ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2081

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
5 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-072187-97
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van een terbeschikkinggestelde

Op 5 juli 2010 heeft de Rechtbank Utrecht een beslissing genomen over de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van een terbeschikkinggestelde, hierna aangeduid als [verdachte]. Deze beslissing volgde op een eerdere uitspraak van 12 april 2010, waarin de termijn van terbeschikkingstelling was verlengd. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. N.A. Heidanus, gehoord. Ook zijn getuige-deskundigen, waaronder J. Huizing van de Van Mesdagkliniek en klinisch psycholoog Th.A.M. Deenen, gehoord. De reclassering heeft in haar rapportage aangegeven dat een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling mogelijk is, en de deskundigen hebben dit standpunt ondersteund, hoewel de kliniek zelf een verlenging van de dwangverpleging voorstelde.

De rechtbank heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging vastgesteld, waaronder het verblijf van [verdachte] in de FPC Dr. S. van Mesdagkliniek, het naleven van verblijfsregels, en het niet veranderen van woonruimte zonder toestemming van de reclassering. Daarnaast zijn er voorwaarden gesteld met betrekking tot financiën, samenwerking met de ambulante forensische psychiatrie, en het vermijden van drugs en alcohol. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de risico's van gevaarzetting door [verdachte] op een verantwoorde wijze kunnen worden beheerst door deze voorwaarden te stellen.

De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de argumenten van de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman in overweging hebben genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorwaarden voldoende waarborgen bieden voor de veiligheid van anderen en dat de terbeschikkinggestelde zich bereid heeft verklaard om aan deze voorwaarden te voldoen. De uitspraak is gedaan in het belang van zowel de terbeschikkinggestelde als de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/072187-97
Beslissing tot voorwaardelijke beëindiging verpleging van overheidswege d.d. 5 juli 2010
Beslissing van de rechtbank te Utrecht, meervoudige kamer voor strafzaken, in vervolg op de beslissing van 12 april 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1958] te [geboorteplaats] (Australië),
verblijvende in de FPC Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
? de beslissing van deze rechtbank van 12 april 2010, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling is verlengd voor de duur van één jaar en waarbij de beslissing omtrent de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is aangehouden (bijlage 1);
? een maatregelrapport van 25 juni 2010, opgemaakt door J. Nijkamp, reclasseringswerker verbonden aan Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering te Groningen, inhoudende als advies om aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege de in het rapport vermelde voorwaarden te verbinden.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen. Voorts zijn de getuige-deskundigen J. Huizing namens de Van Mesdagklinkiek, Th.A.M. Deenen, klinisch psycholoog, en J. Nijkamp, voornoemd, gehoord.
3 Het standpunt van de reclassering en de inrichting
De rechtbank heeft kennis genomen van het maatregelrapport van de reclassering, het standpunt van de heer Deenen en het standpunt van de heer Huizing. Naar het oordeel van de reclassering is een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling realiseerbaar. De heer Deenen sluit zich hierbij aan. De heer Huizing heeft het standpunt van de kliniek nader toegelicht. Hoewel de kliniek blijft bij haar standpunt dat de dwangverpleging nog één jaar dient voort te duren, kan de heer Huizing zich in geval van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging vinden in de door de reclassering genoemde voorwaarden.
Blijkens het maatregelrapport zouden aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van [verdachte] de volgende voorwaarden dienen te worden verbonden:
Voorwaarden:
* de heer [verdachte] verblijft in de FPC Dr. S. van Mesdagkliniek, en conformeert zich aan de geldende verblijfsregels, in afwachting van geschikte zelfstandige woonruimte;
* de heer [verdachte] zal niet van woonruimte veranderen zonder overleg met en instemming van de reclassering;
* de heer [verdachte] zal zich inspannen de gerealiseerde woonruimte te behouden, zoals ook middels betaling van huur, energie, enzovoort. De heer [verdachte] geeft openheid in zijn financiën en accepteert zonodig ondersteuning hierbij. Hij zal geen leningen afsluiten zonder overleg met de reclassering of schulden maken;
* de heer [verdachte] zal meewerken aan de intakeprocedure van de ambulante forensische psychiatrie Noord Nederland (AFPN) en zich conformeren aan het behandelaanbod;
* de heer [verdachte] stelt zich begeleidbaar op ten opzichte van de reclassering en het AFPN, wat ook inhoudt dat hij tijdig ondersteuning en hulp vraagt en accepteert, met behulp van zijn signaleringsplan;
* de heer [verdachte] zal zich inspannen een zinvolle daginvulling/werk te realiseren en te behouden;
* de heer [verdachte] gebruikt geen drugs en alcohol. Indien noodzakelijk geacht door de reclassering zal hij meewerken aan een drugs- en/of alcoholcontrole. Indien geïndiceerd door de reclassering zal hij meewerken aan aanmelding bij de VNN en zich conformeren aan het latere behandel- of begeleidingsaanbod;
* de heer [verdachte] hanteert, en laat zich aanspreken op, zijn signaleringsplan (oktober 2009) en schakelt zonodig tijdig de reclassering en/of de AFPN in;
* indien noodzakelijk geacht door de reclassering zal betrokkene meewerken aan een time-outplaatsing in FPC Dr. S. van Mesdagkliniek. Deze time-out duurt zolang als nodig om hem op verantwoorde en veilige wijze terug te laten keren naar zijn eigen woonsituatie. Tijdens de time-out zullen alle partijen in overleg beslissen of, en op welke wijze, voortzetting van het traject mogelijk en/of haalbaar is;
* de heer [verdachte] accepteert uitwisseling van gegevens tussen relevante instanties en personen, waaronder wijkagent, AFPN, Dr. S. van Mesdagkliniek, de reclassering, familie en (eventueel toekomstige) partnerrelatie;
* de heer [verdachte] geeft openheid over en inzicht in zijn sociale contacten en relaties en accepteert het bespreken ervan met AFPN en/of reclassering;
* de heer [verdachte] zal zich houden aan de aanwijzingen die hem door of namens de reclassering worden gegeven;
* de heer [verdachte] pleegt geen strafbare feiten.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stemt in met een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van [verdachte] onder de in het reclasseringsrapport genoemde voorwaarden.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De raadsman en de terbeschikkinggestelde verzoeken de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven zich aan alle door de reclassering voorgestelde en ter zitting besproken voorwaarden te zullen houden.
6 De beoordeling
Gelet op het maatregelrapport van 25 juni 2010 en hetgeen ter zitting door de getuige-deskundigen naar voren is gebracht, zal de rechtbank de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigen. Ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen zullen de hierna te noemen voorwaarden worden gesteld aan het gedrag van [verdachte], die zich bereid heeft verklaard tot naleving daarvan.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt aldus het risico van gevaarzetting door de terbeschikkinggestelde op een dusdanig verantwoorde wijze teruggebracht, dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gerechtvaardigd is.
7 Toegepaste artikelen
De rechtbank heeft gelet op artikel 38g van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank bepaalt dat de verpleging van overheidswege van [verdachte] voorwaardelijk wordt beëindigd.
Zij verbindt daaraan de volgende voorwaarden:
1. de heer [verdachte] verblijft in de FPC Dr. S. van Mesdagkliniek, en conformeert zich aan de geldende verblijfsregels, in afwachting van geschikte zelfstandige woonruimte;
2. de heer [verdachte] zal niet van woonruimte veranderen zonder overleg met en instemming van de reclassering;
3. de heer [verdachte] zal zich inspannen de gerealiseerde woonruimte te behouden, zoals ook middels betaling van huur, energie, enzovoort. De heer [verdachte] geeft openheid in zijn financiën en accepteert zonodig ondersteuning hierbij. Hij zal geen leningen afsluiten zonder overleg met de reclassering of schulden maken;
4. de heer [verdachte] zal meewerken aan de intakeprocedure van de ambulante forensische psychiatrie Noord Nederland (AFPN) en zich conformeren aan het behandelaanbod;
5. de heer [verdachte] stelt zich begeleidbaar op ten opzichte van de reclassering en het AFPN, wat ook inhoudt dat hij tijdig ondersteuning en hulp vraagt en accepteert, met behulp van zijn signaleringsplan;
6. de heer [verdachte] zal zich inspannen een zinvolle daginvulling/werk te realiseren en te behouden;
7. de heer [verdachte] gebruikt geen drugs en alcohol. Indien noodzakelijk geacht door de reclassering zal hij meewerken aan een drugs- en/of alcoholcontrole. Indien geïndiceerd door de reclassering zal hij meewerken aan aanmelding bij de VNN en zich conformeren aan het latere behandel- of begeleidingsaanbod;
8. de heer [verdachte] hanteert, en laat zich aanspreken op, zijn signaleringsplan (oktober 2009) en schakelt zonodig tijdig de reclassering en/of de AFPN in;
9. indien noodzakelijk geacht door de reclassering zal betrokkene meewerken aan een time-outplaatsing in FPC Dr. S. van Mesdagkliniek. Deze time-out duurt zolang als nodig om hem op verantwoorde en veilige wijze terug te laten keren naar zijn eigen woonsituatie. Tijdens de time-out zullen alle partijen in overleg beslissen of, en op welke wijze, voortzetting van het traject mogelijk en/of haalbaar is;
10. de heer [verdachte] accepteert uitwisseling van gegevens tussen relevante instanties en personen, waaronder wijkagent, AFPN, Dr. S. van Mesdagkliniek, de reclassering, familie en (eventueel toekomstige) partnerrelatie;
11. de heer [verdachte] geeft openheid over en inzicht in zijn sociale contacten en relaties en accepteert het bespreken ervan met AFPN en/of reclassering;
12. de heer [verdachte] zal zich houden aan de aanwijzingen die hem door of namens de reclassering worden gegeven;
13. de heer [verdachte] pleegt geen strafbare feiten.
De rechtbank draagt overeenkomstig artikel 38, eerste lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafrecht het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering op [verdachte] hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Veldhuijzen, voorzitter, mrs. M.J. Grapperhaus en I. Bruna, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.C.J. van der Heijden en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 juli 2010.