ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1449

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
15 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-110690-99
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaren na wijziging van de vordering door de officier van justitie

In de zaak met parketnummer 16/110690-99 heeft de rechtbank Utrecht op 15 juli 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1971 en thans verblijvende te Parnassia, Plevier Ambulante Woonzorg in 's-Gravenhage. De officier van justitie had aanvankelijk verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, maar na het horen van de terbeschikkinggestelde en de deskundige, drs. C.H.S. Gerritsma, psycholoog, heeft de officier van justitie zijn vordering gewijzigd naar een verlenging van twee jaren. De rechtbank heeft in haar beoordeling de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen als zwaarwegende redenen aangevoerd voor de verlenging. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij de verlenging van twee jaren prefereert boven de aanvankelijk gevorderde verlenging van één jaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een schizo-affectieve stoornis, bipolair type, en dat er een aanzienlijk risico op toekomstig gewelddadig gedrag bestaat indien de terbeschikkingstelling niet wordt verlengd. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaren verlengd, waarbij de rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/110690-99
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling d.d. 15 juli 2010
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[terbeschikkingsgestelde],
geboren te [geboorteplaats], op [1971],
thans verblijvende te Parnassia, Plevier Ambulante Woonzorg, Monsterseweg 63, 2551 RH te ’s-Gravenhage,
advocaat mr. L. Louwerse te Utrecht,
heeft de officier van justitie de verlenging van de terbeschikkingstelling gevorderd. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1 De stukken
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 20 mei 2010, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling van [terbeschikkingsgestelde] met één jaar;
- het vonnis van deze rechtbank d.d. 7 juni 2000 waarbij [terbeschikkingsgestelde] ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege;
- de beslissing van deze rechtbank d.d. 7 juli 2009, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd voor de duur van één jaar;
- het rapport van Forensisch Psychiatrisch Centrum De Kijvelanden d.d. 13 april 2010, opgemaakt door drs. M.A. Polak, psychiater, voorzitter raad van bestuur en prof.dr. W.J. Schudel, psychiater, hoofd behandeling, waarin het advies van de zijde van de inrichting is vermeld, alsmede de daarbij overgelegde wettelijke aantekeningen;
2 Het onderzoek ter zitting
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting d.d. 1 juli 2010 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman.
Voorts is de getuige-deskundige drs. C.H.S. Gerritsma, psycholoog, gehoord.
3 Het standpunt van de inrichting
Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemd rapport. De getuige-deskundige heeft het rapport en het advies van de inrichting ter zitting toegelicht.
Het advies luidt verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
De getuige-deskundige kan zich desgevraagd ook vinden in verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaren, nu geïndiceerd is de terbeschikkinggestelde nog langdurig te volgen binnen het kader van de TBS met dwangverpleging.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting de vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling gewijzigd, in dier voege dat zij verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren heeft gevorderd.
5 Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
De terbeschikkinggestelde heeft ter terechtzitting verklaard dat hij verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren prima vindt en zelfs prefereert boven de aanvankelijk gevorderde verlenging voor de duur van één jaar. De raadsman heeft zich daarbij aangesloten en zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
6 De beoordeling
Uit het rapport blijkt dat de heer [terbeschikkingsgestelde] is gediagnosticeerd met een schizo-affectieve stoornis, bipolair type. Ernstige (paranoïde gekleurde) psychotische episoden hebben geresulteerd in delicten. Delicten zijn gepleegd nadat de heer [terbeschikkingsgestelde], tegen de voorwaarden in, gestopt was met inname van zijn medicatie. In het verleden heeft softdruggebruik luxerend gewerkt voor psychotische decompensatie. Hoewel de heer [terbeschikkingsgestelde] momenteel meewerkt aan zijn depotmedicatie, is hij niet overtuigd van het nut van deze medicatie. De heer [terbeschikkingsgestelde] is voornemens om, als TBS beëindigd wordt, het innemen van zijn medicatie te staken .
Binnen huidige setting functioneert de heer [terbeschikkingsgestelde] stabiel. Voor het oplossen van problemen is de heer [terbeschikkingsgestelde] afhankelijk van het professionele hulpverleningsnetwerk. Afgelopen jaar is het eenmaal nodig geweest om de heer [terbeschikkingsgestelde] kortdurend op te nemen op een gesloten afdeling. De heer [terbeschikkingsgestelde] was met de dood bedreigd, waarna hij zeer angstig werd en psychotische uitspraken deed. Toezicht en begeleiding, zoals aanwezig in huidige context, worden als noodzakelijk gezien voor het managen van het risico op toekomstig gewelddadig gedrag. De heer [terbeschikkingsgestelde] gebruikt regelmatig softdrugs, echter zonder dat dit recentelijk een ontregelend effect op de heer [terbeschikkingsgestelde] heeft gehad. Toch staat dit, in combinatie met zijn voornemen zodra het kan te stoppen met medicatie, de heer [terbeschikkingsgestelde] in de weg volledige verantwoordelijkheid te nemen voor zijn delict. Bij onmiddellijke beëindiging van TBS wordt het risico op toekomstig gewelddadig gedrag op basis van huidige risicotaxatie als zeer hoog ingeschat. De heer [terbeschikkingsgestelde] zal stoppen met medicatie, hetgeen psychotische decompensatie met paranoïde wanen in de hand werkt. Er is een aanzienlijke kans op destabilisatie als reactie op de te verwachten stress.
Indien TBS niet beëindigd wordt, de heer [terbeschikkingsgestelde] binnen huidige context blijft en de heer [terbeschikkingsgestelde] zijn medicatie blijft innemen wordt het risico op toekomstig gewelddadig gedrag op basis van huidige risicotaxatie als laag ingeschat.
Gelet op voormeld advies en gehoord wat ter zitting naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de terbeschikkingstelling met verpleging wordt verlengd met een termijn van twee jaren.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [terbeschikkingsgestelde] voor de tijd van twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. I. Bruna, voorzitter, mr. M.J. Grapperhaus en
mr. E.C.A. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.A. van Wageningen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 15 juli 2010.
Mr. Bakker is buiten staat deze beslissing te ondertekenen.