ECLI:NL:RBUTR:2010:BN6767

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
22 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
281827 / FA RK 10-718
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van Marokkaans recht bij echtscheiding met verzoeningspoging

In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 22 september 2010 een tussenbeschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, beiden met de Marokkaanse nationaliteit. De rechtbank constateert dat op de verzochte echtscheiding Marokkaans recht van toepassing is, wat inhoudt dat een verzoeningspoging vereist is. De rechtbank is van mening dat zij niet gebonden is aan de procedurele vereisten die het Marokkaanse recht aan deze verzoeningspoging stelt. In plaats daarvan biedt de rechtbank partijen de gelegenheid om zich schriftelijk uit te laten over de mogelijkheid van verzoening. De man heeft zijn verzoek tot echtscheiding gebaseerd op artikel 94 van de Mudawwana, dat echtscheiding op verzoek van een der echtgenoten wegens duurzame ontwrichting regelt. De rechtbank oordeelt dat, hoewel het materiële recht van de Mudawwana van toepassing is, het formele recht van de Nederlandse wetgeving moet worden gevolgd in de procedure. De rechtbank stelt dat de verzoeningspoging geen aparte zitting vereist, maar dat partijen hun standpunt schriftelijk kunnen indienen. De rechtbank houdt de behandeling van het verzoek tot echtscheiding pro forma aan tot 27 oktober 2010, zodat partijen de kans krijgen om hun standpunt over verzoening kenbaar te maken. Indien er geen reactie komt, kan de rechtbank concluderen dat er geen verzoening heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 281827 / FA RK 10-718
Echtscheiding
Tussenbeschikking van 22 september 2010
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. H.K. Jap A Joe,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de vrouw.
1. Verloop van de procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van het ter griffie ingediende verzoekschrift en nadien ingekomen stukken, waaronder het exploit van betekening. Tevens heeft de rechtbank kennis genomen van het faxbericht van mr. Jap-A-Joe van 8 juni 2010.
2. Vaststaande feiten
- Partijen zijn op [2001] te Utrecht met elkaar gehuwd.
- Hun huwelijk is duurzaam ontwricht.
- Zij hebben beiden de Marokkaanse nationaliteit. De vrouw heeft tevens de Nederlandse nationaliteit.
3. Beoordeling van het verzochte
3.1. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 3 van de Verordening EG nr. 2201/2003 (Brussel IIbis) d.d. 27 november 2003 bevoegd is om over het echtscheidingsverzoek te oordelen, voorzover nodig in samenhang met artikel 4 Rv.
3.2. De man heeft gesteld dat Marokkaans recht op de echtscheiding van toepassing is. Op grond van art. 1 lid 1 onder a van de Wet van 25 maart 1981, houdende regeling van het conflictenrecht inzake ontbinding van het huwelijk en scheiding van tafel en bed en de erkenning daarvan, is de rechtbank met de man van oordeel dat op het onderhavige verzoek Marokkaans recht toegepast moet worden, aangezien partijen de Marokkaanse nationaliteit als gemeenschappelijke hebben.
3.3. De man heeft de rechtbank medegedeeld dat hij zijn verzoek tot echtscheiding stoelt op artikel 94 van de Mudawwana (de ‘chiqaq’; echtscheiding op verzoek van een der echtgenoten wegens duurzame ontwrichting). Voor deze vorm van echtscheiding, maar overigens ook voor alle andere vormen van echtscheiding op grond van de Mudawwana, is vereist dat de rechtbank een ‘verzoeningspoging’ doet, waartoe voornoemd artikel verwijst naar artikel 82 van de Mudawwana.
3.4. De man heeft gesteld dat het hiervoor noodzakelijk is om beide partijen ter zitting op te roepen, nu immers artikel 82 (in samenhang met artikel 81) van de Mudawwana dit vereist. De rechtbank overweegt als volgt.
3.5. De rechtbank is van oordeel dat er bij de toepassing van Marokkaans recht op de echtscheiding echter onderscheid gemaakt moet worden tussen het materiële en het formele recht uit de Mudawwana. De rechtbank dient het materiële recht toe te passen, maar op de wijze van procederen (het formele recht) ten overstaan van de Nederlandse rechter is het Nederlandse recht van toepassing (welke rechtsregel zal worden gecodificeerd in artikel 3 van het toekomstige boek 10 BW indien het daartoe strekkende wetsvoorstel van kracht wordt). Op de wijze van inrichting van de procedure, thans betreffende de verzoeningspoging, is Nederlands recht van toepassing.
3.6. De rechtbank is van oordeel dat de verzoeningspoging die is voorgeschreven op grond van artikel 94, in samenhang met artikel 81 en 82, van de Mudawwana, geen afzonderlijke zitting vereist. Enkel is immers vereist dat de rechtbank beproeft of partijen zich willen verzoenen; de nadere vereisten zijn van formele aard en zullen in deze procedure buiten beschouwing worden gelaten. De rechtbank zal partijen in de gelegenheid stellen zich nader uit te laten over een mogelijke verzoening.
3.7. Partijen kunnen de rechtbank hierover schriftelijk informeren door hun standpunt omtrent een mogelijke verzoening te sturen aan de rechtbank te Utrecht (postbus 16005, 3500 DA te Utrecht) ter attentie van de griffier, dhr. Hagens. Tussenkomst van een advocaat is hiervoor niet noodzakelijk. De rechtbank verzoekt partijen deze reactie te sturen voor 27 oktober 2010. Indien één of beide partijen hierop geen reactie zenden, zal de rechtbank waarschijnlijk tot de conclusie komen dat een verzoening niet tot stand is gekomen.
4. Beslissing
De rechtbank houdt de behandeling van het verzoek tot echtscheiding PRO FORMA aan, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over een mogelijke verzoening, tot 27 oktober 2010.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, rechter, in aanwezigheid van G. Hagens LL.B, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 september 2010.?