtenissen in het leven van de verdachte. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet onder toezicht van de reclassering hoeft te worden gesteld, gezien het lage recidiverisico. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.