Verrekening bij het einde van het huwelijk
Artikel 10
1. Indien het huwelijk wordt ontbonden door echtscheiding of overlijden en bij scheiding van tafel en bed zal tussen de echtgenoten dan wel de langstlevende echtgenoot en de rechtverkrijgenden van de overleden echtgenoot worden afgerekend alsof de echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd.
In de verrekening worden niet betrokken:
- de vorderingen op naam (waaronder bankrekeningen) welke ten name zijn gesteld van slechts één van de echtgenoten;
- die goederen en schulden waarvoor in artikel 9 van deze huwelijksvoorwaarden een regeling is getroffen;
- al hetgeen krachtens zaaksvervanging voor bovengenoemde goederen in de plaats is getreden
- de opbrengst van goederen die van verrekening zijn uitgesloten
2. Binnen acht maanden na de ontbinding van het huwelijk wordt in verband met deze verrekening het vermogen van ieder van de echtgenoten beschreven. Daarbij wordt rekening gehouden met vergoedingsrechten die kunnen bestaan tussen het vermogen van een echtgenoot dat niet in de verrekening wordt betrokken en het vermogen van de echtgenoten dat wel in de verrekening wordt betrokken.
3. Onder het vermogen van een echtgenoot wordt verstaan het saldo van de bezittingen en schulden die wel en die niet in de verrekening worden betrokken. Indien de langstlevende echtgenoot een verzekering heeft afgesloten op het leven van de overleden echtgenoot en in verband met diens overlijden door hem een uitkering wordt verkregen waarover erfbelasting (voorheen: successierecht) verschuldigd kan zijn, wordt het vermogen van de langstlevende echtgenoot vermeerderd met de premies en koopsommen die tijdens het huwelijk in verband met deze verzekering te zijnen laste zijn gekomen omdat hij de premies en koopsommen verschuldigd was, vermeerderd met een zodanige schadeloosstelling dat bij de verrekening, wat deze premies betreft, niets aan het vermogen van de overledene wordt onttrokken.
4. De beschrijving van de vermogens van de echtgenoten en de waardering van de daartoe behorende bezittingen en schulden geschiedt:
- bij ontbinding van het huwelijk door overlijden: op het tijdstip waarop het huwelijk wordt ontbonden;
- bij ontbinding van het huwelijk door echtscheiding en bij scheiding van tafel en bed: op het tijdstip waarop het verzoek daartoe is ingediend
De waardering van de goederen en schulden vindt plaats in onderling overleg en bij gebreke daarvan door een of meer deskundigen, te benoemen door de kantonrechter genoemd in artikel 679 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
5. De verrekening vindt plaats doordat de ene partij aan de andere partij een zodanig bedrag uitkeert dat na de uitkering ieders vermogen gelijk is aan de helft van de gezamenlijke vermogens van de echtgenoten die in de verrekening zijn betrokken.
6. De uitkering vindt plaats in geld binnen een jaar na de ontbinding van het huwelijk, tenzij partijen anders overeenkomen of de eisen van redelijkheid en billijkheid anders meebrengen.
7. Er vindt geen verrekening op grond van dit artikel plaats indien op het tijdstip van de ontbinding van het huwelijk op een echtgenoot de schuldsanering van toepassing is verklaard of een echtgenoot in staat van faillissement of surseance van betaling verkeert.
Indien na afloop van de schuldsanering, het faillissement of de surseance van betaling het vermogen van de echtgenoot positief blijkt te zijn, wordt de verrekening alsnog uitgevoerd.
Verrekening vindt voorts niet plaats wanneer het vermogen van een echtgenoot zodanig negatief is dat meer dan de helft van hetgeen hij krachtens de verrekening zou ontvangen aan zijn schuldeiseres ten goede zou komen. Bij de vaststelling van het vermogen van een echtgenoot blijven vergoedingsrechten tussen de echtgenoten die zowel aan de actiefzijde als aan de passiefzijde tot het te verrekenen vermogen behoren, buiten beschouwing.