ECLI:NL:RBUTR:2010:BN5852
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Z.J. Oosting
- L.E. Verschoor-Bergsma
- D.J.A. Kuipers
- Rechtspraak.nl
Woninginbraak en heling met gevangenisstraf
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 12 juli 2010, is de verdachte veroordeeld voor woninginbraak en heling. De zaak betreft een inbraak die plaatsvond op 1 april 2010, waarbij de verdachte goederen heeft gestolen uit een woning in Utrecht. De aangever, een van de bewoners, ontdekte op 4 april dat zijn tas met waardevolle spullen was gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de woning is binnengekomen door een raam in te trappen en vervolgens verschillende goederen heeft weggenomen, waaronder elektronica en persoonlijke bezittingen.
De verdediging stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de ten laste gelegde feiten, maar de rechtbank oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de inbraak. De verdachte heeft tijdens het proces bekend dat hij de inbraak heeft gepleegd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten en zijn problematische achtergrond, waaronder een roerige jeugd en psychische problemen.
De officier van justitie eiste een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zeven maanden, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van vijf maanden op. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, een aanzienlijke straf rechtvaardigen. Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf toegewezen, wat betekent dat de verdachte ook een eerder opgelegde gevangenisstraf van één maand moet uitzitten. De rechtbank heeft de teruggave van in beslag genomen goederen aan de rechthebbende gelast.