ECLI:NL:RBUTR:2010:BN9286
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van duikinstructeur na duikongeval met zwaar lichamelijk letsel
Op 4 oktober 2010 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een duikinstructeur, die werd beschuldigd van schuld aan een duikongeval waarbij een duiker, [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank oordeelde dat niet met voldoende mate van waarschijnlijkheid kon worden vastgesteld wat de oorzaak van het ongeval was. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de duikinstructeur tekortschoten in zijn verantwoordelijkheden, zoals het niet naleven van veiligheidsnormen of het onvoldoende toezicht houden op de duiker.
Tijdens de zittingen werd duidelijk dat [slachtoffer] tijdens de duik in paniek raakte en zijn ademautomaat verloor. Ondanks dat hij met een luchtvoorraad van ten minste 50 Bar aan de opstijging begon, raakte hij in problemen. Deskundigen gaven aan dat het mogelijk was dat de duiker door angst verkeerd ging ademen, wat leidde tot het gevoel dat zijn fles leeg was, terwijl dat niet het geval was. De rechtbank kon niet vaststellen of de duiker in problemen was geraakt door een gebrek aan kennis of ervaring, of door een tekortkoming in de duikuitrusting.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij schuld had aan het ongeval. De dagvaarding werd voor een deel nietig verklaard, omdat deze niet voldeed aan de eisen van specificiteit. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de schuld van de verdachte alleen betekenis heeft in het licht van de schending van wettelijke voorschriften en normen, en dat het ongeval niet was veroorzaakt door nalatigheid van de duikinstructeur.