ECLI:NL:RBUTR:2010:BM1345
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Perrick
- J.W. Veenendaal
- M.S. Koppert
- Rechtspraak.nl
Oplegging van een geldboete wegens niet tijdig melden van grondtoepassingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 1 februari 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een rechtspersoon die zich schuldig heeft gemaakt aan het niet of niet tijdig melden van het voornemen om op verschillende locaties grond toe te passen. De rechtbank heeft vastgesteld dat door deze nalatigheid controle door de aangewezen autoriteiten onmogelijk werd gemaakt. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van overtredingen van de Wet bodembescherming, waarbij de feiten zich hebben voorgedaan in de periode van 2005 tot 2006. Tijdens de zitting op 18 januari 2010 zijn de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De rechtbank heeft de bewijsoverwegingen uitvoerig behandeld en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 10.000, waarvan € 5.000 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de wetgeving ter bescherming van de bodem en de rol van de autoriteiten in het toezicht op dergelijke activiteiten.