ECLI:NL:RBUTR:2010:BN0577
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.M. Vanwersch
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in verhuis- en inrichtingskosten voor Toko Mitra
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Utrecht op 19 mei 2010, betreft het een geschil tussen de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) en de commanditaire vennootschap C.V. Toko Mitra over de tegemoetkoming in verhuis- en inrichtingskosten. Toko Mitra heeft verzocht om een tegemoetkoming van € 325.000,00 exclusief BTW, maar heeft niet de gevraagde onderbouwing en specificaties overgelegd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Toko Mitra niet heeft voldaan aan de eisen die in een eerder tussenvonnis zijn gesteld, waaronder het overleggen van een kostenindicatie van een verhuisbedrijf en een gespecificeerde begroting van de inrichtingskosten. De rechter heeft de overgelegde offertes beoordeeld en geconcludeerd dat deze onvoldoende aanknopingspunten bieden voor een redelijke tegemoetkoming.
De kantonrechter heeft de kosten voor de inrichtingskosten vastgesteld op basis van de standaard kosten zoals opgenomen in het Reed Business Taxatieboekje. Voor een vloeroppervlakte van 200 m2 zijn de inrichtingskosten berekend op € 63.200,00, met een aftrek van 20% voor nieuw-voor-oud, wat resulteert in een gemiddelde tegemoetkoming van € 50.560,00. De rechter heeft besloten dat een redelijke tegemoetkoming gelijk is aan 25% van dit bedrag, wat neerkomt op € 15.800,00. Daarnaast zijn de overige kosten, waaronder schilder- en drukwerk, begroot op € 10.000,00 en de verhuiskosten op € 5.000,00. Dit leidt tot een totale tegemoetkoming van € 30.800,00, onder de voorwaarde dat Toko Mitra een ondertekende koop- of huurovereenkomst voor vervangende bedrijfsruimte overlegt en aantoont dat zij haar onderneming binnen drie jaar na de ontruiming heeft voortgezet.
De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en PMT is in de gelegenheid gesteld om haar vordering in te trekken. De uitspraak is gedaan door kantonrechter I.M. Vanwersch en is openbaar gemaakt op 19 mei 2010.