ECLI:NL:RBUTR:2010:BO0447
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verbetering van de geslachtsnaam in de burgerlijke stand
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 13 oktober 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot verbetering van de geslachtsnaam van verzoeker in zijn geboorteakte en die van zijn minderjarige kinderen. Verzoeker stelde dat de schrijfwijze van zijn geslachtsnaam sinds de invoering van de burgerlijke stand onjuist was, en dat dit een misslag betrof. Hij baseerde zijn verzoek op genealogisch onderzoek waaruit bleek dat zijn geslachtsnaam in de periode van 1633 tot 1709 met 'eij' werd geschreven, terwijl deze sinds 1748 met 'ei' werd genoteerd. De rechtbank constateerde dat de geslachtsnaam vanaf de invoering van de burgerlijke stand in 1811 consequent met 'ei' was geschreven, en oordeelde dat er geen sprake was van een misslag in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank erkende het emotionele belang van verzoeker bij de schrijfwijze van zijn naam, maar stelde vast dat de wet, zoals vastgelegd in artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, geen ruimte biedt voor een afweging van emotionele belangen in dit soort gevallen. Aangezien niet was voldaan aan de vereisten voor het verbeteren van een misslag, werd het verzoek afgewezen.