ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2728

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
29 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-500219-06
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met narcistische persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek

In de zaak met parketnummer 16/500219-06 heeft de rechtbank Utrecht op 29 juni 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de verdachte, die lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. De officier van justitie had gevorderd de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De rechtbank heeft de vordering toegewezen, na beoordeling van de rapporten en de standpunten van de betrokkenen. De terbeschikkinggestelde vertoont risicofactoren zoals behoefte aan controle, manipulatie en antisociale cognities, en heeft een lage frustratietolerantie en verhoogde impulsiviteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde momenteel in een behandeltraject zit en vooruitgang boekt, maar dat er nog een langdurige begeleiding nodig is om het recidiverisico te verlagen. De rechtbank heeft ook gelet op het advies van het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel, dat de terbeschikkingstelling noodzakelijk acht voor de veiligheid van anderen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de raadsman van de verdachte, mr. J.A.M. Kwakman, en de getuige-deskundige, drs. M.F. Miggiels, die de voortgang van de behandeling heeft toegelicht. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaren verlengd, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen voorop stonden.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/500219-06
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 29 juni 2010.
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats], op [1969],
thans verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel te Venray
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken.
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 27 april 2010, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [verdachte] met 2 jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van
[verdachte] over de periode 16 februari 2009 tot en met 17 maart 2010;
- het rapport van het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel d.d. 1 april 2010, opgemaakt door drs. M. Pansters (hoofd behandeling), dr. K.J. Simis (psychiater) en
dr. A.A.G. Verwaaijen (directeur Zorg & Behandeling / Raad van Bestuur) waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld, te weten een verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaren.
2 De procesgang
De rechtbank heeft acht geslagen op het vonnis van deze rechtbank d.d. 24 oktober 2006 waarbij [verdachte] onder meer ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat de terbeschikkinggestelde heeft gepoogd een man van het leven te beroven. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 5 juni 2008. Op 16 februari 2009 is de heer [verdachte] opgenomen in het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 15 juni 2010 is de officier van justitie gehoord.
Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw
mr. J.A.M. Kwakman, advocaat te Deventer. Voorts is de getuige-deskundige mevrouw
drs. M.F. Miggiels, werkzaam bij de Rooyse Wissel voornoemd, gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
De rechtbank heeft kennis genomen van het standpunt van de getuige-deskundige, mevrouw drs. M.F. Miggiels. De getuige-deskundige heeft het rapport d.d. 1 april 2010 en het advies van de inrichting toegelicht.
De terbeschikkinggestelde is volgens de in het rapport omschreven kernproblematiek lijdende aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis en is er sprake van alcoholafhankelijkheid, misbruik van cocaïne en pathologisch gokken. Volgens het rapport zijn de risicofactoren van betrokkene onder meer de behoefte tot controle, manipulatie, een gebrekkige gewetensontwikkeling en antisociale cognities. Voorts vermeldt het rapport dat sprake is van een lage frustratietolerantie, verhoogde impulsiviteit en een gebrekkige spanningsregulatie.
Met betrekking tot het behandelverloop heeft de getuige-deskundige, mevrouw
drs. M.F. Miggiels, opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde nu binnen De Rooyse Wissel op de afdeling Cheops zit. Deze overplaatsing heeft hij goed doorstaan. De terbeschikkinggestelde is beter geworden in het bespreekbaar maken van spanningen en emoties. Er zijn met de terbeschikkinggestelde geen incidenten binnen de inrichting geweest. Ook is de terbeschikkinggestelde begonnen met de delictketenmodule, waarin hij leert wat het delict veroorzaakt heeft en hoe dit in de toekomst voorkomen kan worden. Hij is gemotiveerd voor behandeling hoewel er het risico bestaat van schijnaanpassing.
Het behandeldoel voor de lange termijn richt zich op het terugdringen van de geformuleerde risicofactoren door middel van diverse vormen van therapie. Met behulp van sociologische therapie wordt er naar toe gewerkt dat betrokkene in gewone woorden kan vertellen hoe het met hem gaat en wat er met hem aan de hand is. Dit is een langdurig proces. Daarnaast wordt de verslavingsproblematiek van betrokkene in het kader van individuele therapie aangepakt. Dit moet vooral in de resocialisatiefase aan de orde komen. Betrokkene zit “middenin” een voorspoedig lopende behandeling. Voorts is begeleid verlof aangevraagd. De verwachting is dat de beslissing op die aanvraag (naar verwachting: positief) binnen twee weken zal worden ontvangen.
Het rapport vermeldt dat het gevaar voor recidive zonder de huidige ondersteuning en structuur op de middellange termijn als hoog is in te schatten. Om het recidiverisico te verlagen is het noodzakelijk dat de terbeschikkinggestelde erin zal slagen het geleerde te internaliseren. Er zal sprake moeten zijn van een langdurige begeleiding. Binnen het kader van begeleid verlof is er voldoende begeleiding, toezicht, controle en structuur om de risicofactoren onder controle te houden.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren gehandhaafd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting verklaard dat hij bij dramatherapie leert wat hij de afgelopen tien jaar heeft aangericht. Hij wil hier verantwoordelijkheid voor dragen. Hij ziet aan de hand van het behandelplan dat er doelen behaald worden, maar ook gevoelsmatig merkt hij dat het beter met hem gaat. De terbeschikkingstelling doet hem goed omdat hij leert over zijn gevoelens te praten. Dit vindt hij moeilijk, maar tegelijk merkt hij dat het spanningen en druk wegneemt. De terbeschikkinggestelde beseft dat hij midden in een behandelproces zit en hier nog niet mee klaar is. De terbeschikkinggestelde kan zich vinden in het advies van de inrichting en de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting medegedeeld dat zij van mening is dat de terbeschikkinggestelde er weliswaar nog niet is, maar al veel bereikt heeft. Uit het rapport van de kliniek maakt zij op dat de veranderingen van de terbeschikkinggestelde echt zijn en niet slechts een schijnaanpassing. De terbeschikkinggestelde is gemotiveerd en wil niet zo snel mogelijk de inrichting verlaten, maar zo goed mogelijk. De raadsvrouw verzet zich niet tegen het verlengingsadvies van de inrichting en de vordering van de officier van justitie.
6 De beoordeling
Uit het voormelde vonnis van de rechtbank van 24 oktober 2006 blijkt dat de terbeschikkinggestelde heeft gepoogd een man van het leven te beroven. Gelet op hetgeen hierboven is overwogen en in het bijzonder gelet op het recidiverisico, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging van [verdachte] wordt verlengd.
Gelet op het advies van het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel d.d. 1 april 2010, ondersteund door de verklaring van de getuige-deskundige mevrouw drs. M.F. Miggiels, ter terechtzitting, waaruit blijkt dat de terbeschikkinggestelde vooruitgang boekt in zijn behandeling, doch dat een verder behandeltraject zal moeten uitwijzen in hoeverre de terbeschikkinggestelde er in zal slagen het geleerde te internaliseren, waarbij sprake zal moeten zijn van een langdurige begeleiding en gelet op het feit dat een begeleid verlofkader nog moet starten,dient naar het oordeel van de rechtbank de terbeschikkingstelling met twee jaren te worden verlengd.
7 Toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht
8 De beslissing.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.P. Killian, voorzitter, L.E. Verschoor-Bergsma en
J.W. Frieling, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. P. Groot-Smits en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 juni 2010.
VERKORT proces-verbaal als bedoeld in artikel 138c van het Wetboek van Strafvordering van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige kamer voor strafzaken, op 15 juni 2010.
Aanwezig:
mr. J.P. Killian, voorzitter,
mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en J.W. Frieling, rechters,
mr. N. Rose, officier van justitie, en
mr. P. Groot-Smits als griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats], op [1969],
thans verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel te Venray
Als raadsvrouw van verdachte is mede ter terechtzitting aanwezig mr. J.A.M. Kwakman, advocaat te Deventer.
P.M.
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 29 juni 2010 te
13.15 uur.
Desgevraagd deelt de verdachte hierop mede dat hij niet bij de uitspraak aanwezig wil zijn.
Waarvan is opgemaakt dit verkort proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.