ECLI:NL:RBUTR:2010:BM5299

Rechtbank Utrecht

Datum uitspraak
19 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
271200 / FA RK 09-4291, 271205 / FA RK 09-4293
Instantie
Rechtbank Utrecht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor erkenning en gezamenlijk gezag over minderjarige

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Utrecht op 19 mei 2010, is een verzoek ingediend om vervangende toestemming te verlenen voor de erkenning van een minderjarige en de vaststelling van gezamenlijk gezag. De rechtbank heeft kennisgenomen van een eerder verzoekschrift dat door de rechtbank te 's-Gravenhage was verwezen, en heeft de relevante stukken en correspondentie van de betrokken advocaten in overweging genomen. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. O. Huisman, stelde dat de rechtbank onbevoegd was om de zaak te behandelen, terwijl de man, vertegenwoordigd door mr. J.M. Veldkamp, verzocht om de verzoeken in behandeling te nemen. De rechtbank heeft overwogen dat zij gebonden is aan de verwijzing door de rechtbank te 's-Gravenhage, zoals bepaald in artikel 270 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Hierdoor is de rechtbank bevoegd om van de verzoeken kennis te nemen, en het bevoegdheidsverweer van de vrouw is afgewezen. De behandeling van de zaak is aangehouden in afwachting van het verslag van de benoemde bijzondere curator over de minderjarige. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om de zaak te verwijzen naar de rechtbank te 's-Gravenhage afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van griffier mr. A. Verouden.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummers / rekestnummers: 271200 / FA RK 09-4291, 271205 / FA RK 09-4293
vervangende toestemming erkenning en gezamenlijk gezag
Tussenbeschikking van 19 mei 2010
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
nader te noemen de man,
advocaat mr. J.M. Veldkamp,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
nader te noemen de vrouw,
advocaat mr. O. Huisman,
met als belanghebbende
mr. [naam],
kantoorhoudende te Utrecht,
in haar hoedanigheid van bijzond[A]or
over de minderjarige [A].
1. Verloop van de procedure
1.1. De rechtbank heeft kennisgenomen van het door de rechtbank te ‘s-Gravenhage bij beschikking van 13 juli 2009 verwezen verzoekschrift met bijlagen. Het verzoek strekt ertoe toestemming te verlenen om over te gaan tot erkenning van de minderjarige en tot vaststelling van gezamenlijk gezag.
1.2. Bij beschikking van 14 april 2010 heeft deze rechtbank mr. [naam] benoemd tot bijzondere curator over de minderjarige [A].
1.3. De rechtbank heeft kennisgenomen van de nadien ingekomen stukken, waaronder de brieven van mr. Huisman, mr. [naam] en mr. Veldkamp van respectievelijk 20 april 2010, 26 april 2010 en 6 mei 2010, betreffende de bevoegdheid van deze rechtbank.
2. Beoordeling van het verzochte
2.1. De vrouw heeft zich, met een beroep op artikel 265 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), op het standpunt gesteld dat deze rechtbank onbevoegd is om van de onderhavige verzoeken kennis te nemen. De man heeft de rechtbank verzocht de verzoeken in behandeling te nemen.
2.2. De rechtbank overweegt dat zij, overeenkomstig artikel 270 lid 3 Rv, gebonden is aan de verwijzing door de rechtbank te ’s-Gravenhage. Gelet hierop is deze rechtbank bevoegd om van de onderhavige verzoeken kennis te nemen. Het bevoegdheidsverweer van de vrouw treft geen doel.
2.3. De behandeling van de zaak wordt voor het overige aangehouden in afwachting van het verslag van de bijzondere curator en de reacties van partijen op dit verslag.
3. Beslissing
De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw strekkende tot verwijzing van de zaak naar de rechtbank te ’s-Gravenhage af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. A. Verouden, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2010.?