Op de zitting van 26 april 2010 heeft verdachte bekend dat hij op 3 november 2009 met de [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] naar Den Haag is gereden. In Den Haag is hij betrokken geweest bij het plegen van diefstallen. Hij heeft een jas van het merk North Face gestolen en hij is samen met in de winkel Jack en Jones geweest, alweer hij een alarmlabel van een jas heeft verwijderd.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 3 november 2009 met [medeverdachte 4], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] naar Den Haag is geweest om jassen te stelen. [medeverdachte 1] stelde voor om de jassen te stelen en hij zou ze wel verkopen. Er werd gebruik gemaakt van twee geprepareerde tassen, waarvan er één door [medeverdachte 3] is gemaakt. Zij zijn al die tijd met z’n vijven bij elkaar gebleven in Den Haag. Verdachte bekent bij de politie dat hijzelf een jas van het merk North Face heeft gestolen. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] waren op dat moment ook in de winkel. Hij was met [medeverdachte 2] in een winkel op het moment dat [medeverdachte 2] een jas van het merk Jack & Jones pakte. De jas van Maison de Bonneterie is gestolen door [medeverdachte 3] en de jas van V&D is gestolen door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3].
[medeverdachte 2] heeft bij de politie verklaard dat hij op 3 november 2009 samen met [verdachte] (de rechtbank begrijpt verdachte) en [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3]) met behulp van geprepareerde tassen diefstallen heeft gepleegd, terwijl [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 1]) en [medeverdachte 4] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 4]) buiten de winkels stonden te wachten. Het was de bedoeling om jassen te stelen. De geprepareerde tassen lagen in de auto op het moment dat zij naar Den Haag reden. De bedoeling was om de gestolen jassen door de Litouwers te laten verkopen. [medeverdachte 4] was chauffeur en [medeverdachte 1] was een soort leider: hij wees de winkels aan waar gestolen moest worden en hij wist waar de goederen verkocht konden worden. [medeverdachte 3] had de geprepareerde tassen gemaakt. [medeverdachte 4] was constant bij [medeverdachte 1]. [medeverdachte 2] heeft bij de politie bekend dat hij een jas van het merk Jack en Jones heeft gestolen. [medeverdachte 3] heeft een jas bij Maison de Bonneterie gestolen. verdachte heeft een jas van Perry Sport gestolen en er heeft ook iemand een jas bij V&D gestolen.
[medeverdachte 4] heeft bij de politie verklaard dat hij op 3 november 2009 met verdachte en de [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2]) in zijn auto naar Den Haag is geweest.
[medeverdachte 3] heeft bij de politie verklaard dat hij op 3 november 2009 met [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [medeverdachte 2] en verdachte naar Den Haag is gegaan. De Litouwers hadden hen verteld dat zij jassen moesten stelen, die door de Litouwers zouden worden verkocht. De opbrengst zou eerlijk verdeeld worden. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] lieten de winkels zien waar zij heen moesten gaan. [medeverdachte 4] had een speciale tas. Verdachte heeft een North Face jas gestolen. [medeverdachte 2] en hijzelf hebben een jas bij V&D en bij Maison de Bonneterie gestolen.
Toen zij naar Den Haag gingen wist iedereen dat we daarheen gingen om jassen te stelen.
Op basis van voornoemde verklaringen in onderling verband en samenhang bezien blijkt naar het oordeel van de rechtbank een bewuste en nauwe samenwerking bij de diefstallen van de jassen in Den Haag. Men heeft tevoren met elkaar het plan gemaakt om naar Den Haag te gaan om jassen te stelen. Bij het vertrek lagen er al geprepareerde tassen in de auto. In Den Haag heeft men in wisselende samenstelling een aantal jassen gestolen en is men weer naar huis gereden. Er zijn voorts afspraken gemaakt over de wijze van verkopen en de aandeel wat een ieder zou krijgen. Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de onder 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde winkeldiefstallen heeft begaan tezamen en in vereniging met anderen
De rechtbank acht ook de diefstal van de jas bij V&D wettig en overtuigend bewezen. Er is een aangifte namens V&D. [medeverdachte 3] heeft bovendien bij de politie verklaard dat hij met verdachte een jas bij V&D heeft gestolen, hetgeen door verdachte wordt bevestigd.
[medeverdachte 2] heeft bovendien bij de politie de jas herkend, maar daarover verklaard dat hij niet weet wie deze jas heeft gestolen.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende bewijs is voor een bewuste en nauwe samenwerking van de diefstal bij Albert Heijn in Amersfoort. [medeverdachte 1] is voor dit feit aangehouden. Het enkele feit dat verdachte, samen met de [medeverdachte 2], [medeverdachte 4] en [verdachte] op de terugweg van hun bezoek aan Den Haag in de auto op [medeverdachte 1] heeft gewacht maakt dit niet anders, te meer daar de voorafgemaakte plannen uitdrukkelijk betrekking hadden op de diefstal van jassen.
Verdachte zal worden vrijgesproken van de hem onder 1 tenlastegelegde winkeldiefstal.