ECLI:NL:RBUTR:2010:BM5526
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.E. Verschoor-Bergsma
- I. Bruna
- M.H.L. Schoenmakers
- Rechtspraak.nl
Jeugddetentie opgelegd aan verdachte voor meerdere strafbare feiten waaronder tasjesroof en afpersing
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 25 mei 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich in een periode van ongeveer een jaar schuldig heeft gemaakt aan acht strafbare feiten, waaronder tasjesroof, poging tot afpersing en meerdere mishandelingen. De rechtbank heeft de verdachte, die op dat moment in een gesloten jeugdzorginstelling verbleef, een jeugddetentie opgelegd van 180 dagen, waarvan 141 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De bijzondere voorwaarde is dat de verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van Bureau Jeugdzorg in het kader van de maatregel Hulp en Steun.
De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 11 mei 2010, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verschillende feiten, waaronder het proberen te stelen van een tas van een oudere vrouw, het stelen van een fiets en frisdrank uit een schuur, en het mishandelen van meerdere slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft benadrukt dat de gepleegde feiten niet alleen materiële schade, maar ook psychische schade bij de slachtoffers teweegbrengen. De rechtbank heeft de strafeis van de officier van justitie gevolgd, waarbij de verdachte de kans krijgt om zich te rehabiliteren onder begeleiding van Bureau Jeugdzorg.