ECLI:NL:RBUTR:2010:BN4020
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Ebbens
- D.E.S. Tomeij
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vergunning voor lozen van afvalwater en onttrekken van water wegens strijd met de Algemene wet bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de vernietiging van een vergunning die op 18 oktober 2006 is verleend aan BIOX Group B.V. voor het lozen van afvalwater en het onttrekken van water, op basis van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) en de Wet op de waterhuishouding (Wwh). Eiseressen, waaronder Stichting Natuur en Milieu en Stichting Zuidhollandse Milieufederatie, hebben beroep ingesteld tegen deze vergunning, omdat zij van mening zijn dat de vergunning niet voldoet aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat verweerder, de minister van Verkeer en Waterstaat, heeft nagelaten om een kennisgeving van het ontwerp van het bestreden besluit in de Staatscourant te plaatsen, wat in strijd is met artikel 3:12, tweede lid, van de Awb. Dit verzuim is van zodanige ernst dat het besluit voor vernietiging in aanmerking komt.
De rechtbank overweegt verder dat de vergunning onvoldoende voorschriften bevat met betrekking tot de visintrek, wat verplicht is op basis van de BAT Reference document Industriële koelsystemen (BREF). De rechtbank concludeert dat verweerder niet in staat is om adequaat te beoordelen of er problemen voor visintrek zullen zijn, omdat de exacte locatie van de inlaat voor koelwater niet bekend is en de effecten van het innemen van koelwater niet zijn doorgerekend. De rechtbank wijst erop dat ecologische belangen, zoals de gevolgen van visintrek, ook onder de vergunning op grond van de Wwh vallen.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het besluit van 18 oktober 2006 voor zover het de vergunningverlening op grond van de Wwh betreft, en draagt verweerder op om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder opgedragen om het griffierecht van € 285,- aan eiseressen te vergoeden.