ECLI:NL:RBUTR:2010:BO1658
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Oostendorp
- J.E. Kruijff-Bronsing
- J.P. Killian
- Rechtspraak.nl
Verlenging proeftijd en wijziging bijzondere voorwaarden na voorwaardelijke veroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 24 augustus 2010 uitspraak gedaan in het kader van een beslissing na voorwaardelijke veroordeling. De rechtbank heeft de proeftijd van de veroordeelde, die eerder was vastgesteld op twee jaren, met één jaar verlengd. Dit volgde op een vordering van de officier van justitie, die op 17 juni 2010 was ingediend, en die strekte tot tenuitvoerlegging van de straf die voorwaardelijk was opgelegd bij een eerder vonnis van 25 november 2008. De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante stukken uit het dossier in acht genomen, waaronder rapporten van Bureau Jeugdzorg Utrecht en verklaringen van getuige-deskundige mevrouw B. Frencken, jeugdreclasseringwerker.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke veroordeling waren verbonden. Dit betrof onder andere de verplichting om zich te gedragen naar de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg en om deel te nemen aan een behandeling bij Altrecht of een soortgelijke instelling. De rechtbank heeft geconstateerd dat er termen aanwezig zijn om de proeftijd te verlengen en de bijzondere voorwaarden te wijzigen, zodat de veroordeelde de kans krijgt om alsnog aan de voorwaarden te voldoen.
De rechtbank heeft de beslissing genomen om de proeftijd te verlengen en de voorwaarden aan te passen, zodat de veroordeelde kan werken aan zijn rehabilitatie. De rechtbank heeft daarbij ook aandacht besteed aan de noodzaak voor de veroordeelde om mee te werken aan een psychodiagnostisch onderzoek en om zich in te spannen voor werk of een opleiding. De beslissing is genomen in het belang van de veroordeelde en met het oog op zijn toekomst.