ECLI:NL:RBUTR:2010:BL8013
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.R. Krol
- M.C. Oostendorp
- I. Bruna
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf na niet nakoming van bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 16 maart 2010 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar, die eerder was opgelegd aan de veroordeelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde, geboren in 1988 en woonachtig in [woonplaats], zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden. Deze voorwaarden omvatten onder andere dat hij zich moest gedragen naar de aanwijzingen van Centrum Maliebaan, een reclasseringsinstelling. De rechtbank heeft in haar overwegingen de stukken uit het dossier betrokken, waaronder een afloopbericht van Centrum Maliebaan, waaruit bleek dat de veroordeelde herhaaldelijk niet op oproepen had gereageerd en geen medewerking had verleend aan de begeleiding.
De rechtbank heeft ook de getuige-deskundige L. Scheffers gehoord, die toelichting gaf op het verloop van het contact met de veroordeelde. Het bleek dat de veroordeelde geen enkele motivatie toonde om mee te werken aan de uitvoering van de opgelegde voorwaarden, ondanks eerdere waarschuwingen en een laatste kans die hem was geboden. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde niet in staat was om de noodzakelijke hulpverlening te accepteren en dat hij niet ter zitting was verschenen om zijn standpunt te verdedigen.
Op basis van deze bevindingen heeft de rechtbank geoordeeld dat er termen aanwezig waren om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf te gelasten. De rechtbank heeft daarbij artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen. De beslissing werd genomen na een vordering van de officier van justitie, die op 1 februari 2010 was ingekomen, en na een zitting op 2 maart 2010. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf van één jaar te gelasten, voor zover deze voorwaardelijk was opgelegd bij een eerder vonnis.