ECLI:NL:RBUTR:2010:BM6062
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.J. Ettekoven
- R. in ’t Veld
- G. Perrick
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen bestuursrechter mr. [X] in de zaak van ir. [verzoeker]
In deze wrakingszaak heeft ir. [verzoeker] een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. [X], de behandelend bestuursrechter, tijdens de zitting van 28 april 2010. Dit verzoek volgde op de behandeling van zijn beroep tegen besluiten van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente De Ronde Venen, waarbij zijn verzoek om een individuele re-integratieovereenkomst en zijn bezwaar niet-ontvankelijk waren verklaard. Tijdens de zitting heeft mr. [X] voorstellen gedaan over de behandeling van de pleitnotitie van ir. [verzoeker], wat leidde tot onvrede bij de verzoeker, die meende dat hij zijn standpunt niet goed kon verwoorden. Op 11 mei 2010 vond de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek plaats, waarbij mr. [X] aanwezig was en haar standpunt toelichtte. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die wijzen op een persoonlijke vooringenomenheid van mr. [X]. De rechtbank benadrukt dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat ir. [verzoeker] voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt naar voren te brengen, maar dat dit niet is gebeurd vanwege het wrakingsverzoek. Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen en de zaak voortgezet in de stand waarin deze zich bevond voor de schorsing.