ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2695
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.M.E. Bernini
- N.E.M. Kranenbroek
- Y.A.T. Kruijer
- Rechtspraak.nl
Schuldwitwassen door verdachte met criminele herkomst van geld
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 14 juli 2010, is de verdachte beschuldigd van schuldwitwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op dat moment in Arnhem woonde, op 10 maart 2009 een bedrag van € 25.000 op haar bankrekening heeft ontvangen van haar ex-man, [medeverdachte 1]. Dit bedrag was overgemaakt vanuit een geblokkeerde rekening en de verdachte had moeten vermoeden dat het geld een criminele herkomst had, gezien de gokverslaving van haar ex-man en de daaruit voortvloeiende schulden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet aannemelijk kon maken dat het geld afkomstig was van de verkoop van een bakkerij, aangezien het verkoopbedrag slechts € 20.000 bedroeg. De rechtbank achtte het subsidiair ten laste gelegde bewezen, namelijk dat de verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat het geld uit een misdrijf afkomstig was. De verdachte werd vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar kreeg een werkstraf van 100 uren opgelegd, waarvan 50 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, maar ook met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen.