ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2399
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.R. Krol
- J.E. Kruijff-Bronsing
- I. Bruna
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met antisociale persoonlijkheidsstoornis
In de zaak met parketnummer 16/013086-85 heeft de rechtbank Utrecht op 8 juni 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met een ernstige antisociale persoonlijkheidsstoornis. De officier van justitie had op 14 april 2010 gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen. De rechtbank heeft verschillende rapporten en adviezen in overweging genomen, waaronder die van FPC Veldzicht en deskundigen zoals psychiater H.L.C. Morre en psycholoog J.M. Oudejans. Deze rapporten gaven aan dat de terbeschikkinggestelde, die sinds oktober 2003 de longstay-status heeft, geen substantiële verbetering vertoont en dat zijn gedrag impulsief en gericht op onmiddellijke behoeftebevrediging is. Ondanks eerdere behandelingen is er geen verandering in zijn problematiek en wordt hij als blijvend delictgevaarlijk beschouwd.
Tijdens de zitting op 8 juni 2010 heeft de raadsman van de terbeschikkinggestelde, mr. J.C. de Goeij, aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien het recidiverisico en de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen, een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren noodzakelijk is. De rechtbank heeft daarbij de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen. De beslissing is genomen door de rechters J.R. Krol, J.E. Kruijff-Bronsing en I. Bruna, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.