ECLI:NL:RBUTR:2010:BL7869
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een langdurig arbeidsongeschikte werkneemster
In deze zaak heeft de Rechtbank Utrecht op 16 maart 2010 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van HEMA B.V. tegen een werkneemster die al meer dan 34 jaar in dienst was. De werkneemster, 55 jaar oud, was sinds 1998 arbeidsongeschikt en ontving een WAO-uitkering. Gedurende de jaren was er weinig contact tussen partijen over re-integratie. In 2008 werd het contact hersteld, maar de arbeidsdeskundige van de werkgever concludeerde dat er geen passend werk beschikbaar was. Een deskundigenoordeel van het UWV gaf aan dat de functies bij HEMA niet goed in kaart waren gebracht, waardoor de vraag naar passend werk niet beantwoord kon worden. HEMA vroeg een ontslagvergunning aan, maar deze werd afgewezen op basis van het advies van de arbeidsdeskundige van het UWV, die aangaf dat er voldoende functies beschikbaar waren die onder het opleidingsniveau van de werkneemster vielen.
De werkgever stopte vervolgens de salarisbetaling, wat leidde tot een kort geding waarin HEMA werd veroordeeld tot doorbetaling van het salaris. Later vroeg HEMA ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan, onder andere omdat de werkneemster onvoldoende aan de re-integratie had meegewerkt. De kantonrechter oordeelde dat HEMA niet voldoende had aangetoond dat er geen passend werk beschikbaar was. De rechter wees het verzoek tot ontbinding af, omdat HEMA had moeten aantonen dat er daadwerkelijk geen mogelijkheden waren voor de werkneemster binnen het bedrijf. De kantonrechter concludeerde dat beide partijen tekortgeschoten waren in hun verantwoordelijkheden, maar dat de werkgever in dit geval niet kon volstaan met algemene beweringen over de werkattitude en de capaciteiten van de werkneemster. HEMA werd veroordeeld in de proceskosten van de werkneemster.