parketnummer: 16/604137-09 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 juni 2010
[verdachte],
geboren op [1980] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [woonadres].
Raadsman mr. S.D. Kurz, advocaat te Maarssen
1. Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 3 juni 2010, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2. De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
3598 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad en dat verdachte van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
3. De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4. De beoordeling van het bewijs
4.1. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 3598 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad, alsmede dat verdachte van dat misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. De officier van justitie heeft zich daarbij gebaseerd op de aangetroffen afbeeldingen, die volgens het proces-verbaal van de politie zijn aan te merken als kinderporno en op de bekennende verklaring van verdachte.
4.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het bewijs geen verweer gevoerd. Volgens de raadsman kan de rechtbank op grond van de bevindingen van de politie en de bekennende verklaring van verdachte tot een bewezenverklaring komen van het ten laste gelegde.
4.3. Het oordeel van de rechtbank
Op 1 april 2009 vond in de woning van verdachte aan de [woonadres] te [woonplaats] een doorzoeking plaats en werden onder meer een harde schijf en een laptop in beslag genomen .
Op deze gegevensdragers werden door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden zedenrechercheur, in totaal 3598 afbeeldingen (3595 op de harde schijf en 3 op de laptop) aangetroffen, welke afbeeldingen konden worden aangemerkt als kinderpornografisch materiaal. Voornoemde zedenrechercheurs hebben 25 van deze afbeeldingen omschreven. Uitgangspunt hierbij was dat deze filmbestanden een algemeen beeld van de gehele collectie geven . Van deze 25 afbeeldingen werd een schermafdruk gemaakt, welke ook door de rechtbank en de andere procespartijen is bekeken. De rechtbank is daarbij ook uit eigen waarneming tot het oordeel gekomen dat de in de tenlastelegging genoemde filmbestanden een kinderpornografisch karakter hebben.
Verdachte heeft ter terechtzitting een geheel bekennende verklaring afgelegd .
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hieronder bewezenverklaarde feiten.
4.4. De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 24 april 2009, te Nieuwegein en
Maarssen, gegevensdragers, bevattende 3598 afbeelding, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij een persoon die
kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of
schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit
onder meer
- het (kennelijk) anaal penetreren (met de penis en/of vinger(s) en/of een
voorwerp) door zichzelf en/of door een volwassen man/(een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, van het
lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
(eveneens) nog niet heeft/hebben bereikt, beschrijving
multimediafiles nummers 11,13,14,15,16,18,21,24 en
- het (laten) betasten van de (stijve) penis van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt door een
volwassen vrouw /(een) perso(o)n(en) die eveneens kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet heeft/hebben bereikt, beschrijving
multimediafiles nummers 3,19,22) en
- het drukken van de stijve penis van een volwassen man tegen de penis
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt,
beschrijving multimediafilenummer 10 en
- het laten likken van de stijve penis van een volwassen man door een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt beschrijving multimediafile nummer 1 en
- het in de mond laten nemen van de penis van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt door een
volwassen man/(een) perso(o)n(en) die eveneens kennelijk de leeftijd van 18
jaar nog niet heeft/hebben bereikt beschrijving
multimediafiles nummers 7,8,12 en
- het houden van een stijve penis voor het gezicht van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, terwijl
op dat gezicht een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
beschrijving multimediafile nummer 9 en
- het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij door
het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden
van die/de perso(o)n(en) nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en/of
naaktheid in beeld gebracht worden beschrijving
multimediafiles nummers 2,4,5,6,17,20,23,25, van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5. De strafbaarheid
5.1. De strafbaarheid van het feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert het navolgende strafbare feit op.
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
5.2. De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6. De strafoplegging
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen:
- een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden -kort gezegd- verplicht reclasseringscontact, inclusief een meldingsgebod en een behandelverplichting bij Kade 17.
De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd om de in beslag genomen laptop (Compaq) en de externe harddisk (Maxtor) te onttrekken aan het verkeer.
6.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte erg veel spijt heeft van het in bezit hebben van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen. Voorts heeft de raadsman er op gewezen dat verdachte al in 2002 op eigen initiatief naar de politie is gegaan en toen getracht heeft om hulp te krijgen. Als de politie op dat moment anders had gereageerd en verdachte serieus had genomen was het met verdachte wellicht heel anders gelopen. De raadsman heeft daarnaast benadrukt dat verdachte een blanco strafblad heeft, volledig heeft meegewerkt aan het politie-onderzoek en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zeer veel schade zal aanrichten op diverse leefgebieden van verdachte. Een werkstraf voor de duur van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, met bijzondere voorwaarden ligt volgens de raadsman in de rede. De nadruk moet immers liggen op de hulpverlening en niet op vergelding, aldus de raadsman.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straffen heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van bijna 7 jaar schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno door kinderpornografische afbeeldingen te downloaden en op te slaan op zijn computer. De rechtbank overweegt dat het bezit van kinderporno buitengewoon verwerpelijk is, met name omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan bloot worden gesteld grote psychische schade op, die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Verdachte moet medeverantwoordelijk worden gehouden voor genoemd seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door het downloaden van de kinderporno, heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de vraag naar kinderporno. Verdachte heeft hierbij ten tijde van het plegen van de feiten kennelijk nimmer stilgestaan. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen en verspreiden, maar zeker ook degenen die kinderporno downloaden en verzamelen.
De rechtbank overweegt dat verdachte blijkens het uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 23 april 2010 niet eerder met justitie in aanraking is geweest voor het plegen van dit soort feiten of voor het plegen van andersoortige feiten.
Als strafverzwarende factoren neemt de rechtbank in overweging dat verdachte zich gedurende een heel lange periode heeft beziggehouden met het downloaden en opslaan van zeer schokkende kinderpornografische afbeeldingen. Zo waren op de afbeeldingen veelal zeer jonge jongens te zien die op een grove manier seksueel misbruikt werden. De rechtbank acht het bovendien kwalijk dat verdachte naar eigen zeggen en ook blijkens de melding bij de politie al in 2002 het verwerpelijke van zijn handelen/afbeeldingen in zag, maar toch door is gegaan met het downloaden van dergelijke (heftige) kinderpornografische afbeeldingen. Te meer daar verdachte zelf aangeeft in het verleden seksueel misbruikt te zijn en hij nog steeds gebukt gaat onder hetgeen hem is overkomen.
Dat verdachte uitsluitend op zoek is gegaan naar seksuele afbeeldingen die van hemzelf op jeugdige leeftijd zijn gemaakt, acht de rechtbank onaannemelijk. Hierbij heeft de rechtbank gelet op de aard, het aantal en de ernst van de afgebeelde afbeeldingen. Bovendien staan op de afbeeldingen kinderen die qua leeftijd een stuk jonger zijn dan verdachte zou zijn geweest in de periode dat hij zelf seksueel misbruikt zou zijn.
Als strafverminderende factoren neemt de rechtbank in overweging dat niet is gebleken dat verdachte betaald heeft voor het downloaden van de films. Ook het tijdsverloop in deze zaak weegt de rechtbank mee ten gunste van verdachte. Voorts weegt de rechtbank in het voordeel van verdachte mee dat hij vanaf het begin met de politie heeft meegewerkt en dat hij direct openheid van zaken heeft gegeven. Verdachte heeft het feit volledig bekend en ziet het laakbare van zijn handelen in. Verdachte heeft ter terechtzitting en eerder tegenover de politie verklaard dat hij zich schaamt, zelf hulp (bij De Waag) heeft gezocht voor zijn problemen en dat hij hierbij hulp krijgt van zijn vrouw, met wie hij graag een toekomst wil opbouwen.
Blijkens het rapport van de Reclassering Nederland van 27 mei 2010, opgemaakt door H. Ellen, reclasseringswerker, heeft verdachte naast de twijfels over zijn geaardheid, ook nog problemen met betrekking tot zijn (misbruik)verleden. In januari 2010 werd bij betrokkene naar aanleiding van een intake bij een psycholoog een posttraumatische stressstoornis (PTSS) geconstateerd. Ook werd toen de diagnose ADHD, die al in de kindertijd bij verdachte was vastgesteld, bevestigd. Betrokkene geeft aan geregeld last van zijn ADHD te ondervinden. Verdachte staat open voor behandeling en heeft hiervoor al contact gezocht met verschillende instellingen. Een mogelijke beperking voor gedragsverandering is het gegeven dat betrokkene verantwoordelijkheid buiten zichzelf legt en weinig open lijkt te staan voor andere visies. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag. Door de reclassering wordt geadviseerd om bij een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf bijzondere voorwaarden op te leggen. Hierbij wordt gedacht aan een meldingsgebod en een behandelverplichting bij Kade 17, of een soortgelijke instelling.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf de gangbare strafmaat in vergelijkbare gevallen in overweging genomen.
De rechtbank acht gelet op hetgeen hiervoor is overwogen een voorwaardelijke gevangenisstraf alsmede een werkstraf passend en geboden. De rechtbank ziet aanleiding om de hierna te noemen bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf te verbinden. Hoewel de straf lager is dan door de officier van justitie is geëist is de rechtbank van oordeel dat met de op te leggen straf voldoende recht wordt gedaan aan de ernst van het bewezenverklaarde feit en de persoon van verdachte.
7. Het beslag
7.1. De onttrekking aan het verkeer
De in beslag genomen voorwerpen, te weten de computer (Compaq) en de harddisk, zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is namelijk dat het feit is begaan met behulp van deze voorwerpen en dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
8. De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
9. De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, ook als dat inhoudt dat verdachte zich gedurende bepaalde perioden moet melden en dat verdachte zal (blijven) meewerken aan de behandeling bij Kade 17, of een soortgelijke instelling;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- veroordeelt verdachte tot een werkstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: een harddisk (Maxtor) en een laptop (merk Compaq).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.G. van Doorn, voorzitter, mr. Z.J. Oosting en mr. Y.A.T. Kruijer, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 juni 2010.