ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2085
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- I. Bruna
- M.J. Veldhuijzen
- M.J. Grapperhaus
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van overheidswege
Op 19 juli 2010 heeft de Rechtbank Utrecht uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/072209-94, betreffende de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van een terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een openbare terechtzitting op 5 juli 2010, waar de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. R.J. Baumgardt, aanwezig waren. Ook zijn er getuige-deskundigen gehoord, waaronder mevrouw M. ten Cate van de reclassering en de heer R.C. Strietman, psycholoog en hoofd behandeling van FPC De Oostvaarderskliniek.
De officier van justitie heeft zich verzet tegen de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging en heeft een verlenging van de verpleging met één jaar gevorderd. De terbeschikkinggestelde heeft het standpunt van zijn raadsman onderschreven en was het niet eens met het advies van de reclassering. De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat de groei naar meer vrijheid stapsgewijs moet plaatsvinden en dat de reclasseringsbegeleiding in het kader van proefverlof geleidelijk moet worden ingevoerd. De rechtbank heeft ook het belang van monitoring van de terbeschikkinggestelde tijdens het afbouwen van medicatiegebruik onderstreept.
De rechtbank heeft gelet op artikel 509t van het Wetboek van Strafvordering en heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen termen aanwezig zijn om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. De rechtbank heeft de termijn van de verpleging met één jaar verlengd, waarbij zij heeft opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde nog niet klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging, gezien zijn gebrek aan ziekte-inzicht en de risico's van terugval in problematisch gedrag. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de veiligheid van anderen en heeft de noodzaak van verdere begeleiding en ondersteuning benadrukt.