ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6692
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag door het naar beneden gooien van een fiets vanaf een zesde verdieping
In deze zaak heeft de rechtbank Utrecht op 12 mei 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot doodslag en vernieling. De verdachte heeft op 15 februari 2010 vanaf de zesde verdieping van een flatgebouw een fiets naar beneden gegooid, waarbij de fiets op het hoofd van het slachtoffer [slachtoffer 1] terechtkwam. Dit leidde tot een snee in zijn hoofd, waarvoor hij zeven hechtingen nodig had, en een hersenschudding. Het slachtoffer heeft nog steeds last van de gevolgen van het incident en gebruikt pijnstillers. Een tweede slachtoffer, [slachtoffer 2], stond op korte afstand en had ook kunnen worden geraakt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde door de fiets naar beneden te gooien, en dat hij zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat hij iemand zou verwonden of doden. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 20 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringscontact en behandeling bij De Waag. Daarnaast moest de verdachte een schadevergoeding van € 1.000,- betalen aan het slachtoffer. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte, dat de fiets uit zijn handen was geglipt, niet geloofwaardig, en concludeerde dat hij de fiets met opzet had gegooid. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten, maar oordeelde dat zijn handelen een ernstige inbreuk op de integriteit van de slachtoffers vormde.