ECLI:NL:RBUTR:2010:BO2820

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
19 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-072208-96
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging

In de zaak van de officier van justitie onder parketnummer 16/072208-96 heeft de rechtbank Utrecht op 19 oktober 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die sinds 1 oktober 1999 onder deze maatregel valt. De officier van justitie had op 31 augustus 2010 gevorderd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, na een zorgvuldige afweging van de rapportages van FPC Veldzicht en de reclassering. De terbeschikkinggestelde heeft gedurende zijn verblijf in FPC Veldzicht vooruitgang geboekt, maar er zijn zorgen over de kans op toekomstig gewelddadig gedrag, vooral zonder adequate begeleiding.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een autistische stoornis met ADHD-kenmerken en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen en de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, mits de terbeschikkinggestelde in een geschikte instelling wordt geplaatst waar hij de nodige begeleiding kan krijgen. De getuige-deskundige S.M. Moonen heeft de voorkeur uitgesproken voor plaatsing in De Zeuvenakkers te Appelscha, vanwege hun expertise op het gebied van autisme.

De rechtbank heeft besloten dat de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd en dat de verpleging voorwaardelijk wordt beëindigd, onder strikte voorwaarden. De terbeschikkinggestelde moet zich houden aan de aanwijzingen van de toezichthoudende instanties en zijn medicatie blijven innemen. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen, en heeft daarbij de recidivegevaar in overweging genomen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, die instemden met de voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/072208-96
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging verpleging.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte], hierna ook te noemen: “de terbeschikkinggestelde”,
geboren op [1978] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in de SGLVG-instelling De Hanzeborg, afdeling ’t Mastler, te Eefde,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1. De procedure
De procedure blijkt onder meer uit het volgende:
- de vordering van de officier van justitie van 31 augustus 2010 die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling;
- het rapport van FPC Veldzicht van 29 juli 2010;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde over de perioden 25 november 2008 tot en met 28 mei 2009 en 15 december 2009 tot en met 20 juli 2010; en
- het rapport van Reclassering Nederland van 16 augustus 2010 waarin de voorwaarden zijn opgenomen waaronder de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging zou kunnen plaatsvinden.
2. De procesgang
[verdachte] is bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 16 september 1999 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens poging tot verkrachting.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 1 oktober 1999.
Op 11 mei 2000 is de terbeschikkinggestelde opgenomen in FPC Veldzicht.
Op 16 juli 2009 is de terbeschikkinggestelde in het kader van transmuraal verlof overgeplaatst naar SGLVG-instelling De Hanzeborg.
Bij beslissing van deze rechtbank van 30 oktober 2009 is de terbeschikkingstelling voor het laatst verlengd met één jaar.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 5 oktober 2010 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. de Goeij, advocaat te Alkmaar. Voorts is de getuige-deskundige, mevrouw M.S. Moonen,
GZ-psycholoog en hoofdbehandelaar binnen de behandellijn voor patiënten met een verstandelijke beperking bij FPC Veldzicht, gehoord.
3. Het standpunt van de deskundigen
Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De getuige-deskundige, mevrouw M.S. Moonen, heeft het rapport en het advies van FPC Veldzicht ter terechtzitting toegelicht.
De terbeschikkinggestelde is volgens het rapport lijdende aan een autistische stoornis met
ADHD-kenmerken. Het rapport vermeldt voorts dat sprake is van een persoonlijkheidsstoornis NAO met antisociale trekken. Hij functioneert op zwakbegaafd niveau, waarbij met name het sociaal-emotionele niveau laag is. Er is sprake van een verleden van gedragsproblemen en explosieve agressie. De terbeschikkinggestelde is egocentrisch ingesteld en onvermogend zich in anderen in te leven. Daarnaast is er sprake van een contactstoornis en heeft hij een gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel en doorzettingsvermogen.
Met betrekking tot het behandelverloop vermeldt het rapport dat er tijdens zijn negen jaar durend verblijf in FPC Veldzicht een goede vooruitgang in zijn functioneren is opgetreden. Op 16 juli 2009 is de terbeschikkinggestelde in het kader van transmuraal verlof overgeplaatst naar SGLVG-instelling De Hanzeborg. Van 1 juli 2010 tot 27 juli 2010 heeft de terbeschikkinggestelde in FPC Veldzicht verbleven vanwege een fors incident in De Hanzeborg. Op 27 juli 2010 is hij teruggekeerd naar De Hanzeborg.
De kans op toekomstig gewelddadig gedrag (al dan niet seksueel) wordt, wanneer de terbeschikkinggestelde zonder structuur functioneert in de maatschappij, op de korte termijn als matig en op de lange termijn als hoog ingeschat. De kans op gewelddadig gedrag in een begeleide verlofsituatie wordt als gering beoordeeld en in een onbegeleid verlofsituatie als gering tot matig. Indien de terbeschikkinggestelde verzekerd is van adequate begeleiding en structuur in een vervolgvoorziening, waarbij er aandacht is voor zijn specifieke behoeften en beperkingen, dan blijft de kans op gewelddadig gedrag aanwezig, maar de terbeschikkinggestelde heeft laten zien in een dergelijke situatie op korte termijn weer te kunnen herstellen. Medicatie in combinatie met structurerende en directieve begeleiding blijft nodig om tijdig in te kunnen grijpen bij (dreigende) escalaties, aldus het rapport.
Het advies van FPC Veldzicht luidt verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
De getuige-deskundige S.M. Moonen heeft ter terechtzitting verklaard dat plaatsing in De Zeuvenakkers te Appelscha de voorkeur heeft als verblijfsplek voor de terbeschikkinggestelde vanwege hun expertise op het gebied van autisme. De Hanzeborg regelt het aanmeldingstraject. Voordeel van een verblijfsplek in het algemeen is dat de gemiddelde leeftijd van bewoners er hoger ligt en er minder wisselingen zijn dan het geval is bij een behandelplek, zoals die waar de terbeschikkinggestelde nu verblijft. De hoop en verwachting is dat zich om die reden op een verblijfsplek geen incidenten meer zullen voordoen. Voorts heeft de getuige-deskundige verklaard dat bij het advies van de inrichting om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen een belangrijke rol heeft gespeeld dat plaatsing in De Zeuvenakkers niet mogelijk is zolang de dwangverpleging loopt.
Het standpunt van de reclassering
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van het standpunt van de reclassering dat blijkt uit het onder 1 genoemde rapport.
De reclassering adviseert om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen en de verpleging te beëindigen onder de voorwaarden zoals genoemd in het rapport.
Voorts vermeldt het rapport dat na een plaatsing elders, bijvoorbeeld in De Zeuvenakkers, de mogelijkheid bestaat van een heropname in De Hanzeborg, afdeling ’t Mastler. Daarnaast blijft de mogelijkheid bestaan van een crisisopname in Veldzicht.
4. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar en de verpleging te beëindigen onder de voorwaarden zoals genoemd in het maatregelrapport.
5. Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde en de raadsman hebben aangegeven zich te kunnen vinden in de vordering van de officier van justitie. De terbeschikkinggestelde heeft desgevraagd aangegeven akkoord te gaan met alle afzonderlijke voorwaarden die zijn geadviseerd in voornoemd reclasseringsrapport.
6. De beoordeling
Uit het voormelde arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 16 september 1999 blijkt dat de terbeschikkinggestelde heeft geprobeerd een vrouw te verkrachten. Dit is een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Gelet hierop en in het bijzonder gelet op voormelde rapportages en gehoord hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd. Hierbij zal worden bepaald dat de verpleging van overheidswege, onder de in de beslissing te noemen voorwaarden, voorwaardelijk zal worden beëindigd. De rechtbank is van oordeel dat het nog immer aanwezige recidivegevaar voldoende kan worden ingeperkt met de in het reclasseringsrapport voorgestelde voorwaarden.
7. De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38, 38a en 38g van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank:
- wijst de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van [verdachte] met een periode van één jaar toe;
- bepaalt dat de verpleging van overheidswege van [verdachte] voorwaardelijk wordt beëindigd;
- verbindt daaraan de voorwaarden dat hij:
* verblijft in SGLVG-instelling De Hanzeborg te Eefde;
* zich houdt aan de voorwaarden en aanwijzingen die hem gesteld zijn door of namens de toezichthoudende instanties, vooralsnog van De Hanzeborg en Stichting Reclassering Nederland, locatie Zutphen;
* niet zonder toestemming van De Hanzeborg en de reclassering van adres verandert;
* zijn dagelijks functioneren bespreekbaar maakt en zich begeleidbaar opstelt;
* inzicht geeft in zijn belevingswereld;
* in overleg met de begeleiders van de verblijfsinstelling zorg draagt voor een passende dagbesteding;
* de noodzakelijke medicatie inneemt en de aanwijzingen van de behandelend arts/psychiater opvolgt;
* zijn medewerking verleent aan de nadere uitwerking van het Forensisch Psychiatrisch Toezicht en in overleg met de begeleiders zijn verloven en vrijheden zal plannen die door de verantwoordelijken van de verblijfsinstelling in overleg met FPT team Veldzicht en de reclassering worden vastgesteld;
- draagt overeenkomstig artikel 38 eerste lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafrecht Reclassering Nederland, locatie Zutphen, op [verdachte] hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.P. Killian, voorzitter, mr. L.E. Verschoor-Bergsma en mr. I. Bruna, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. van der Landen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 oktober 2010.