ECLI:NL:RBUTR:2010:BL8968
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot meerderjarigverklaring van minderjarige in het kader van gezag over ongeboren kind
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek ingediend tot meerderjarigverklaring van de minderjarige [M], die op [1992] in Spanje is geboren. De kinderrechter heeft de zaak behandeld op 16 februari 2010, waarbij de betrokken partijen, waaronder [M], haar moeder, de vader van [M], [R] en de moeder van [R], aanwezig waren. De moeder van [M] is alleen belast met het ouderlijk gezag over haar dochter, die in verwachting is van haar eerste kind, dat eind april 2010 zal worden geboren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [M] haar verantwoordelijkheid wil nemen voor de zorg en opvoeding van haar ongeboren kind en dat zij meerderjarig wil worden verklaard om dit te kunnen doen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geen bezwaren tegen de meerderjarigverklaring en steunt het verzoek, aangezien dit in het belang van [M] en haar ongeboren kind is. De moeder van [M] en andere belanghebbenden hebben ook ingestemd met het verzoek.
De kinderrechter heeft overwogen dat, hoewel het verzoek tot meerderjarigverklaring kan worden gedaan vóór de bevalling, er op grond van artikel 1:253ha lid 3 BW niet eerder op het verzoek kan worden beslist dan na de bevalling. Dit is bedoeld om de belangen van de betrokkenen te beschermen, vooral gezien de impact van de geboorte op de gezinsdynamiek. De kinderrechter heeft daarom besloten om de behandeling van het verzoek aan te houden tot 22 juni 2010, in afwachting van een nader onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming, die voor die datum schriftelijk moet rapporteren over de situatie.