ECLI:NL:RBUTR:2010:BN8161
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W. Veenendaal
- M. de Laat
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen kapvergunning voor Kiss & Ridestrook in Baarn
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 30 augustus 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen een kapvergunning die was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn. De vergunning betrof het kappen van een spar en een beuk op het terrein aan [adres] te [woonplaats], ten behoeve van de aanleg van een Kiss & Ridestrook. Eiser, die bezwaar had gemaakt tegen de kapvergunning, stelde dat de aanleg van de Kiss & Ridestrook zou leiden tot gevaarlijke situaties voor fietsende kinderen en dat er geen mogelijkheid was om bezwaar te maken tegen de feitelijke aanleg van de strook.
De rechtbank heeft overwogen dat de vergunninghouder de aanvraag voor de kapvergunning had ingediend op 28 april 2009 en dat de gemeente op 15 mei 2009 de vergunning had verleend. Eiser had zijn bezwaar tegen de kapvergunning ongegrond verklaard bij besluit van 22 juli 2009. De rechtbank oordeelde dat de weigeringsgronden uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) niet van toepassing waren, aangezien de bomen waarvoor de vergunning was aangevraagd geen beeldbepalende bomen waren en er voldoende groen overbleef in de vorm van een achterliggende boswal.
De rechtbank concludeerde dat het verkeersbesluit dat ten grondslag lag aan de Kiss & Ridestrook rechtens onaantastbaar was, en dat eiser om hem moverende redenen had besloten geen beroep in te stellen tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om te oordelen dat verweerder in redelijkheid gebruik had moeten maken van zijn bevoegdheid om de kapvergunning te weigeren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten.