ECLI:NL:RBUTR:2010:BO1082
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens schending van de informatieplicht en sollicitatieplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 18 oktober 2010 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares, geboren in Thailand en wonende in Nederland. De rechtbank oordeelde dat de schuldenares niet voldeed aan haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, waaronder de sollicitatieplicht, informatieplicht en afdrachtplicht. Sinds februari 2010 had de schuldenares geen schriftelijke sollicitaties ingediend, ondanks herhaalde verzoeken van de bewindvoerder. Daarnaast had zij verzuimd om de bewindvoerder op de hoogte te houden van haar inkomensgegevens en haar deelname aan een opleiding.
De rechtbank constateerde ook dat de schuldenares drie bovenmatige schulden had laten ontstaan, waarvan er slechts voor één een betalingsregeling was getroffen. De andere twee schulden waren niet geregeld, en er bestond twijfel over de nakoming van de betalingsregeling, aangezien de partner van de schuldenares, die verantwoordelijk was voor de aflossingen, zelf een betalingsachterstand had.
De rechtbank heeft de bewindvoerder, mevrouw [A], gehoord, die verzocht om beëindiging van de schuldsanering. De rechter-commissaris had geadviseerd om de regeling te beëindigen, en de rechtbank volgde dit advies. De schuldenares had ter zitting verklaard dat zij zich had ingeschreven bij een uitzendbureau en een opleiding volgde, maar de rechtbank oordeelde dat deze inspanningen onvoldoende waren om de schuldsanering voort te zetten.
De rechtbank besloot de schuldsanering te beëindigen op grond van artikel 350 lid 3 van de Faillissementswet, met ingang van één maand na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis. Tevens werd het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 1.374,50 exclusief btw, en de reiskosten op € 12,69, inclusief reeds toegekende voorschotten.