ECLI:NL:RBUTR:2010:BO1649
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.S. Koppert
- G. Perrick
- Y.M.J.I. Baauw-de Bruijn
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor poging zware mishandeling en bedreiging met vuurwapen in vereniging
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 15 september 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling en bedreiging met een vuurwapen in vereniging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen op 25 mei 2010 in Utrecht heeft geprobeerd een persoon, aangeduid als aangever, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Dit gebeurde terwijl de aangever op de grond lag, waarbij de verdachte meermalen op het hoofd van de aangever sloeg en hem schopte. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de aangever en twee getuigen, die de geweldsdaad hebben waargenomen. De verklaring van de verdachte werd als ongeloofwaardig beschouwd, omdat deze geen steunbewijs vond in het dossier.
Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van bedreiging met een vuurwapen, waarbij een mededader een voorwerp dat leek op een vuurwapen in de richting van de aangever en getuigen hield en hen maande stil te zijn. De rechtbank achtte ook deze bedreiging wettig en overtuigend bewezen, ondanks dat het vuurwapen zelf niet werd aangetroffen.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van zes maanden op, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de impact op het slachtoffer, die nog steeds last had van de gevolgen van het geweld. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf werd afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel was dat de omstandigheden niet rechtvaardigden dat deze alsnog ten uitvoer werd gelegd.