Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 282868 / KG ZA 10-157
Vonnis in kort geding van 11 maart 2010
1. [eiser sub 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: “[eiser sub 1]”,
2. [eiser sub 2],
hierna te noemen: “[eiser sub 2]”,
wonende te [woonplaats],
3. [eiser sub 3],
hierna te noemen: “[eiser sub 3]”,
wonende te [woonplaats],
4. [eiser sub 4],
hierna te noemen: “[eiser sub 4]”
wonende te [woonplaats],
5. [eiser sub 5],
hierna te noemen: “[eiser sub 5]”,
wonende te [woonplaats],
eisers,
hierna gezamenlijk aan te duiden als: “de Spelers”,
advocaat mr. W.F.C. van Megen,
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND,
hierna te noemen: “de KNVB”,
gevestigd te Zeist,
gedaagde,
advocaat mr. M.B. Kerkhof.
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 februari 2010 met daaraan gehecht de producties 1 tot en met 8,
- de producties 1 en 2 van de KNVB,
- de mondelinge behandeling van 10 maart 2010,
- de pleitnota van de Spelers,
- de pleitnota van KNVB.
1.2 Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1 De Spelers zijn recentelijk als contractspeler (profvoetballer) in dienst geweest van de betaald voetbalclub H.F.C. Haarlem, die uitkwam in de Jupiler League (eerste divisie van het betaald voetbal).
2.2 H.F.C. Haarlem is in januari 2010 in staat van faillissement verklaard. De curator heeft naar aanleiding daarvan de arbeidsovereenkomsten met de Spelers opgezegd.
2.3 De Spelers zijn thans aangewezen op een uitkering.
2.4 De Spelers hebben ieder een amateurclub gevonden waar zij dit voetbalseizoen (2009/2010) nog kunnen spelen en via welke club zij aan werk kunnen komen.
Het gaat daarbij om de volgende amateurclubs:
- Voetbalvereniging Noordwijk, alwaar [eiser sub 1] kan spelen,
- Voetbalvereniging Katwijk, alwaar [eiser sub 2] kan spelen,
- Voetbalvereniging RVVH, alwaar [eiser sub 4] kan spelen,
- Voetbalvereniging Bennekom, alwaar [eiser sub 3] kan spelen,
- Voetbalvereniging ARC, alwaar [eiser sub 5] kan spelen.
2.5 Deze amateurclubs komen uit in de Zaterdag Hoofdklasse A, B en C.
2.6 De Spelers hebben de KNVB verzocht om hen (tussentijds) naar deze clubs over te schrijven. De KNVB heeft de overschrijvingsverzoeken van de Spelers afgewezen omdat haar reglementair geen ruimte wordt geboden deze verzoeken in te willigen.
2.7 De heer [X] (hierna te noemen: “[X]”) van de spelersvakbond VVCS heeft naar aanleiding van deze afwijzing contact opgenomen met de KNVB. De voorzitter van de KNVB, de heer [Y], heeft bij e-mailbericht van 14 februari 2010 het volgende aan [X] geschreven:
“ (…).
In principe zou er bij de Amateur afdeling van de KNVB best wel bereidheid zijn geweest om mee te werken, ware het niet dat het volgende zich voordoet.
Dit seizoen speelt men in de hoofdklasse voor plaatsing in de nieuw te starten TOP klasse. Het moge duidelijk zijn, dat wanneer HFC Haarlem spelers bij hoofdklasse clubs gaan spelen de kans aanmerkelijk groter is om naar de TOP klasse te promoveren, dan zonder.
Clubs welke niet voor HFC Haarlem spelers in aanmerking komen zullen dit als competitievervalsing zien en dat is erg begrijpelijk, omdat dit fenomeen zich halverwege het seizoen voordoet.
Het is voor alle hoofdklasse clubs dit jaar er op of er onder.
Gezien de bijzonderheid van de hoofdklasse competitie in dit jaar, is het voor de KNVB, dan ook niet mogelijk om aan jullie verzoek te voldoen, hoe jammer dat voor de betrokken spelers ook is.
(…).”.
2.8 Het Reglement Overschrijvingsbepalingen Algemeen, Opleidingsvergoeding en Solidariteitsvergoeding en Solidariteitsbijdrage, voor onbepaalde tijd vastgesteld in de Bondsvergadering van 15 juni 1987 en laatstelijk gewijzigd in de Bondsvergadering van
10 december 2007 (hierna te noemen: “het Reglement”) is van toepassing op de overschrijving van een contractspeler naar een amateurvereniging waarbij hij aan bindende wedstrijden wenst deel te nemen (zie artikel 1 lid 1 sub a van het Reglement).
In dit Reglement is – voor zover van belang – het volgende vermeld:
Artikel 8 – De termijnen voor indiening van een aanvraag en aanvang speelgerechtigdheid
1. Een aanvraag om overschrijving moet ingediend zijn vóór 15 juli.
2. a. Indien overschrijving wordt verleend aan een speler als genoemd in artikel 1 lid 1
onder a van dit reglement wordt hij speelgerechtigd uiterlijk een maand na de datum
waarop het verzoek tot overschrijving het bondsbureau heeft bereikt, doch niet voor
1 augustus daaropvolgend.
(…)
4. Overschrijving kan bovendien met inachtneming van het bepaalde in het Reglement Amateurvoetbal en het Reglement Betaald Voetbal, alsmede UEFA- en/of FIFA-bepalingen, uiterlijk een maand nadat de aanvraag is ontvangen, worden verleend aan:
a. een amateurspeler, die uitsluitend in het buitenland aan bindende wedstrijden heeft
deelgenomen;
b. een amateurspeler van een club, die is ontbonden of niet meer met enig team of elftal aan
een competitie deelneemt;
c. een amateurspeler, die gedurende tenminste 12 aan de aanvraag voorafgaande maanden
niet voor een club aan bindende wedstrijden heeft deelgenomen en nimmer enige betaling
van zijn club heeft ontvangen voor zijn deelnemen aan het voetbalspel, tenzij hij valt
onder het bepaalde in artikel 5 lid 2 onder a van het Reglement Wedstrijden Betaald
Voetbal.
(…)
Artikel 10 – Dispensatie
In bijzondere gevallen kan het bondsbestuur dispensatie verlenen van de in deze titel voorkomende overschrijvingsbepalingen. Het bondsbestuur stelt hiervoor richtlijnen vast.
2.9 De in artikel 10 van het Reglement bedoelde richtlijnen zijn gepubliceerd in het Bewaarnummer 2009/’10 en door de KNVB als productie 2 in het geding gebracht.
In dit bewaarnummer is, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“(…)
5. Algemene informatie overschrijvingen
5.1 Dispensatie overschrijving
Wanneer dispensatie
Zoals bekend is, dienen alle verzoeken tot overschrijving uiterlijk 31 mei van enig seizoen te worden ingediend (voor (ex-)contractspelers uiterlijk 14 juli) voor het daaropvolgende seizoen.
Indien een verzoek tot overschrijving na 31 mei respectievelijk na 14 juli wordt ingediend, wordt dit verzoek behandeld als een verzoek om dispensatie.
Indien een verzoek om dispensatie het districtskantoor bereikt na de eerste vrijdag van de maand maart wordt overschrijving slechts toegestaan onder de beperkende bepaling, dat in dat seizoen niet mag worden deelgenomen aan bindende wedstrijden.
(…)
Bestuursbeluit inzake dispensatie overschrijvingen amateurvoetbal
(…) In dit besluit wordt onderscheid gemaakt tussen spelers behorend tot categorie A en spelers behorend tot categorie B.
(…)
De dispensatiecriteria voor categorie A
Tussentijdse overschrijving kan worden verleend indien er sprake is van gewijzigde studie-, werk- of woonomstandigheden of medische omstandigheden.
(…).”.
2.10 In de Dispensatieregeling betaald voetbal KNVB (productie 8 van
de Spelers) is – zakelijk weergegeven – bepaald dat:
- een aanvraag om overschrijving naar een betaaldvoetbalorganisatie die is ingediend buiten
de overschrijvingsperiodes door het bestuur betaald voetbal wordt verleend indien de
speler die overschrijving verzoekt onder contract stond bij een betaaldvoetbalorganisatie
die door een onherroepelijke rechterlijke uitspraak in staat van faillissement verkeert,
- overschrijving naar een betaaldvoetbalorganisatie binnen de periode gelegen tussen de
tweede vrijdag van de maand maart en de eerste dag van de maand juli van dat jaar,
slechts kan worden verleend onder de beperkende bepaling dat de speler gedurende die
periode niet gerechtigd is deel te nemen aan bindende wedstrijden van één van de elftallen
van zijn nieuwe betaaldvoetbalorganisatie uitkomend in de competitie betaald voetbal of
in enige andere competitie van de KNVB.
3.1 De Spelers vorderen dat de KNVB bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om hen vóór de tweede vrijdag van maart 2010 over te schrijven naar de door hen aangegeven amateurclubs, dit op straffe van een dwangsom van EUR 500,-- per dag en met veroordeling van de KNVB in de proceskosten.
3.2 De KNVB voert verweer.
3.3 Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1 Het gaat in deze zaak om tussentijdse overschrijving van een contractspeler naar een amateurvereniging, waarbij de speler aan bindende wedstrijden wenst deel te nemen.
4.2 Tussen partijen staat vast dat de reglementen van de KNVB, behoudens het navolgende, geen grondslag bieden voor de door de Spelers gewenste tussentijdse overschrijving.
4.3 In artikel 10 van het Reglement (zie 2.8.) is echter bepaald dat de KNVB dispensatie kan verlenen van de in het Reglement neergelegde overschrijvingsbepalingen. Het betreft hier – zoals de KNVB ook aanvoert – een discretionaire bevoegdheid van de KNVB. Dit neemt echter nog niet weg dat zij bij haar besluit om af te zien van het verlenen van dispensatie de maatstaven van redelijkheid en billijkheid in acht dient te nemen.
4.4 De KNVB heeft besloten om in dit geval geen gebruik te maken van haar dispensatiebevoegdheid. De Spelers stellen zich op het standpunt dat – zo begrijpt de voorzieningenrechter de stellingen van de Spelers – de KNVB in redelijkheid niet tot dit besluit heeft kunnen komen, omdat dit besluit in de gegeven omstandigheden niet proportioneel is. De KNVB betwist dit.
4.5 Aan de orde is dan ook de beantwoording van de vraag of het aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat de KNVB in redelijkheid niet tot het besluit heeft kunnen komen om de Spelers geen dispensatie van de overschrijvingsbepalingen te verlenen en de Spelers niet tussentijds over te schrijven naar de door hen gewenste amateurclubs. Hierover wordt het volgende overwogen.
4.6 Het is niet in geschil dat de door het bondsbestuur van de KNVB vastgestelde dispensatiecriteria zoals vermeld in het Bewaarnummer 2009/’10 (zie 2.9.) in dit geval niet onverkort aan de orde zijn. Dit betekent echter nog niet dat de KNVB niet bevoegd zou zijn om de Spelers dispensatie van de reglementaire overschrijvingsbepalingen te verlenen. Artikel 10 van het Reglement biedt daarvoor immers de grondslag en gesteld nog gebleken is dat de in het bewaarnummer 2009/’10 vermelde criteria limitatief zijn bedoeld.
4.7 Uit het in punt 2.7. geciteerde e-mailbericht van de voorzitter van de KNVB maakt de voorzieningenrechter op dat de KNVB bereid zou zijn geweest om aan de Spelers dispensatie van de reglementaire overschrijvingsbepalingen te verlenen indien in dit seizoen in de hoofdklasse niet zou worden gespeeld voor plaatsing in de nieuw te starten
TOP klasse. Uit dit e-mailbericht volgt verder dat de achterliggende gedachte hiervan is dat wanneer HFC Haarlem spelers bij hoofdklasse clubs gaan spelen de kans om naar de
TOP klasse te promoveren aanmerkelijk groter is dan indien de hoofdklasse clubs niet met HFC Haarlem spelers worden versterkt en dat de clubs die niet met HFC Haarlem spelers worden versterkt dit als competitievervalsing zullen aanmerken.
4.8 Het is onvoldoende aannemelijk dat er in dit geval sprake zal zijn van competitievervalsing in de Zaterdag Hoofdklasse A, B en C indien de Spelers het seizoen 2009/2010 bij de door hen gewenste amateurclubs mogen afmaken. Dit wordt als volgt gemotiveerd.
4.8.1 De Spelers hebben zich op het standpunt gesteld dat het niveauverschil tussen de HFC Haarlem spelers en de spelers van de top van het amateurvoetbal (hoofdklasse) niet zo heel erg groot is. De KNVB heeft dit niet weersproken.
4.8.2 De Spelers voeren aan dat de KNVB in de door haar opgestelde dispensatieregelingen (zoals genoemd in punt 2.9. en 2.10.) het moment waarop rekening moet worden gehouden met competitievervalsing heeft gefixeerd op de eerste vrijdag van de maand maart (overschrijving van contractspeler naar amateurvereninging) of de tweede vrijdag van de maand maart (overschrijving van betaaldvoetbalorganisatie naar andere betaaldvoetbalorganisatie) door in deze regelingen te bepalen dat:
- indien een verzoek om dispensatie het districtskantoor bereikt na de eerste vrijdag van de
maand maart dispensatie slechts is toegestaan onder de beperkende bepaling, dat in dat
seizoen niet mag worden deelgenomen aan bindende wedstrijden,
- overschrijving naar een betaaldvoetbalorganisatie binnen de periode gelegen tussen de
tweede vrijdag van de maand maart en de eerste dag van de maand juli van dat jaar,
slechts kan worden verleend onder de beperkende bepaling dat de speler gedurende die
periode niet gerechtigd is deel te nemen aan bindende wedstrijden van één van de elftallen
van zijn nieuwe betaaldvoetbalorganisatie uitkomend in de competitie betaald voetbal of
in enige andere competitie van de KNVB.
De KNVB heeft dit niet weersproken.
Weliswaar zijn deze dispensatieregelingen in dit geval niet van toepassing, maar dit neemt niet weg dat uit deze regelingen kan worden opgemaakt dat de KNVB kennelijk zelf de mening is toegedaan dat er pas vanaf de eerste vrijdag van maart (overschrijving van contractspeler naar amateurvereninging) of de tweede vrijdag van maart (overschrijving van betaaldvoetbalorganisatie naar andere betaaldvoetbalorganisatie) serieus rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid van competitievervalsing.
De KNVB heeft in februari 2010 de verzoeken van de Spelers om tussentijdse overschrijving naar de door hen gewenste amateurclubs afgewezen. De KNVB heeft tijdens de zitting desgevraagd verklaard dat de competitie in de hoofdklasse door het slechte weer nog niet zo ver is gevorderd als dat was gepland.
Het valt met inachtneming van het voorgaande zonder nadere toelichting van de KNVB, die ontbreekt, dan ook niet in te zien, dat er competitievervalsing is te duchten indien de Spelers thans worden overgeschreven naar de door hen gewenste amateurclubs.
4.8.3 De KNVB heeft, ook nadat de voorzieningenrechter haar om een nadere toelichting had verzocht, slechts volstaan met de algemene stelling dat ongeacht naar welke amateurclub de Spelers zullen gaan sprake zal zijn van competitievervalsing. Deze stelling komt gelet op wat in punt 4.8.1. en 4.8.2. is overwogen niet overtuigend over.
4.9 Het valt gezien wat in punt 4.7. en 4.8 is overwogen, niet in te zien welk belang de KNVB erbij heeft om de Spelers geen dispensatie te verlenen en niet tussentijds over te schrijven naar de door hen gewenste amateurclubs. De enige reden voor het niet verlenen van deze dispensatie is de vrees voor competitievervalsing en dat die vrees gegrond is, is onvoldoende aannemelijk geworden.
4.10 De Spelers hebben – zoals zij onbetwist hebben aangevoerd – er belang bij dat zij in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, hun spelersvaardigheden op peil kunnen houden en dat zij zich in de kijker kunnen spelen van geïnteresseerde betaaldvoetbalorganisaties voor het volgende voetbalseizoen. Door het spelen bij de door hen gewenste amateurclubs kunnen al deze belangen worden verwezenlijkt.
4.11 Er is in dit geval sprake van een bijzondere omstandigheid, namelijk dat de Spelers buiten hun toedoen, namelijk vanwege het onverwachte faillissement van hun club
H.F.C. Haarlem, niet meer tijdens het voetbalseizoen 2009/2010 kunnen spelen.
4.12 Het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat het aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat de KNVB in redelijkheid niet heeft kunnen besluiten om de Spelers geen dispensatie te verlenen van de reglementaire overschrijvingsbepalingen en hen niet tussentijds naar de door hen gewenste amateurclubs over te schrijven.
4.13 De slotsom is dat de vordering van de Spelers, ertoe strekkende dat de KNVB hen zal overschrijven naar de door hen gewenste amateurclubs, zal worden toegewezen. Ook de in verband met deze vordering gevorderde dwangsom zal worden toegewezen, met dien verstande dat deze op de in de beslissing te noemen manier zal worden beperkt.
4.14 KNVB zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Spelers worden begroot op:
- dagvaarding EUR 97,42
- vast recht 263,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.176,42
5.1 veroordeelt de KNVB om de Spelers vóór 12 maart 2010 over te schrijven naar de door hen aangegeven amateurclubs,
5.2 bepaalt dat KNVB voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij in strijd handelt met het onder 5.1. bepaalde, aan de Spelers een dwangsom verbeurt van EUR 500,--, tot een maximum van EUR 15.000,--,
5.3 veroordeelt de KNVB in de proceskosten, aan de zijde van de Spelers tot op heden begroot op EUR 1.176,42,
5.4 verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5 wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.AE. Uniken Venema en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2010.