ECLI:NL:RBUTR:2010:BO0462
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en de behandeling van een ingetrokken verzoek met zelfstandig verzoek
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 12 oktober 2010, is een verzoek tot echtscheiding ingediend door de vrouw op 28 september 2010. Dit verzoek werd op 4 oktober 2010 ingetrokken, maar de man diende op 5 oktober 2010 een verweerschrift in met een zelfstandig verzoek tot echtscheiding. De rechtbank moest beoordelen of het verweerschrift van de man in behandeling kon worden genomen, ondanks de intrekking van het verzoek door de vrouw. De rechtbank oordeelde dat de vrouw het recht heeft om haar verzoek in te trekken zonder opgaaf van redenen, maar dat dit recht niet misbruikt mag worden en niet in strijd mag zijn met de goede procesorde. De rechtbank concludeerde dat de vrouw, door tegelijkertijd een nieuw verzoekschrift met betrekking tot voorlopige voorzieningen in te dienen, haar intentie om de echtscheiding voort te zetten had aangetoond. De rechtbank besloot dat het verzoek van de man als inleidend processtuk moest worden beschouwd en dat de procedure voortgezet zou worden. De vrouw kreeg de gelegenheid om een verweerschrift in te dienen, waarna de man de gebruikelijke termijn zou krijgen om hierop te reageren. Deze beschikking werd uitgesproken door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. N.I. Ganzevoort, griffier.