ECLI:NL:RBUTR:2010:BN5867
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van Maanen
- L.M.G. de Weerd
- E.C.A. Bakker
- Rechtspraak.nl
Bezit van kinderporno met recidive en strafoplegging
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 26 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van medio 2008 tot en met 23 februari 2009 in totaal 2397 multimediafiles, waaronder 893 afbeeldingen en 1504 filmbestanden met kinderpornografisch materiaal, in zijn bezit had. Dit materiaal werd aangetroffen op 78 dvd’s/cd-roms die in de woning van de verdachte zijn doorzocht. De rechtbank heeft de verklaringen van de zedenrechercheurs en de eigen waarneming van de rechtbank in aanmerking genomen en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij kinderporno in het bezit heeft gehad en dat hij al het beschikbare materiaal probeerde te verzamelen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van het feit, de recidive van de verdachte, en de psychologische rapportages die wijzen op een seksuele stoornis en een verhoogd recidiverisico. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Bij de strafoplegging zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling bij een forensische polikliniek. De rechtbank heeft benadrukt dat het bezit van kinderporno buitengewoon verwerpelijk is en dat het noodzakelijk is om niet alleen de vervaardigers, maar ook de verzamelaars van kinderporno aan te pakken om deze misdaad effectief te bestrijden.