Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 270030 / HA ZA 09-1572
de vennootschap naar vreemd recht
EXTREAME RACING LIMITED,
gevestigd te Wiltshire, kantoorhoudende te West Winterslow, Salisbury, Wiltshire, Engeland,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. T. Ensink,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V., h.o.d.n. [handelsnaam] ,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] , kantoorhoudende te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H. Kroon.
Partijen zullen hierna Extreame Racing en [handelsnaam] worden genoemd.
1. De procedure in conventie en in reconventie
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 oktober 2009 en de daarin genoemde processtukken
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het proces-verbaal van comparitie van 26 januari 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten in conventie en in reconventie
2.1. Op 21 december 2007 hebben Extreame Racing en [handelsnaam] een overeenkomst (verder: de overeenkomst) gesloten met betrekking tot de koop en verkoop van een catamaran, type [.] – een raceklasse –, voor een bedrag van EUR 359.500,00. Dit bedrag is conform de overeenkomst door Extreame Racing in drie termijnen aan [handelsnaam] voldaan.
2.2. Conform de overeenkomst hebben in maart 2008 twee testvaarten plaatsgevonden door een door Extreame Racing ingeschakelde bemanning. Tijdens deze testvaarten raakte de catamaran (zwaar) beschadigd.
2.3. [handelsnaam] heeft de catamaran vervolgens weer onder zich genomen en heeft een bedrag van EUR 100.000,00 aan Extreame Racing gerestitueerd. [handelsnaam] heeft tevens een bedrag van EUR 12.500,00 aan Extreame Racing betaald, ter vergoeding van de door Extreame Racing gemaakte kosten van de bemanning.
2.4. In april 2008 had [handelsnaam] weer een catamaran ter beschikking voor Extreame Racing. De catamaran is niet door Extreame Racing afgenomen. Extreame Racing had op dat moment onvoldoende sponsoring.
2.5. Op 23 november 2008 schrijft [handelsnaam] onder meer aan Extreame Racing:
“(…)
Referring to your request to deliver the boat asap we inform you as follows.
Despite our numerous payment requests over the last 9 months we didn’t receive any payment of the amount of € 100.000,- concerning the boat (last term purchase price) up till now.
However, due to your non-performance we’ve got a lot of damage i.e. insurance, storage, handling fees, interests etc. Our financial department has made a calculation for about € 49.750! Specification will follow these days.
As far as we can see, there are two ways to deal with this problem:
1. You have to pay the total amount of € 100.000,- + € 49.750,- (according specification) in advance. As soon as the money has been booked on our bank account we’ll schedule the boat in the orderlist. All the material for building your boat has been separated during the whole period. Building will start as soon as it’s your turn. As mentioned materials don’t have to be ordered which is an advantage in building time.
2. In case you don’t want to receive the boat, we have to come to a financial solution. You are entitled to receive the terms which have been paid up till now, minus our costs and damages. In that case, our lost profit has to be calculated and paid as well.
Please let me know your choice of preference in order to be able to come to a final solution. Of course we will work it out on forehand together in all cooperation. I would like to hear from you this week.
(…)”
2.6. Namens Extreame Racing reageert haar advocaat op 19 december 2008 onder meer als volgt op deze brief:
“(…)
After studying the documents, it is clear that the boat is not fit for delivery, or that it is taken apart for pare parts. In any case, you have indicated that you are willing to deliver the (or another) boat, but only after payment in advance of another EUR 100,000 plus an amount of EUR 49,750, which amount have never been specified up to this date.
As indicated in the letter of 28 November, my client rejects any liability for the EUR 49,750. Also this matter has reached the point where my client can no longer reasonably be expected to furnish the EUR 100,000 without having any security whatsoever that the boat will actually be delivered. This would mean that my client would bear the risk of the entire purchase price being paid without any delivery of the boat. (…)
I come to the conclusion that you are in default (‘verzuim’) under the purchase agreement because you cannot deliver the original boat anymore. On top of that you have indicated that you will not deliver the boat other than under onerous conditions which cannot be said to be acceptable to my client.
As far as necessary, any obligation to pay up the remaining purchase price is hereby suspended (‘opgeschort’) on the basis of article 6:52 et seq and/or 6:262/263 of the Dutch Civil Code.
We have come now to the point where the final position of the parties should be made clear to one another, in order to progress these matters quickly or, alternatively, part ways.
As the boat does not exist and you appear to have used this for spares, without the clients permission, the only acceptable solution is for you to return to the client the sums that you have received to date. I request you to confirm within seven days after the date of this letter that you will do so immediately.
Failing such confirmation within seven days, I hereby formally serve you notice that the purchase agreement shall be regarded dissolved (‘ontbonden’), and that my client shall seek indemnification of all payment advances and any other damages.
(…)”
2.7. [handelsnaam] heeft bij confraternele brief van 6 februari 2009 de ontbinding van de overeenkomst ingeroepen.
in conventie
3.1. Extreame Racing vordert, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. A. primair te verklaren voor recht dat de overeenkomst is ontbonden op 26 december 2008;
B. subsidiair de overeenkomst te ontbinden;
2. [handelsnaam] te veroordelen om ten titel van ongedaanmakingsverbintenis aan Extreame Racing te voldoen een bedrag van EUR 259.500 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 december 2008, althans de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
3. [handelsnaam] te veroordelen om aan Extreame Racing te voldoen een bedrag aan schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
4. [handelsnaam] te veroordelen in de kosten van het geding, die van de beslaglegging daaronder begrepen, onder de bepaling dat (i) de proceskosten voldaan dienen te worden binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en (ii) -voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede (iii) met veroordeling van [handelsnaam] in de nakosten.
3.2. [handelsnaam] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.3. [handelsnaam] vordert, uitvoerbaar bij voorraad,
1. een verklaring voor recht dat de tussen partijen op 21 december 2007 gesloten koopovereenkomst met betrekking tot de catamaran is ontbonden per 6 februari 2009,
2. voorwaardelijk, uitsluitend voor zover in conventie het beroep van [handelsnaam] op verrekening niet wordt toegewezen, Extreame Racing te veroordelen tot betaling aan [handelsnaam] ten titel van schadevergoeding van een bedrag ad EUR 187.378,86, althans te vergoeden de door [handelsnaam] geleden schade nader op te maken bij staat, vermeerderd met de wettelijke rente over het aldus vast te stellen schadebedrag met ingang van 6 februari 2009, danwel met ingang van 23 september 2009, met veroordeling van Extreame Racing in de kosten van de procedure.
3.4. Extreame Racing voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in conventie en in reconventie
4.1. Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, zullen deze gezamenlijk worden behandeld.
4.2. In deze procedure beroepen beide partijen zich op ontbinding van de overeenkomst. De vraag die dus moet worden beantwoord, is welke partij daartoe gerechtigd was en wat daarvan de gevolgen zijn.
4.3. Voor een succesvol beroep op ontbinding in de zin van artikel 6:265 BW moet komen vast te staan dat sprake is van:
- een tekortkoming van de wederpartij
- verzuim aan de zijde van de wederpartij
- een schriftelijke verklaring van de tot ontbinding gerechtigde.
4.4. Extreame Racing stelt zich primair op het standpunt dat zij zich op 19 december 2008 terecht op ontbinding van de overeenkomst heeft beroepen, voor het geval niet binnen 7 dagen een oplossing tussen partijen zou zijn bereikt. Dit beroep op ontbinding gaat vooraf aan het door [handelsnaam] per 6 februari 2009 gedane beroep op ontbinding. Om die reden zal eerst worden beoordeeld of het beroep van de zijde van Extreame Racing slaagt.
4.5. Extreame Racing stelt dat zij in november 2008 om aflevering van de catamaran heeft verzocht. [handelsnaam] stelde zich toen op het standpunt dat zij slechts wilde leveren indien Extreame Racing een niet nader gespecificeerd extra bedrag van EUR 49.750,00 zou betalen. Hier heeft Extreame Racing tegen geprotesteerd. In haar brief van 19 december 2008 (zie 2.6) heeft Extreame Racing medegedeeld de overeenkomst als ontbonden te beschouwen, indien niet binnen 7 dagen een oplossing zou zijn bereikt.
Volgens Extreame Racing heeft [handelsnaam] pas bij conclusie van antwoord in de onderhavige procedure het bedrag van EUR 49.750,00 gespecificeerd. De daarop vermelde posten zijn niet overeengekomen en sterk overdreven, aldus Extreame Racing. Rente is volgens Extreame Racing niet verschuldigd, omdat [handelsnaam] een groot deel van de koopsom nog onder zich hield. [handelsnaam] heeft volgens Extreame Racing voor november 2008 nooit aangedrongen op afname en de contractuele voorwaarden op grond waarvan buitengerechtelijke kosten worden gevorderd zijn Extreame Racing onbekend. Voorts is de vergoeding van EUR 12.500,00 nooit door [handelsnaam] uitbetaald onder de door [handelsnaam] gestelde voorwaarde, aldus Extreame Racing.
4.6. [handelsnaam] voert aan dat Extreame Racing de boot in april 2008 niet wilde afnemen en in de maanden daarna – ondanks verzoeken daartoe – nog steeds niet afnam. In de tussentijd heeft [handelsnaam] de catamaran opgeslagen, onderhouden en verzekerd. Om die reden heeft [handelsnaam] in november 2008 de reëel gemaakte kosten, het bedrag van EUR 49.750,00, bij Extreame Racing in rekening gebracht. Dit bedrag (zoals verschuldigd per november 2008) bestond volgens [handelsnaam] onder meer uit:
- opslagkosten EUR 9.520,00
- vergoeding kosten team Extreame Racing EUR 12.500,00
- verzekeringspenningen EUR 8.062,50
- buitengerechtelijke incassokosten conform
contractuele voorwaarden EUR 15.008,00
- rente (geen specificatie bekend)
[handelsnaam] voert voorts aan dat zij de kosten voor het team van Extreame Racing heeft vergoed onder de strikte voorwaarde dat Extreame Racing haar team beschikbaar zou houden en zou deelnemen aan de [....] zeilcompetitie. Dit heeft Extreame Racing niet gedaan, zodat zij het door [handelsnaam] vergoede bedrag weer dient terug te betalen, aldus [handelsnaam] .
4.7. De rechtbank overweegt het volgende. Volgens [handelsnaam] was Extreame Racing ertoe verplicht het restant van de koopsom te voldoen (EUR 100.000,=) vermeerderd met een vergoeding voor reëel gemaakte kosten ad EUR 49.750,=. Gelet op de betwisting van de verschuldigdheid van dit aanvullende bedrag door Extreame Racing, had het op de weg van [handelsnaam] gelegen dit bedrag nader (deugdelijk) te onderbouwen. Dat heeft [handelsnaam] nagelaten. Zo heeft zij nagelaten te onderbouwen op grond van welke contractuele voorwaarden Extreame Racing de buitengerechtelijke kosten verschuldigd is. Ook heeft zij haar stelling, dat de vergoeding van EUR 12.500,00 slechts onder de door haar gestelde voorwaarde is uitbetaald, niet nader (met stukken) onderbouwd. Voorts heeft zij haar rentevordering, gezien de stelling van Extreame Racing dat [handelsnaam] ook rente heeft genoten over het vooruitbetaalde deel van de koopsom, niet nader toegelicht. Van de juistheid van de stellingen van [handelsnaam] terzake – en daarmee van de verschuldigdheid door Extreame Racing van een aanvullend bedrag van EUR 49.750,00 in november 2008 – kan dus niet worden uitgegaan. Wel is de rechtbank van oordeel dat [handelsnaam] een bedrag voor opslag en verzekeringspenningen bij Extreame Racing in rekening mocht brengen, zoals hierna, onder 4.8, zal worden gemotiveerd. Dit neemt niet weg dat [handelsnaam] in november 2008 ten onrechte als (extra) voorwaarde voor het afleveren van een catamaran stelde dat Extreame Racing een substantieel aanvullend bedrag moest betalen. Uit deze mededeling van [handelsnaam] heeft Extreame Racing terecht afgeleid dat [handelsnaam] ook na betaling van de resterende koopsom (en een redelijke vergoeding voor redelijk gemaakte kosten) zou tekortschieten in haar verplichting tot aflevering van de catamaran. De mededeling van [handelsnaam] bracht haar in verzuim (artikel 6:83 onder c BW) en leidde ertoe dat Extreame Racing haar verplichting tot betaling van EUR 100.000,00 mocht opschorten en een beroep op ontbinding kon doen (artikel 6:80 lid 1 onder b BW), zoals zij (schriftelijk) per 26 december 2008 heeft gedaan.
4.8. Dit betekent dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat de overeenkomst is ontbonden op 26 december 2008, zoals door Extreame Racing gevorderd. Dit leidt ertoe dat partijen verplicht zijn tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties. [handelsnaam] zal dus een bedrag van EUR 259.500,00 aan Extreame Racing moeten terugbetalen.
Anderzijds staat vast dat [handelsnaam] in het kader van de overeenkomst tussen partijen vanaf april 2008 de catamaran – althans de onderdelen daarvan – heeft opgeslagen op verzoek van Extreame Racing. In dit kader ligt voor de hand dat [handelsnaam] opslag- en verzekeringskosten heeft gemaakt en dat Extreame Racing zich daar ook van bewust is geweest. Het opslaan en verzekeren van de catamaran is echter een prestatie die zich niet ongedaan laat maken. Dit betekent dat Extreame Racing hiervoor een vergoeding dient te betalen ten belope van de waarde van de prestatie op het tijdstip van ontvangst. Nu Extreame Racing niet, althans onvoldoende gemotiveerd, heeft weersproken dat [handelsnaam] EUR 9.520,00 opslagkosten heeft gemaakt en EUR 8.062,50 verzekeringspenningen heeft betaald (zie 4.6), zal van deze bedragen worden uitgegaan. Deze bedragen zullen in mindering worden gebracht op het door [handelsnaam] aan Extreame Racing te retourneren bedrag van EUR 259.500,00.
4.9. Nu de overeenkomst per 26 december 2008 is ontbonden, behoeft de stelling van [handelsnaam] dat zij per 6 februari 2009 de overeenkomst heeft ontbonden geen bespreking meer. [handelsnaam] kon de – reeds ontbonden – overeenkomst per 6 februari 2009 immers niet meer ontbinden en kan dus ook geen aanspraak maken op schadevergoeding ex artikel 6:277 BW (zoals zij in voorwaardelijke reconventie vordert).
Schade op te maken bij staat
4.10. Extreame Racing vordert naast ongedaanmaking van de overeenkomst vergoeding van schade (waaronder begrepen buitengerechtelijke kosten) nader op te maken bij staat. Voor verwijzing naar de schadestaatprocedure is voldoende dat de schade door de rechter niet in het vonnis kan worden begroot en de eiser de mogelijkheid van schade aannemelijk maakt (HR 30 maart 2006, RvdW 2006/681).
4.11. In dit geval heeft Extreame Racing op geen enkele wijze toegelicht waar haar schade, die het gevolg van de ontbinding zou zijn, uit zou kunnen bestaan. Haar stelling dat zij mogelijk schade heeft geleden, is dus niet onderbouwd. Evenmin blijkt uit de stellingen van Extreame Racing dat zij buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt die voor afzonderlijke vergoeding in aanmerking komen. Uit de door Extreame Racing gegeven omschrijving van de verrichte werkzaamheden blijkt niet dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan het voeren van (beperkte) correspondentie, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan Extreame Racing vergoeding vordert, moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten.
Nu Extreame Racing niet aan haar stelplicht heeft voldaan terzake de mogelijkheid van schade, zal de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure worden afgewezen.
Conclusie, rente en (proces)kosten
4.12. De conclusie van het voorgaande is dat in conventie de overeenkomst wordt ontbonden, met veroordeling van [handelsnaam] tot betaling aan Extreame Racing van een bedrag groot EUR 241.917,50 (259.500,00 -/- 9.520,00 -/- 8.062,50). De wettelijke rente over dit bedrag zal – zoals gevorderd – worden toegewezen vanaf 26 december 2008 tot aan de dag der algehele voldoening.
4.13. Extreame Racing vordert [handelsnaam] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op EUR 253,00 voor verschotten en EUR 2.000,00 voor salaris advocaat (1 rekest x EUR 2.000,00).
4.14. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook op de navolgende wijze worden toegewezen.
4.15. [handelsnaam] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van Extreame Racing op:
- dagvaarding EUR 85,98
- vast recht 4.938,00
- salaris advocaat 4.000,00 (2,0 punten × tarief EUR 2.000,00)
Totaal EUR 9.023,98
4.16. [handelsnaam] zal ook in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Extreame Racing worden begroot op EUR 452,00 voor salaris advocaat (2,0 punten × factor 0,5 × tarief EUR 452,00).
in conventie
5.1. verklaart voor recht dat de tussen partijen op 21 december 2007 gesloten overeenkomst met betrekking tot de koop en verkoop van een catamaran, type [.] , is ontbonden per 26 december 2008,
5.2. veroordeelt [handelsnaam] om aan Extreame Racing te betalen een bedrag van EUR 241.917,50 (tweehonderdéénenveertig duizend negenhonderdzeventien euro en vijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 december 2008 tot de dag van volledige betaling,
5.3. veroordeelt [handelsnaam] in de beslagkosten, tot op heden begroot op EUR 2.253,00,
5.4. veroordeelt [handelsnaam] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- EUR 131,-- aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van EUR 68,-- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.5. veroordeelt [handelsnaam] in de proceskosten, aan de zijde van Extreame Racing tot op heden begroot op EUR 9.023,98, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.6. verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.8. wijst de vorderingen af,
5.9. veroordeelt [handelsnaam] in de proceskosten, aan de zijde van Extreame Racing tot op heden begroot op EUR 452,00,
5.10. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2010.?