ECLI:NL:RBUTR:2010:BN6267
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A.A.T. Engbers
- P. Wagenmakers
- A. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling van een verdachte met persoonlijkheidsstoornis en recidivegevaar
In de zaak van de officier van justitie tegen de terbeschikkinggestelde, heeft de rechtbank Utrecht op 9 juli 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte. De officier van justitie had gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gebaseerd op het advies van de inrichting en de ernst van de situatie van de verdachte. De rechtbank heeft de procedure en de relevante adviezen van de inrichting besproken, waaronder een brief van 18 juni 2010 waarin het advies tot verlenging werd herhaald. De verdachte is gediagnosticeerd met een cognitieve stoornis, een persoonlijkheidsstoornis met narcistische, antisociale en paranoïde kenmerken, en zwakbegaafdheid. Hij heeft een geschiedenis van ernstige gewelds- en zedendelicten, wat heeft geleid tot eerdere veroordelingen tot TBS met dwangverpleging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandeling van de verdachte tot op heden niet heeft geleid tot een vermindering van het recidivegevaar. De verdachte erkent de ernst van zijn daden niet en vertoont ontkennend gedrag, wat de behandeling bemoeilijkt. De rechtbank concludeert dat de ziekelijke stoornis van de geestvermogens nog steeds aanwezig is en dat de veiligheid van anderen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereist. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de diagnose en de inschatting van het recidivegevaar door de inrichting. Daarom heeft de rechtbank besloten om de termijn van terbeschikkingstelling van de verdachte met twee jaar te verlengen, in het belang van de veiligheid van de samenleving.