beschikking
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rekestnummer: 282549 / FA RK 10-1002
Beschikking van 22 maart 2010
[de man],
hierna: de man,
en
[de vrouw],
hierna: de vrouw,
echtelieden,
verzoekers,
advocaat mr. G. de Gelder
1. Verloop van de procedure
Verzoekers hebben op 16 februari 2010 ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift ingediend dat strekt tot adoptie door verzoekers van de minderjarige:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] (Volksrepubliek China).
De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 9 maart 2010. Hierbij zijn verschenen: verzoekers met hun advocaat. Voorts was aanwezig mevrouw A. Raedts van de Raad voor de Kinderbescherming.
- De betrokken minderjarige is geboren als kind van onbekende ouders.
- De minderjarige bezit de Chinese nationaliteit.
- Bij notariële akte d.d. 10 maart 2003 opgemaakt door Li Binghua, Hunan Provincial Notary Public Office, Volksrepubliek China, is naar het recht van de Volksrepubliek China uitgesproken de adoptie door verzoekers van de minderjarige.
- Verzoekers hebben verklaard dat de minderjarige, bij inwilliging van het verzoek, de geslachtsnaam [naam] zal hebben.
- De verzoekers zijn gehuwd op 16 maart 1984 te Middelharnis. Door echtscheiding is het huwelijk op 6 juli 2006 ontbonden. De verzoekers zijn opnieuw gehuwd op
30 december 2009 te Veenendaal.
- De man is ernstig ziek.
3. Beoordeling van het verzoek
Uit de overgelegde stukken blijkt dat de minderjarige naar het recht van de Volksrepubliek China reeds door verzoekers is geadopteerd.
De minderjarige is in 2003 opgenomen in het gezin van verzoekers. Verzoekers zijn in 2006 gescheiden. Vast staat dat zij na de echtscheiding niet hebben samengeleefd maar de verzorging en opvoeding van de minderjarige en de andere drie kinderen van verzoekers wel tezamen op zich hebben genomen. Op 30 december 2009 zijn verzoekers opnieuw gehuwd.
De rechtbank stelt vast dat de Minister van Justitie destijds een beginseltoestemming heeft verleend, welke niet dan na voorafgaand onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt verleend. De rechtbank is dan ook van oordeel dat in beginsel geen bezwaren bestaan tegen de verzochte adoptie naar Nederlands recht. Verzoekers zijn echter in 2006 gescheiden en hebben na de echtscheiding niet samengeleefd. Zij wonen pas sinds enkele maanden weer samen. Zij voldoen dan ook niet aan het vereiste van artikel 1:227 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek dat het verzoek door twee personen tezamen slechts kan worden gedaan, indien zij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek hebben samengeleefd.
Adoptie wordt in Nederland gezien als een maatregel van kinderbescherming. Deze bescherming van het kind wordt geboden door een erkenning van de duurzame binding tussen het kind en de adoptiefouders die het kind duurzaam verzorgen en opvoeden. Adoptie maakt dat de minderjarige, die feitelijk al deel uitmaakt van het gezins- en familieverband van de adoptanten, ook juridisch deel uit gaat maken van deze familie, hetgeen ook een aantal rechtsgevolgen, waaronder erfrechtelijke, met zich meebrengt. De wetgever heeft bij het vereiste dat verzoekers voorafgaand aan het verzoek tot adoptie drie jaar dienen te hebben samengeleefd, beoogd een zekere waarborg te scheppen voor de duurzaamheid en bestendigheid van de opvoedingssituatie van het adoptiekind. Bij de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek betreffende de adoptie staat het belang van het kind voorop. Dit is ook het geval in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: IVRK). Artikel 20 lid 1 IVRK bepaalt dat adoptie een vorm van gezinsvervangende zorg is voor een kind dat het verblijf in het gezin waartoe het behoort, moet missen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat het belang bij het kind voorop dient te staan bij de beoordeling van onderliggend adoptieverzoek.
Vast staat dat de minderjarige sinds 10 maart 2003 door verzoekers gezamenlijk wordt verzorgd en opgevoed. Verzoekers leefden voor het moment van adoptie naar Chinees recht reeds meer dan drie jaren samen. Op 6 juli 2006 is het huwelijk van verzoekers ontbonden, doch op 30 december 2009 zijn zij opnieuw in het huwelijk getreden.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat, alhoewel verzoekers niet voldoen aan de voorwaarde die in artikel 1:227 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt gesteld, een redelijke uitleg van de wet met zich meebrengt dat niet alleen dient te worden gekeken naar deze termijn van samenleving maar tevens naar de overige omstandigheden, waaronder de duur van het eerste huwelijk van verzoekers, het feit dat zij opnieuw zijn gehuwd, alsmede het feit dat zij de minderjarige en hun andere kinderen in de periode welke gelegen is tussen de twee huwelijken samen hebben verzorgd en opgevoed. Bovendien speelt in de onderhavige zaak de omstandigheid dat de man een ernstige ziekte heeft en zijn levensverwachting op dit moment nog maar kort is, een rol. De rechtbank betrekt bij haar overwegingen tevens het advies van de Raad die ter terechtzitting geadviseerd heeft in het belang van de minderjarige de adoptie zo spoedig mogelijk uit te spreken.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het voorgaande, de duurzaamheid en bestendigheid van de opvoedingssituatie van de minderjarige, voldoende gewaarborgd zijn en dat adoptie door verzoekers in het belang van de minderjarige is. Zij stelt voorts vast dat is voldaan aan de overige voorwaarden die in de artikelen 1:227 en 1:228 BW voor adoptie worden gesteld.
De rechtbank zal het verzoek tot adoptie dan ook toewijzen.
Ter terechtzitting heeft de man verklaard dat verzoekers willen dat de positie van de minderjarige in familierechtelijke en erfrechtelijke zin dezelfde zal zijn als die van hun overige (geadopteerde) kinderen, waarvan één meerderjarig en twee minderjarig. De man is echter ernstig ziek en zijn levensverwachting is op dit moment nog maar kort. Het is zeer de vraag of de man nog zal leven op het moment dat deze beschikking in kracht van gewijsde zal gaan op welk moment de rechtsgevolgen van de beschikking zullen intreden, aldus de man. De rechtbank vat de verklaring van de man op als een verzoek om de adoptie uit te spreken met terugwerkende kracht vanaf het moment van deze beslissing, dat wil zeggen
22 maart 2010.
Adoptie heeft haar gevolgen vanaf de dag dat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Gevolg hiervan is dat de geadopteerde in beginsel geen aanspraak als bloedverwant kan doen gelden op de nalatenschap van personen die zijn overleden voordat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
Omdat aan een adoptie met terugwerkende kracht vergaande gevolgen gekoppeld zijn, dient aan een verzoek tot een beslissing tot terugwerkende kracht terughoudendheid te worden betracht.
Zoals de rechtbank in het voorgaande heeft overwogen is de minderjarige reeds naar Chinees recht door verzoekers geadopteerd. Uit het Birth Notarial Certificate d.d. 10 maart 2003 opgemaakt door Li Binghua, Hunan Provincial Notary Public Office, Volksrepubliek China, blijkt dat haar biologische ouders niet zijn gevonden. De rechtbank heeft dan ook hierboven vastgesteld dat de minderjarige niets meer van haar biologische ouders te verwachten heeft.
De adoptie van de minderjarige door zowel de man als de vrouw zal door de rechtbank bij deze beschikking worden uitgesproken, doch indien de man vóór het in kracht van gewijsde gaan van deze beschikking komt te overlijden, zal de positie van de minderjarige, in ieder geval in erfrechtelijke zin, anders zijn dan die van de andere drie (geadopteerde) kinderen van verzoekers. De rechtbank acht dit niet in het belang van de minderjarige. Het is immers de bedoeling van verzoekers geweest om met de adoptie de positie van de minderjarige in familierechtelijke en erfrechtelijke zin gelijk te stellen met die van de andere kinderen van verzoekers. Indien de man wel nog leeft op het moment dat de adoptiebeslissing in kracht van gewijsde gaat, zou dit ook het geval zijn. Bovendien groeit de minderjarige al sinds 2003 op in het gezin van verzoekers en wordt zij door hen samen verzorgd en opgevoed als ware zij hun kind.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat, nu van bezwaren tegen het toewijzen van het verzoek om de adoptie met terugwerkende kracht tot het moment van het uitspreken van deze beschikking uit te spreken niet is gebleken, dit verzoek dient te worden toegewezen.
Geslachtsnaam minderjarige
Verzoekers hebben gezamenlijk verklaard dat de minderjarige de geslachtsnaam [naam] zal hebben.
De minderjarige zal, gelet op het bepaalde in artikel 1: 5 lid 8 van het Burgerlijk Wetboek (BW), de geslachtsnaam [naam] dragen, nu de eerdere kinderen van verzoekers die geslachtsnaam dragen. Een beslissing hierover van de rechtbank kan achterwege blijven.
De adoptanten hebben tevens voornaamswijziging verzocht, in die zin dat de minderjarige de voornamen [voornaam] zal dragen.
Van bezwaren tegen de verzochte voornaamswijziging is niet gebleken.
Dit op de wet gegrond verzoek zal eveneens worden toegewezen.
Mede gezien de overgelegde stukken en alle andere omstandigheden en aanwijzingen, zal de rechtbank op de voet van artikel 7 lid 3 WCAd juncto artikel 1: 25c lid 1 en lid 3 BW, voor zoveel mogelijk, de geboortegegevens van het minderjarige kind vaststellen, zoals hierna staat vermeld.
De rechtbank gaat daarbij uit van het overgelegde stuk:
Birth Notarial Certificate, opgemaakt door Li Binghua, Volksrepubliek China, d.d. 10 maart 2003,
waarbij de authenticiteit wordt bevestigd van het stuk:
Certificate of Abandonment, opgemaakt door Chenzhou Municipal Children’s Welfare Institute op 28 februari 2003.
spreekt de adoptie uit van
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] (Volksrepubliek China),
door
[de man], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
en
[de vrouw], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
echtelieden;
bepaalt dat de adoptie terugwerkende kracht zal hebben tot de datum van heden;
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
stelt als geboortegegevens van de minderjarige vast:
- plaats van geboorte : [geboorteplaats] (Volksrepubliek China)
- datum van geboorte : [geboortedatum] 2000
- geslacht : vrouwelijk
- geslachtsnaam : [naam]
- voornaam : [voornaam]
en gelast de inschrijving daarvan in het register van geboorten van de gemeente
’s-Gravenhage;
gelast de voornaamswijziging van de minderjarige in [voornaam];
bepaalt dat de minderjarige de geslachtsnaam [naam] zal hebben;
stelt vast dat de minderjarige zal zijn geheten: [voornaam] [naam];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. T.M.M.P. Westbroek, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2010.?